CONTROLEREN
- Open het beschermingscarter 1 met de contactsleutel.
- Het peil reservoir 2 visueel controleren.
- Vul indien nodig bij met ruitenwasservloeistof ( SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF).
- Verwijder de dop 3.
- Ruitenwisservloeistof toevoegen langs vulopening.
- De dop weer op zijn plaats brengen.
REINIGEN
De buitenkant van de voorfilter zorgvuldig schoonmaken evenals zijn steun om te voorkomen dat stof in het systeem
- De motorkap openen.
- De zijkap demonteren.
- Hef de vergrendeling 1 op.
- Pivoteer de radiateur.
- Vergrendel de accukap met de vergrendeling 2.
- Sluit de brandstofkraan 3 in stand B.
- De buitenkant van de filter zorgvuldig schoonmaken evenals zijn steun om te
voorkomen dat stof in het systeem kan doordringen.
- De borgring 4 losdraaien, de bak 5 verwijderen en de binnenkant schoonmaken
met een kwast die in schone dieselolie is gedompeld.
- De filterpatroon verwijderen en onderdompelen in dieselolie om deze schoon te
maken.
- Het geheel opnieuw monteren.
Peil van de vloeistof voor de ruitenwasser
BELANGRIJK
kan binnendringen.
3 - 16
De voorfilter brandstof
1
3
2
1
2
B
3
4
A
5