IEDERE
SOOO
KM:
Motor
1.
Element
smeerolief
llter
vernieu-
wen.
2,
Contactpu
nten
en
boug
ie-electro-
denafstand controleren.
3.
Verdeleras smeren (vetpot één
he-
le
slag (3ó0")
draa
ien
;
zonod
ig
opnieuw
vu
llen).
4.
ZeeÍ
van benzinepomp
reinigen.
Rembekrachtiger
Luchtfilter
in
cabine reinigen
en
in
remvloeistof
dompelen.
Afb.
22.
Rembekrachtigerfilter
IEDERE
16.000 KM:
Motor
1
.
Ventilatoras
smeren.
2.
Werking
van
de
ontsteking
con-
troleren.
3.
Afstelling carburator
controleren.
4.
Klepspeling controleren.
De
spe-
ling
(bij
warme motor)
bedraagt
0,20
mm
voor
de
inlaatkleppen
en
0,2
mm
voor
de
uitlaatkleppen.
5.
Bougies vernieuwen,
indien
nodig.
ó. Alle
bouten
en
moeren
va
n
mo-
tor en
accessoires
natrekken.
7
.
Motor
uitwendig
reinigen.
Stuurhuis
Bouten
aanhalen. Eventuele
speling
corrigeren.
Versnellingsbak
Olie
verversen.
Het
aftappen
kan
het
beste
gebeu
ren, nadat
de
wagen
en
i-
ge
tijd
gereden heeft.
De
olie
is
dan
warmer (dunner)
en
vloeit
gemakke-
lilker
weg.
Bevestig
ingsbouten
aa
nha
len.
Achteras
Olie
verversen
(zie
versnellingsbak).
Alle
bouten
en
moeren
aanhalen.
Oliepeil
in
schakelkastje
van
schakel-
as
controleren.
Verwijder
niveauplug
(aan voorzijde)
en
vu
I
zonodig
bij
met motorolie
sAE
10
w.
Voorwieluitlijning
De
controle
van de
wieluitlijning
dient
te
geschieden
aan
de
hand
van
de
volgende
gegevens:
Na
loop
Vlucht
Fuseepenhelling
Toespoor
Veren
.
20 30',
-+-
30',
1
0
-{-
30'
Bo
-{-
10'
1-3
mm
Bouten
van
veerophangingen
aan-
draaien
om
eventuele speling
tussen
de
ru
bber
bussen
op
te
heffen.
Moe-
ren van
veerstroppen
aantrekken.
Schokbrekers
Werking
schokbrekers
controleren
en
zo
nodig
bilstellen.
Aandrijfas
Flensbouten
van
kruiskoppelingen
en
ophangbouten
van
tussen
lager
aan-
ha
len.
Wiellagers
Speling
controleren.
Cabine
Bouten
en
moeren
aanhalen.
Koplampen
Afstelling controleren
(zie blz.
37).
Chassis
Geheel
reinigen.
43