11. Stel het vermogen in op 2000 mW. Gebruik het voetpedaal om de behandelingsstraal af te geven
en noteer de meting.
12. Bij gebruik van CW-apparaten zijn metingen die variëren tussen 80% en 120% van het
weergegeven vermogen, acceptabel. Bij gebruik van MicroPulse-apparaten zijn metingen
die variëren tussen 40% en 60% van het weergegeven vermogen, acceptabel (aangezien
de arbeidscyclus van de laser bij de MicroPulse met bovenstaande instellingen 50% is).
Als de metingen buiten deze aanvaardbare niveaus vallen, controleert u de stroommeter,
controleert u of de straal goed is geplaatst op het oppervlak voor de detector van de stroommeter,
en controleert u de metingen opnieuw met een ander Iridex-afgifteapparaat.
13. Als de metingen nog steeds buiten aanvaardbare niveaus vallen, neem dan contact op met uw
plaatselijke Iridex-vertegenwoordiger bij de technische ondersteuning.
14. Bewaar een ondertekend exemplaar van de tabelgegevens bij het dossier van uw apparaat als
naslag bij gebruik in de toekomst en voor onderhoud.
Blootstellingsduur (ms)
1000–3000
1000–3000
1000–3000
1000–3000
Gegevens voor meetapparatuur van vermogen: _____________
Model en serienummer meter: _____________
Vermogensmetingen met een MicroPulse
Blootstellingsduur
MicroPulse
(ms)
1000–3000
1000–3000
1000–3000
1000–3000
Gegevens voor meetapparatuur van vermogen: _____________
Model en serienummer meter: _____________
32 Gebruikershandleiding Iridex Cyclo G6
Vermogensmetingen met een CW-afgifteapparaat
Aangegeven vermogen
(mW)
200
500
1000
2000
Duur bij
Interval bij
MicroPulse
®
(ms)
(ms)
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
-lasersysteem
®
Gemeten vermogen
(mW)
Kalibratiedatum: _____________
Gekalibreerd door: _____________
-afgifteapparaat
®
Aangegeven
Gemeten
vermogen
vermogen
®
(mW)
200
500
1000
2000
Kalibratiedatum: _____________
Gekalibreerd door: _____________
Aanvaardbaar bereik
(mW)
160–240
400–600
800–1200
1600–2400
Aanvaardbaar
bereik (mW)
(mW)
80–120
200–300
400–600
800–1200
66294-NL Rev F