Deze indicatie geeft aan dat de recirculatiefilter geregenereerd
dient te worden.
Volg de reinigingsinstructies die beschreven staan in
de handleiding van de recirculatie box/filter.
Na het regenereren en het terugplaatsen van de recirculatiefilter,
dient u de reinigingsindicatie te resetten.
Reset: druk gedurende 3 seconden op de toets
7.3 I/O module connectie
Het apparaat kan optioneel uitgerust worden met de Input/
Output module n° 990036.
Indien de input module gebruikt wordt bij een "gesloten"
input situatie, dan zal de afzuigtoren naar de gewenste hoogte
bewegen maar start de aanzuiging niet.
De leds naast de reinigingsindicatie
Nadat de input situatie "open" komt kan de aanzuiging starten.
Deze situatie kan bijvoorbeeld gebruikt worden wanneer een
venstercontact nodig is bij de afvoer modus van de afzuigkap.
Indien de output van de module gebruikt wordt, zal het relais
zich sluiten op de aansluiting wanneer de afzuigtoren actief is.
De output blijft nog 5 minuten gesloten na het uitschakelen van
de afzuigtoren.
8 KOOKADVIES
Kwaliteit van de kookpannen/potten
Aangepaste kookpannen/potten: staal, geëmailleerd staal,
gietijzer, inox met magnetische bodem, aluminium met
magnetische bodem (±100mm min). Niet aangepaste
kookpotten: aluminium en inox zonder magnetische bodem,
koper, messing, keramiek, porselein. De fabrikanten vermelden
of hun producten geschikt zijn voor inductie.
Om u ervan te verzekeren of de kookpotten geschikt zijn:
– Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze op een
inductie kookzone ingesteld op
enkele seconden opwarmen.
– Houd een magneet tegen de bodem van de kookpot. De
magneet moet blijven plakken.
Sommige kookpotten zoemen wanneer ze op een inductie
kookzone geplaatst worden. Dit wil niet zeggen dat het apparaat
defect is en het beïnvloedt geenszins het functioneren. Dit
geluid neemt af wanneer u een andere vermogensstand instelt.
.
en
knipperen.
9
. Het water moet binnen
Til de pannen op als u ze wilt verplaatsen, zo
voorkomt u vlekken en krassen door wrijving.
– Bereid gerechten zo vaak mogelijk met een deksel op de pot.
Afmetingen van de kookpotten
De kookzones passen zich in zekere mate automatisch aan de
diameter van de kookpot aan. De bodem van deze kookpot
dient wel een minimum diameter te hebben in functie van
de diameter van de gekozen kookzone. Plaats de kookpot
goed in het midden van de kookzone teneinde een optimaal
rendement van uw kooktafel te verkrijgen. Indien de diameter
van de kookpot veel groter is dan de zone, zal dit geen optimaal
kookresutaat opleveren.
Het oppervlak van de kookpot die dan net boven de
inductiespoel staat genereert dan de warmte. De rest van het
oppervlak die niet boven de inductiespoel staat krijgt dan de
warmte door via de opbouwlagen van de kookpot.
Daarom wordt het aangeraden indien de kookpot veel groter is
dan de kookzone deze op een iets lager vermogenniveau op te
warmen zodat de warmte mooi verdeeld kan worden.
Voorbeelden van vermogensregeling
(de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend)
Smelten
Opwarmen
Opzwellen
Ontdooien
Stoom
Water
Zachtjes koken
Koken
Braden
Braden
Op kooktemperatuur
brengen
Koken
– 14 –
Toepassing
– Sauzen, boter,
chocolade, gelatine
– Kant- en klaargerechten
– Rijst, pudding en
bereidde gerechten
– Groenten, vis,
diepgevroren producten
– Groenten, vis, vlees
– Gekookte aardappelen,
soep, pasta
– Verse groenten
– Vlees, lever, eieren,
braadworsten
– Goulash, rollade, pens
– Aardappelen, beignets,
platte koeken
– Steaks, omeletten
– water
– Aan de kook brengen
van grote hoeveelheden
water
Display
1‐2
2‐3
3‐4
4‐5
6‐7
7‐8
9
P+