Samenvatting van Inhoud voor Toro TimeCutter ZD530
Pagina 1
Form No. 3358-166 Rev A TimeCutter ® ZD530 Zitmaaiers Modelnr.: 74434—Serienr.: 270000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL)
Inleiding............... 2 een erkende Service Dealer of met de klantenservice Veiligheid ..............3 van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en Instructies voor veilige bediening van het serienummer van het product te vermelden. De zitmaaiers ............3 locatie van het plaatje met het modelnummer en het Veilige bediening ..........
Veiligheid Onderhoud van het luchtfilter......28 Motoroliepeil controleren........29 Onderhoud van de bougie ........31 Instructies voor veilige Onderhoud brandstofsysteem ........ 32 bediening van zitmaaiers Brandstof aftappen uit de brandstoftank ..... 32 Brandstoffilter vervangen ........33 Deze machine voldoet ten minste aan de Europese Onderhoud elektrisch systeem ........
◊ onvoldoende grip van de wielen; • Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte lopen, omdat zich daar giftige koolmonoxidedampen ◊ te snel rijden; kunnen verzamelen. ◊ onjuist gebruik van de rem; • Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht. ◊...
• Zet de gashendel terug terwijl de motor uitloopt. Als • Gebruik altijd originele Toro onderdelen zodat de de machine met een brandstofafsluitklep is uitgerust, originele standaarden worden gehandhaafd.
• Start nooit plotseling heuvelopwaarts op een helling, want dit kan tot gevolg hebben dat de machine achteroverkiept. • Houd er rekening mee dat de wielen hun grip kunnen verliezen tijdens een afdaling. Als het gewicht wordt verplaatst naar de voorwielen, kunnen de aandrijfwielen gaan slippen en kunt u niet meer remmen of sturen.
Merkteken van fabrikant houdswerkzaamheden uit de 25 bedrijfsuren. te voeren. 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele 2. Motor 4. Smeer de machine om de Toro-maaimachine is. 25 bedrijfsuren. 106-2223 106-8742 1. Parkeerrem 106-2224 1. Gashendel 7. Koplampen 2.
Pagina 9
Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Risico van explosie 6. Houd omstanders op veilige afstand van de 108-8769 accu. 2. Geen vonken of vuur en 7. Draag oogbescherming; 1. Stand Gras opvangen 2. Recycler® stand explosieve gassen kunnen niet roken.
Bedieningsorganen vanuit de middelste stand naar buiten beweegt, stelt u de parkeerrem in werking en kunt de machine verlaten Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met alle (Figuur 5). bedieningsorganen in Figuur 3, Figuur 4, Figuur 5 en Figuur 6 voordat u de motor start en de machine Parkeerrem gebruikt.
Gebruiksaanwijzing sleuteltje op UIT draait, wordt de motor afgezet; het verdient echter aanbeveling het sleuteltje altijd uit het contact te verwijderen als u de machine verlaat om te Opmerking: Bepaal vanuit de normale voorkomen dat iemand per ongeluk de motor start bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de (Figuur 6).
In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Eventueel gemorste brandstof opnemen. •...
• Houdt de benzine vers gedurende stalling van 30 dagen of minder. Als u de machine langer wilt stallen, moet u de benzine aftappen uit de In bepaalde omstandigheden kan tijdens het brandstoftank. tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die brandstofdampen •...
Motor afzetten 1. Zet vervolgens de gashendel weer op SNEL (Figuur 10). 2. Schakel de maaimessen uit door de aftakasschakelaar op UIT te zetten (Figuur 9). 3. Draai het contactsleuteltje op UIT (Figuur 11). 4. Maak de bougiekabel los van de bougie(s) om te voorkomen dat iemand per ongeluk de machine start, alvorens deze te transporteren of te stallen.
2. Zet de gashendel op SNEL. 3. Trek de aftakasschakelaar uit om de maaimessen in te schakelen (Figuur 13). Figuur 12 1. Centrale onvergrendelde 3. Achteruit Figuur 13 stand 1. Aftakasschakelaar – AAN 2. Aftakasschakelaar – UIT 2. Vooruit 4. Remstand Om in een rechte lijn te rijden, moet u gelijkmatige De maaimessen uitschakelen druk uitoefenen op beide rijhendels (Figuur 12).
