VERVANGEN
Bij gebruik in een stoffige omgeving zijn er voorfilter elementen beschikbaar
(
FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN). De periodiciteit van de controle- en
schoonmaakbeurten moet in dit geval aangepast worden (250 uur in uiterst stoffige
omgevingen met voorfiltrering).
De vulling moet worden vervangen op een schone plaats, de verbrandingsmotor moet uit zijn. De heftruck nooit en te
nimmer gebruiken als de vulling gedemonteerd of beschadigd is.
- De motorkap openen.
- De grendels en het deksel 1 verwijderen.
- De vulling 2 heel voorzichtig verwijderen om te voorkomen dat er stof uit kan
ontsnappen.
- De veiligheidsvulling op zijn plaats laten zitten.
- De volgende delen zorgvuldig schoonmaken met een vochtige, schone en niet pluizerige doek.
• Binnenzijde filter en deksel.
• Binnenzijde slang bij de ingang van de filter.
• De draagvlakken van de afdichting in de filter en op het deksel.
- De goede staat en de bevestiging van de aansluitingsbuizen op de verbrandingsmotor controleren evenals de aansluiting
en de goede staat van de verstoppingsverklikker op de filter.
- Controleer vóór het monteren de staat van de nieuwe filterpatroon ( FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN).
- De patroon in de as van de filter steken en deze aan de rand en niet in het midden aandrukken.
- Het deksel opnieuw monteren met de klep naar beneden.
VERVANGEN
Deze handelingen moeten uitgevoerd worden zo dikwijls als noodzakelijk en in ieder
geval om de 2 jaar als de winter in aantocht is. De heftruck op een horizontaal stuk
grond zetten, de motor uitzetten, motor moet koud zijn.
De verbrandingsmotor bevat geen corrosiewerende elementen en moet het hele jaar door gevuld worden met een
mengsel dat minimaal 25 % antivries op basis van ethyleenglycol bevat.
AFTAPPEN VAN DE VLOEISTOF
- De motorkap openen.
- De zijkap demonteren.
- Hef de vergrendeling 1 op.
- Pivoteer de radiateur.
- Vergrendel de accukap met de vergrendeling 2.
- Een bak plaatsen onder de aftapdop 3 en deze losdraaien.
- Plaats de vuldop 4 terug.
- Het koelsysteem volledig aftappen, controleren op de openingen niet verstopt raken.
- De staat van de radiatorslangen en de bevestigingen controleren en de slangen
zo nodig vervangen.
- Het systeem doorspoelen met schoon water en een schoonmaakmiddel gebruiken
indien nodig.
VULLEN VLOEISTOF
- Plaats de aftapplug 3 van de radiator terug en draai aan (aandraaikoppel 30 N.m).
- Vul het systeem langzaam met de koelvloeistof ( SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF)
via de vulopening 4.
- Controleer peilstok 5. Het oliepeil is correct als het ter hoogte van het rode punt staat.
- Plaats de vuldop 4 terug.
- De motor enkele minuten stationair laten draaien.
- Controleren op eventuele lekkage.
- Het peil controleren en zo nodig bijvullen.
Patroon droge luchtfilter
BELANGRIJK
BELANGRIJK
3 - 25
1
Koelvloeistof
2
4
1
5
2
3