Februari 2014
Stap 3: Montage
3.1 Rechte lengte voor en na de meter
Om te zorgen dat de sensor onder uiteenlopende procesomstandigheden aan de
opgegeven nauwkeurigheid blijft voldoen, moet hij worden geïnstalleerd met ten
minste vijf rechte buisdiameters voor en ten minste twee rechte buisdiameters na
het elektrodevlak (zie
Afbeelding 3. Rechte buisdiameters voor en na de sensor
Stroom-
richting
Er zijn ook installaties met minder rechte pijplengten voor en na de sensor
mogelijk. Bij installaties met minder rechte pijplengten zal de meter soms niet
voldoen aan de absolute nauwkeurigheidsspecificaties. De gemelde
flowsnelheden zijn echter ook in dit geval nog steeds sterk reproduceerbaar.
3.2 Stroomrichting
De sensor moet gemonteerd worden met de pijl in de richting van de stroom. Zie
Afbeelding 4
Afbeelding 4. Pijl stroomrichting
Afbeelding 3
5 buisdiameters
.
).
2 buisdiameters
Snelstartgids
7