Het veiligheidssysteem De maaihoogte instellen De maaihoogte kan worden ingesteld van 38 tot 114 mm in stappen van 13 mm door de maaihoogtehendel in verschillende openingen te plaatsen. Niet-aangesloten of beschadigde 1. Zet de maaihoogtehendel omhoog in de interlockschakelaars kunnen onverwachte transportstand (eveneens de maaihoogte-stand van gevolgen hebben op de werking van de machine.
grasvanger. Om kort, droog maaisel door de tunnel naar de grasvanger te voeren, is minder kracht nodig. Milieufactoren kunnen invloed uitoefenen op de hoeveelheid maaisel die wordt afgevoerd naar de grasvanger, en de snelheid waarmee dit gebeurt. Als u hoog gras maait bij een lage maaistand, zal dit de luchtstroom belemmeren die nodig is om het maaisel naar de grasvanger te jagen.
Figuur 16 1. DFS-hendel naar beneden 2. Opgeheven opvangzak, maaisel wordt uitgestort Figuur 17 4. Laat de grasvanger neer en laat de DFS-hendel los. 4. Pen, grasvanger 1. Grasvanger Als het alarm van de grasvanger overgaat terwijl de 2. Motorkap 5.
C. Als de bocht zichtbaar is, draait u de tunnel een of vuil dat tijdens de verwijdering van de tunnel is kwart slag linksom. losgeraakt. D. Trek aan de tunnel totdat de spie zichtbaar is. Houd de spie in de tunnel op een lijn met de spiebaan.
Gebruik in de Recycler ® E. Schuif de tunnel op het tussenstuk van het maaidek totdat de tunnel vastzit op het frame modus van de machine. Om het gras goed te maaien en het maaisel fijn te maken in de maaikast is lucht nodig; zet de maaihoogte dus niet te laag en zorg ervoor dat de maaikast niet helemaal door ongemaaid gras omgeven is.
De machine duwen 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de aftakas uit. 2. Beweeg de rijhendels naar buiten om de parkeerrem in werking te stellen, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen alvorens de bestuurdersstoel te verlaten.
Maai met de juiste regelmaat Normaal gesproken moet u om de vier dagen maaien. Houd er echter rekening mee dat gras niet het hele jaar door even snel groeit. Om dezelfde maaihoogte te behouden, wat een goede gewoonte is, moet u in het vroege voorjaar vaker maaien.
Pagina 24
Vijl regelmatig kerven en inkepingen weg en slijp de messen indien dit nodig is. Als een mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel Toro mes. Veilige sleepmethoden Sleep uitsluitend met een machine die is voorzien van een trekhaak.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure • De motorolie verversen. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Controleer het veiligheidssysteem. • Het luchtfilter controleren • Motoroliepeil controleren. Bij elk gebruik of dagelijks •...
Procedures voorafgaande aan onderhoud Toegang tot de machine Om bij sommige inwendige onderdelen te kunnen komen, hoeft u enkel de stoel omhoog te zetten. Ga als volgt te werk om toegang tot inwendige onderdelen G005900 te krijgen als dit nodig is om de in deze handleiding Figuur 25 beschreven onderhoudswerkzaamheden te verrichten.
Smering De lagers smeren Smeer de draaipunten van de voorste zwenkwielen en de wielen (Figuur 29). 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de aftakas uit. 2. Zet de rijhendels in de remstand, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat Figuur 27 alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen 1.
Onderhoud motor Onderhoud van het luchtfilter Reinig het luchtfilter om de 100 bedrijfsuren of om de 3 maanden, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Vervang het luchtfilter om de 300 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden.
Schuimelement en papierelement installeren Belangrijk: Motor nooit laten lopen zonder dat het complete luchtfilter gemonteerd is, daar anders de motor kan worden beschadigd. 1. Leg het rooster op het papierelement en plaats beide Figuur 33 in het onderstuk van het luchtfilter (Figuur 31). 1.
3. Maak de omgeving van de peilstok (Figuur 36) schoon, zodat er geen vuil in de vulopening kan komen, wat in motorschade kan resulteren. Figuur 36 1. Oliepeilstok 4. Vol 2. Vulbuis 5. Bijvullen G005895 3. Uiteinde van peilstok Figuur 37 1.
3. Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen dat er vuil in de motor komt, wat beschadiging kan pakking van het nieuwe filter (Figuur 38). veroorzaken. Figuur 38 Figuur 39 1. Sleutel voor oliefilter 3. Filterbasis 2. Oliefilter 4.
Onderhoud bougie een 1/2 slag aan met een bougiesleutel. Als u een eerder verwijderde bougie terugplaatst, hoeft u brandstofsysteem deze maar 1/8 tot 1/4 slag aan te draaien. 3. Sluit de bougiekabel aan op de bougie (Figuur 39). Brandstof aftappen uit de 4.
