Controleer tegelijkertijd
de
werking
van
de
bi-starter
en de
speling
op
de
gasklepas.
Afb.
n.
Carburator
De
stationnaire
afstelling dient
als
volgt
te
gesch ieden
:
1. Laat de
motor
op
temperatuur
komen.
2.
Draai
de
gasklepaanstagschroef
(2
in
afb.
12)
zover
in,
dat
de
motor
snel stationnair
draait.
Los
nu de
mengselregelschroef
(1)
totdat
de
motor
beg
int te
ga
lop-
peren
en
stel
hem
daarna
zover
terug dat de
motor
weer
normaa
I
loopt.
Draa
i
h
ierna
de
gasklepaa nslag-
schroef
linksom
totdat het
toeren-
tal
normaal stationnair
is.
5.
Mocht
de
motor
nu
weer
galoR-
peren,
dan
moet
de
mengselregel-
schroef
nog iets
ingedraaid
worden.
Opmerking:
Het
afstellen
van de
carburator
heelt
alleen zin
wanneer
de
ontsteking
en
speciaal
de
bougie-electrodena{stand
juist
ingesteld
zijn.
Luchtlilter
Het
luchtfilter dient periodiek
schoon-
gemaakt
te
worden (iedere
2000
kr).
Verwijder
de
oliepan
en
het
element.
Was deze
uit in
benzine, droog
beide
met
samengeperste
lucht
en
vu
I
de
pan
tot het
aangegeven
merkteken
(tussen
de
pijlen). Dompel
het
ele-
ment
in
de
olie,
plaats
het in
de
olie-
pa
n
en
monteer deze
weer.
3.
4.
Af
b.
13.
Luchtf
ilter
KOELSYSTEEM
Het
is van het
grootste belang,
het
maximale koeleffect van
,
het
koel-
systeem
te
behouden.
Spoel
daarom
motor
en
radiator twee
maa
I
per
jaar
door
(zie blz,
22),
Den
\i "r.
tevens
28
aan,
dat ook
de
luchtstroom
door
de
radiator verstopt
kan zijn in
geval
van
oververhitting. Blaas
dan
de
radiator
vanaf
de
motorzijde
door
met
pers-
lucht.