HELLINGSHOEK SENSOR
Voor deze handeling, moeten de armen uitgeschoven worden.
- De hoogwerker in een hellinghoek zetten die groter is dan de toegestane hellinghoek.
> Resultaat dat men moet krijgen: de bewegingen om de telescoop uit te schuiven en de armen
omhoog te zetten, moeten geblokkeerd zijn. Het controlelampje van de hellinghoek moet
branden in de mand, de zoemer gaat met tussenpozen aan in de mand.
SONDE OVERBELASTING
Voor deze handelingen moeten de armen in de transportstand gezet worden.
- In de mand een gewicht plaatsen dat groter is dan het aangegeven gewicht.
> Resultaat: de bewegingen om de telescoop uit te schuiven en de armen omhoog te zetten,
moeten geblokkeerd zijn. Het controlelampje van de overbelasting moet branden in de mand,
de zoemer gaat continu af in de mand.
A3 - PEIL VAN DE OLIE VAN DE VERBRANDINGSMOTOR
De hoogwerker op een horizontaal stuk grond zetten, de verbrandingsmotor gestopt en
wachten tot de olie is teruggelopen naar de carter.
- De kap aan de linkerzijde openen.
- De peilstok 1 eruit halen (Fig. A3).
- De peilstok afvegen en het peil controleren tussen de twee bovenste inkepingen. Nr. A (Fig. A3).
- Indien nodig olie bijvullen (zie hoofdstuk: SMEERMIDDELEN) via de vulopening 2 (Fig. A3).
A4 - PEIL VAN DE KOELVLOEISTOF
De hoogwerker op een horizontaal stuk grond zetten met de verbrandingsmotor uit en wachten
tot de motor is afgekoeld.
- De kap aan de linkerzijde openen.
- De knop van de radiator nr. 1 weghalen (Fig. A4/1).
- Controleren of de koelvloeistof tegen de vulopening aan staat.
- De aftapkraan nr. 2 controleren (Fig. A4/2) deze kraan bevindt zich aan de zijkant van de
motorcarter.
Als men de dop van de radiator moet verwijderen, moet men de hieronder aangegeven
voorzorgsmaatregelen in acht nemen en de dop daarna veilig terug op zijn plaats aandraaien.
Gebruik zuiver en fris water plus een vriesmiddel in gel vorm om de hulp tank te vullen.
In geval van water lekkage, uw dealer raadplegen.
Ervoor zorgen dat er geen modderachtig water of zeewater in de radiator terecht kan komen.
De hulp tank niet afvullen met koelvloeistof boven het merkteken "FULL" (vol).
De dop stevig terug op zijn plaats brengen. Als de dop loszit of niet naar behoren gesloten is,
kan er water uit stromen en kan de motor oververhit raken.
De dop van de radiator niet verwijderen als de motor warm is. Dan de dop iets losdraaien
zodat er een weinig druk kan ontsnappen en hem daarna pas helemaal open draaien. In geval
van oververhitting, kan er stoom ontsnappen uit de radiator of de hulptank, wat ernstige
brandwonden zou kunnen veroorzaken. Dit kan leiden tot ernstige brandwonden.
A5 - BRANDSTOFPEIL
Ervoor zorgen dat, voor zover mogelijk, de brandstoftank altijd vol is om de door de
weersomstandigheden veroorzaakte condensatie zoveel mogelijk te beperken.
- De dop 1 verwijderen (Fig. A5).
- De tank vullen met schone gasolie gefilterd via een zuigkorf of een schone en niet-pluizige
doek via de vulopening.
Nooit roken of een vlam in de buurt brengen tijdens het vullen of als de tank open is. Nooit
tanken of bijtanken als de motor draait.
De ontgassing van de brandstof tank komt tot stand via de vuldop. In geval van vervanging van deze
dop, altijd een oorspronkelijke dop gebruiken met een ontgas opening.
CONTROLEREN
CONTROLEREN
CONTROLEREN
3-13
www.duma-rent.com
A3
1
2
A
A4/1
1
A4/2
2
A5
1