2.3 Voorzorgsmaatregelen tegen
beschadiging
– Beschadigde kookpotten of kookpotten met ruwe bodem
(niet geëmailleerd gietijzer) kunnen het glas beschadigen.
– De aanwezigheid van zand of andere schuurmaterialen
kunnen het glas beschadigen.
– Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op het glas vallen.
– Vermijd het stoten van kookpotten tegen de rand van het
glas.
– Verzeker u ervan dat de ventilatie van het apparaat verloopt
volgens de instructies van de fabrikant.
– Plaats of laat geen lege kookpotten op de kookplaat.
– Vermijd het contact van suiker, synthetische stoffen of
aluminiumfolie met de hete zones. Deze stoffen kunnen
tijdens het afkoelen het vitro keramische oppervlak doen
barsten of aantasten: schakel het apparaat uit en verwijder
ze onmiddellijk van de nog hete zones (opgepast: risico voor
brandwonden)
– Risico van brand! Geen voorwerpen op de kookplaat leggen.
– Plaats nooit een warme kookpot op de bedieningszone.
– Indien er onder het inbouwapparaat een lade is, zorg dan
voor een voldoende afstand (2 cm) tussen de inhoud van de
lade en de onderkant van het apparaat teneinde een goede
ventilatie te verzekeren.
– Leg geen ontvlambare voorwerpen (bijv. sprays) in de lade
onder de kookplaat. Eventuele bestekbakken dienen in
warmtebestendig materiaal te zijn uitgevoerd.
2.4 Voorzorgsmaatregelen bij defect van het
apparaat
– Bij het vaststellen van een defect, het apparaat uitzetten en
de elektrische toevoer uitschakelen.
– Schakel onmiddellijk de elektrische stroom van het apparaat
uit indien er een barst of spleet in het vitro-keramische glas is
en verwittig de dienst na verkoop.
– De herstellingen dienen enkel door gespecialiseerd personeel
te worden uitgevoerd. In geen geval het apparaat zelf openen.
WAARSCHUWING: Als het glazen kookoppervlak
gebroken is, schakel het toestel uit om een
mogelijke elektrische schok te voorkomen.
2.5 Andere voorzorgsmaatregelen
– Zorg ervoor dat de kookpot steeds in het midden van
de kookzone staat. De bodem van de kookpot moet de
kookzone zoveel mogelijk bedekken.
– Een magnetisch veld kan elektronische apparatuur
beïnvloeden. Personen die een pacemaker dragen doen er
goed aan eerst de verdeler of een arts te raadplegen.
– Gebruik geen synthetische of aluminium kookpannen: deze
kunnen op de nog hete zones smelten.
– Vuur nooit blussen met water. Schakel de kookzone uit.
Vlammen voorzichtig met een deksel, smoordeksel of iets
dergelijks verstikken.
Het gebruik van niet geschikte potten en pannen
of van verwijderbare accessoires om potten, niet
geschikt voor inductie, op te warmen, valt niet
onder de garantie voorwaarden. De fabrikant
kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor
beschadigingen aan de kookplaat en haar omgeving
die hiervan het gevolg kunnen zijn.
3 BESCHRIJVING VAN HET
APPARAAT
Het apparaat is een inductiekookplaat met geïntegreerde
werkblad afzuiging. De inductiekookplaat beschikt over 3 of 4
naast elkaar liggende kookzones met achteraan in de kookplaat
een geïntegreerde afzuigtoren die voor het verwijderen van de
kookdampen zorgt.
De kookplaat en afzuigkap kunnen afzonderlijk bediend
worden. Verderop in deze gebruiksaanwijzing vindt u de uitleg
van de bediening van het apparaat.
3.1 Principe van inductie
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Wanneer
deze in werking is, produceert ze een variabel elektromagnetisch
veld dat op zijn beurt inductiestroom produceert in de
magnetische bodem van de kookpot. Hierdoor verwarmt de
kookpot die op de kookzone staat.
Uiteraard zijn aangepaste kookpotten vereist:
– Aanbevolen zijn alle metalen kookpotten met magnetische
basis (eventueel met een magneet te controleren) zoals:
gietijzeren ketel, zwarte ijzeren pan, geëmailleerde metalen
kookpotten, in inox met magnetische bodem, ...
– Uitgesloten zijn alle kookpotten in koper, inox, aluminium,
glas, hout, keramiek, aardewerk, inox zonder magnetische
bodem...
De inductie kookzone houdt onmiddellijk rekening met de
afmeting van de gebruikte kookpot. Is de diameter te klein dan
werkt de kookpot niet. De diameter varieert in functie van de
diameter van de kookzone. Wanneer de kookpot niet aan de
kookplaat aangepast is, blijft het symbool
– 4 –
knipperen.