4. Verwijder de motorkap en de motorleiding om bij de 5. Trek het filter uit de brandstofslangen. motoronderdelen te kunnen komen. 6. Monteer het nieuwe filter zodanig dat de pijl voor 5. Maak de slangklem op het brandstoffilter los en de stroomrichting van de brandstoftank af naar de schuif deze over de brandstofslang weg van het motor wijst en schuif de slangklemmen terug tot...
Onderhoud elektrisch systeem Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Onderhoud van de accu Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan Controleer het accuzuurpeil om de 25 bedrijfsuren. ontstaan.
Zuurpeil van de accu controleren 2. Maak de bovenkant van de accu schoon met een tissue. 3. Verwijder de vuldoppen van de accu (Figuur 44). 4. Giet langzaam gedistilleerd water in elke cel van Accuzuur bevat zwavelzuur; dit is een dodelijk de accu totdat het zuurpeil de Bovenste streep gif dat ernstige brandwonden veroorzaakt.
Accu monteren Onderhoud 1. Plaats de accu in de bak met de accupolen weg uit de aandrijfsysteem buurt van het bedieningspaneel (Figuur 43). 2. Bevestig de pluskabel (rood) aan de pluspool (+) van Bandenspanning controleren de accu. 3. Bevestig de minkabel aan de minpool (–) van de accu. Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de voorgeschreven spanning hebben.
Als een mes beschadigd of versleten is, moet u dit tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand, onmiddellijk vervangen door een origineel Toro mes. positie A, van de messen (Figuur 49). Noteer deze Om het slijpen en vervangen te vergemakkelijken, is het afstand.
Om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat de machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro-messen gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit messen van Figuur 52 andere fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de 1.
Schuinstand van het maaidek 4. Zet de maaihoogtehendel in stand D (76 mm). 5. Draai het maaimes (de maaimessen) voorzichtig (lengterichting) instellen evenwijdig (Figuur 53). Meet de afstand tussen de buitenste snijranden en de vlakke ondergrond Controleer de schuinstand van het maaidek telkens (Figuur 53).
10. Meet de afstand tussen de rand van zowel het voorste mes als de rand van het achterste mes tot het horizontale oppervlak (Figuur 56). Als de rand van het voorste mes niet 1,6–7,9 mm lager staat dan de rand van het achterste mes, moet u de voorste borgmoeren afstellen.
6. Verwijder de R-pen en de ring op de stelbeugels 6. Trek de arm van de spanpoelie in de richting die van het maaidek (Figuur 59) aan beide kanten van wordt aangegeven in Figuur 60, en verwijder de riem het maaidek. Onthoud in welk gat de stelbeugel is van de poelies.
Reiniging alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen alvorens de bestuurdersstoel te verlaten. 3. Zet de voorkant van de machine omhoog en plaats Sensoren van het deze op steunen. opvangsysteem reinigen 4. Schuif het maaidek onder de machine. De sensoren van het opvangsysteem hoeven niet volgens 5.
Stalling Reiniging en stalling 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje. 2. Maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de gehele machine verwijderen, met name van de motor. Vuil en kaf van de buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en het ventilatorhuis verwijderen.
Pagina 44
Bedien de choke of hulpstarter. Start de motor en laat deze lopen totdat de motor niet meer start. Bedien de hulpstarter, indien aanwezig, diverse malen om er zeker van te zijn dat er geen brandstof meer in de hulpstarter aanwezig is. U moet brandstof op de juiste wijze afvoeren.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De motor raakt oververhit. 1. De motor is te zwaar belast. 1. De rijsnelheid verminderen. 2. Het oliepeil in het carter is te laag. 2. Het carter met olie vullen. 3. De koelribben en luchtkanalen onder 3.
Pagina 46
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De machine drijft niet aan. 1. De tractieriemen zijn versleten, los of 1. Neem contact op met een erkende stuk. Service Dealer. 2. De tractieriemen zitten niet op de 2. Neem contact op met een erkende poelies.
Pagina 47
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Messen draaien niet. 1. De drijfriem is versleten, los of stuk. 1. Een nieuwe drijfriem monteren. 2. De drijfriem zit niet op de poelie. 2. Drijfriem monteren en assen en riemgeleiders op juiste stand controleren. 3. De drijfriem van het maaidek is 3.
Hierop is de garantie voor commercieel gebruik van toepassing. Plichten van de eigenaar Garantie voor commercieel gebruik U dient uw Toro product te onderhouden zoals wordt beschreven in de Toro Op consumentenproducten en werktuigen die worden gebruikt voor gebruikershandleiding. Dit routineonderhoud is voor uw rekening, ongeacht of commerciële en institutionele doeleinden of worden verhuurd, wordt garantie...