Onderhoud van het luchtfilter
1. Maak de sluitingen los waarmee het deksel van het
luchtfilter is bevestigd aan het luchtfilterhuis.
2. Verwijder het deksel van het luchtfilterhuis. Alvorens
het filter weg te halen, moet u met schone en droge
perslucht onder lage druk (276 kPa [40 psi]) grote
hoeveelheden aangekoekt vuil verwijderen dat tussen de
buitenkant van het voorfilter en de filterbus zit. Gebruik
geen perslucht onder hoge druk, omdat hierdoor vuil via
het filter in het inlaatkanaal kan worden geblazen. Deze
reiniging voorkomt dat er rommel in de inlaat
terechtkomt als het voorfilter wordt verwijderd.
1
Figuur 51
1. Stof-cup van luchtfilter
2. Sluitingen van het
luchtfilter
3. Verwijder en vervang het voorfilter. Het wordt afgeraden
het gebruikte element te reinigen omdat dit kan leiden tot
beschadiging van de filtermedia. Inspecteer het nieuwe
filter op transportschade en controleer het uiteinde van
het filter, dat goed moet aansluiten, en het filterhuis. Een
beschadigd element mag niet worden gebruikt. Plaats het
nieuwe filter door de buitenring van het element aan te
drukken om dit vast te zetten in de filterbus. Druk niet op
het flexibele midden van het filter.
4. Reinig de opening van de vuiluitlaat in het afneembare
deksel. Verwijder de rubberen uitlaatklep van het
deksel, maak de holte schoon en plaats de klep terug.
5. Monteer het deksel met de rubberen uitlaatklep naar
beneden gericht – in een positie tussen ongeveer 5:00
tot 7:00 uur, gezien vanaf het uiteinde.
2
3
3. Rubberen uitlaatklep
40
1
Figuur 52
1. Voorfilter
6. Maak de sluitingen vast.
Motorolie en filter
Ververs de olie en vervang het filter na de eerste
50 bedrijfsuren; daarna moet u om de 150 bedrijfsuren de
olie verversen en het oliefilter vervangen.
1. Verwijder een van de aftappluggen en laat de olie in een
opvangbak lopen. Als er geen olie meer naar buiten
stroomt, plaatst u de aftapplug terug.
1
Figuur 53
1. Aftapplug motorolie