Snelstartgids
MEDEDELING
Dit document bevat elementaire installatierichtlijnen voor het Rosemount® 8732EM revisie 4
magnetische flowmetersysteem. Voor volledige aanwijzingen met gedetailleerde informatie
over configuratie, diagnostiek, onderhoud, service, installatie en probleemoplossing wordt
u verwezen naar de naslaghandleiding van het Rosemount 8732EM revisie 4 magnetische
flowmetersysteem (documentnummer 00809-0100-4444). De handleiding en snelstartgids
zijn op www.rosemount.com ook in digitale vorm beschikbaar.
WAARSCHUWING
Als u deze installatierichtlijnen niet opvolgt, kan ernstig of dodelijk letsel het gevolg zijn:
De installatie- en onderhoudsinstructies zijn uitsluitend bestemd voor gebruik door
bevoegd personeel. Voer geen andere onderhoudswerkzaamheden uit dan die welke in de
gebruiksaanwijzing beschreven staan, tenzij u daartoe bevoegd bent.
Zorg dat de installatie veilig wordt verricht en gepast is voor de gebruiksomgeving.
Bij installatie in een explosiegevaarlijke atmosfeer [explosiegevaarlijke omgeving,
geclassificeerde zones of een 'Ex'-omgeving] moet worden verzekerd dat de certificering
en gebruikte installatietechnieken gepast zijn voor de omgeving in kwestie.
Sluit een Rosemount 8732EM-transmitter nooit aan op een sensor die niet van Rosemount
is en die zich in een explosiegevaarlijke atmosfeer bevindt.
Volg de nationale en plaatselijke normen en de normen van de fabriek voor goede aarding van
de transmitter en sensor. Het aardpunt moet gescheiden zijn van de procesreferentieaarde.
Rosemount magnetische flowmeters die met afwijkende lakopties of niet-metallische
labels zijn besteld, kunnen gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading. Voorkom
elektrostatische ontlading door de flowmeter nooit met een droge doek af te nemen of
met oplosmiddelen schoon te maken.
MEDEDELING
De sensorbekleding kan bij transport gemakkelijk beschadigd raken. Steek nooit iets door
de sensor heen om hem op te tillen of als hefboom te gebruiken. Door beschadiging van
de bekleding kan de sensor onbruikbaar worden.
Er mogen geen metalen pakkingen of pakkingen met spiraalvorm worden gebruikt, omdat die
het bekledingsoppervlak van de sensor zouden beschadigen. Als er spiraalgewikkelde of
metalen pakkingen vereist zijn voor de toepassing, moeten er bekledingsbeschermers worden
gebruikt. Als regelmatig verwijderen noodzakelijk is, moeten er voorzorgsmaatregelen
worden getroffen ter bescherming van de uiteinden van de bekleding. Vaak worden ter
bescherming korte passtukken aangebracht op de uiteinden van de sensor.
Correct aanhalen van de flensbouten is essentieel voor een goede werking en lange
levensduur van de sensor. Alle bouten moeten in de juiste volgorde worden aangehaald tot de
voorgeschreven momentwaarde. Als u deze aanwijzingen niet opvolgt, kan ernstige schade
aan de bekleding van de sensor ontstaan en moet de sensor misschien vervangen worden.
In situaties waar hoge spanning/sterke stroom aanwezig is vlak bij de meter moet worden
gezorgd voor goede beschermingsmethoden om zwerfspanning/-stroom door de meter
te voorkomen. Als de meter niet goed wordt beschermd, kan de transmitter beschadigd
raken en de meter defect raken.
Verbreek alle elektrische verbindingen van de sensor en de transmitter voordat u op de
buis last. Voor maximale bescherming van de sensor kunt u overwegen om deze van de
leiding te verwijderen.
Inhoudsopgave
Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 6
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 7
Installatie sensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 9
Aansluiting procesreferentie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 17
Bedrading van de transmitter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 19
Basisconfiguratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 29
Productcertificeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 33
2
Februari 2014