Februari 2014
Gereedmaken van de kabel
Verwijder bij het bewerken van alle draadaansluitingen alleen de isolatie die verwijderd
moet worden om de draad geheel onder de klemaansluiting te laten passen. Bewerk
de uiteinden van de spoelaandrijvings- en elektrodekabels zoals afgebeeld in
Afbeelding 18
bij zowel de spoelaandrijvings- als de signaalkabel. Niet-afgeschermde delen van de
geleider moeten geïsoleerd worden. Als er te veel isolatiemateriaal wordt verwijderd,
kan dat leiden tot ongewenste kortsluiting op de transmitterbehuizing of andere
draadaansluitingen. Als geleiders over langere afstanden niet zijn afgeschermd of de
kabelafscherming niet goed wordt aangesloten, kan dat het apparaat blootstellen aan
elektrische ruis, waardoor de gemeten waarden onstabiel worden.
Afbeelding 18. Kabeluiteinden
Spoel
Elektrode
WAARSCHUWING
Gevaar van elektrische schokken
Er bestaat gevaar van elektrische schokken tussen aansluitklem 1 en 2 (40 V) op de externe
aansluitkast.
Explosiegevaar
De elektrode wordt aan het procesmedium blootgesteld. Gebruik uitsluitend geschikte
transmitters en goedgekeurde installatiemethoden.
Gebruik bij een procestemperatuur van meer dan 140 °C (284 °F) een draad die geschikt is voor
125 °C (257 °F).
Afbeelding 19. Aanzichten externe aansluitkast
Zie voor complete bedradingsschema's voor de sensor installatietekening 08732-1504.
. Laat maximaal 2,54 cm (1 inch) onafgeschermde draad blootliggen
Component
Sensor
Snelstartgids
Combinatie
Transmitter
23