Oliepeil controle bij het maaielement
• Het oliepeil kan, onder normale omstandigheden, jaarlijks bij-gevuld
worden.
AANWIJZING:
- Oliepeilcontrole uitvoeren als de olie op bedrijfstemperatuur is.
De olie is in koude toestand te weinig vloeibaar. Er blijft te veel olie aan de
tandwielen kleven, het meetresultaat zou dan verkeerd zijn.
1. Maaielement aan een kant heffen (X1) en ondersteunen.
NOVACAT 266 F: X1 = 22,5 cm
NOVACAT 356 F: X1 = 22,5 cm
NOVACAT 306 F: X1 = 38 cm
• De kant waar zich de olievulschroef bevindt, blijft op de bodem.
• Het maaielement aan de andere kant X1 heffen en met juiste hulpstukken
ondersteunen.
2. Maaielement in deze stand ca. 15 minuten laten staan.
• Deze tijd is nodig, zodat alle olie onderin het maaielement zakt.
NOVACAT 266 F
NOVACAT 356 F
0700-NL WARTUNG_375
3. Olievulschroef (63) uitnemen.
Aan de boring van deze vulschroef wordt het oliepeil
gemeten.
Attentie!
- De balk rechtop zetten
- Olieniveauplug (63) er uit nemen en olie bijvullen.
4. Oliepeil controleren
NOVACAT 266 F / 356 F:
Het oliepeil is korrekt als de olie tot aan de vulschroef
(63) (OLIEPEIL) komt.
NOVACAT 306 F:
de afstand tot het olieniveau meten.
Het oliepeil is correct, als de afstand 12 mm
bedraagt.
• Teveel olie leidt tijdens het werk tot
• Te weinig olie brengt de benodigde smering
NOVACAT 306 F
1) De vulschroef (63) is gelijktijdig de niveauplug (OLIEPEIL)
- 34 -
ONDERHOUD
OLIEPEIL
oververhitting van het maaielement.
in gevaar.
NL