Snelstartgids
4.2 Flensbouten
Opmerking
Draai nooit de bouten aan één kant tegelijk vast. Haal beide kanten gelijktijdig aan. Bijvoorbeeld:
1. Voor meter handvast
2. Na meter handvast
3. Voor meter aanhalen
4. Na meter aanhalen
Dus niet eerst vóór de meter handvast en meteen aanhalen en vervolgens achter de meter
handvast en meteen aanhalen. Als u bij het aanhalen van de bouten niet afwisselt tussen beide
kanten, kan de bekleding beschadigd raken.
De aanbevolen momentwaarden voor elke maat sensor en elk type bekleding staan
Tabel 3
in
voor ASME B16.5-flenzen en in
fabrikant als de flensclassificatie van de sensor in de tabellen ontbreekt. Haal de
flensbouten vóór de sensor aan in de volgorde aangegeven in
van het aanbevolen aanhaalmoment. Herhaal deze procedure aan de kant achter de
sensor. Haal bij sensoren met meer of minder flensbouten de bouten aan in een
soortgelijke kruisgewijze volgorde. Herhaal deze aanhaalprocedure stapsgewijs met
achtereenvolgens 40%, 60%, 80% en 100% van de aanbevolen momentwaarde.
Als er lekkage optreedt bij de aanbevolen momentwaarde, kunnen de bouten in
stappen van 10% verder worden aangehaald totdat de verbindingen niet meer
lekken of totdat de gemeten momentwaarde de maximale aanhaalspecificatie
van de bouten bereikt. De bescherming van de bekleding in overweging
nemende komt de gebruiker vaak tot een ander aanhaalmoment waarbij het
lekken ophoudt, door de specifieke combinatie van flenzen, bouten, pakkingen
en het voeringsmateriaal van de sensor.
Controleer op lekkage bij de flenzen nadat u de bouten hebt aangehaald. Als u
niet de juiste aanhaalmethode gebruikt, kan dat tot ernstige schade leiden. De
verbindingen van een sensor moeten 24 uur na de eerste installatie nogmaals
worden aangehaald. Na verloop van tijd kan het bekledingsmateriaal van een
sensor vervormd raken door de druk.
Afbeelding 8. Aanhaalvolgorde flensbouten
10
Tabel 4
voor EN-flenzen. Raadpleeg de
8 bouten
Februari 2014
Afbeelding 8
tot 20%