Inhoudsopgave
Advertenties
D11 - AANDRAAIING VAN DE SCHROEVEN VAN DE DRAAIKRANS VAN DE BOVENWAGEN
- De aandraaiing van de schroeven moet op zijn laatst na 50 werkuren gecontroleerd worden.
Daarna moet deze controle om de 500 werkuren uitgevoerd worden.
- Het aandraaikoppel van de schroeven bedraagt 27 daN.m ± 10 %.
- 1 daN = 1 Kg.
D12 - REMMEN
- Het remsysteem controleren door de spoel 1 los te halen (Fig. D12/1 en D12/2) van het
hydraulische blok in het chassis (om bij het blok te kunnen komen, moet men de carter aan de
rechter zijde van het chassis verwijderen) en een overbrengingsbeweging uitvoeren.
De hoogwerker mag niet vooruitbewegen.
- Na de test, de spoel weer aansluiten.
D13 - RIEM ALTERNATOR / VENTILATOR / KRUKAS
- De kap aan de linkerzijde openen.
- De schroeven 1 twee tot drie slagen losdraaien (fig. D13/1).
- De alternator in zijn geheel laten draaien zodat de riem los kan komen, dan deze riem
vervangen door een nieuwe riem (zie: 3 - ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN).
- De spanning tussen de riemschijven van de krukas en de dynamo regelen.
- Als men er met de duim op drukt (98 N), moet de spanning liggen tussen 7 en 9 mm
(nr. A-Fig. D13/2)
- De schroeven 1 aandraaien (Fig. D13/1).
Bij het vervangen van de riem van de alternator, de spanning opnieuw controleren na de eerste
20 bedrijfsuren.
CONTROLEREN
CONTROLEREN
VERVANGEN
3-32
www.duma-rent.com
D12/1
1
D12/2
1
D13/1
1
1
D13/2
A
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
