1. Snijhoogte verstellen door de topstang af te
stellen (maaischijven in een hoek van maximaal
5°).
2. Om te maaien wordt de aftakas buiten het
te maaien gewas ingeschakeld en wordt de
machine langzaam op toeren gebracht.
Door een gelijkmatig verhogen van het aandrijftoerental
worden systeembepaalde bijgeluiden in de
vrijloopkoppeling vermeden.
- De rijsnelheid wordt mede bepaald door gewas- en
terreinomstandigheden.
Afstelling:
- Aanbouwraam moet horizontaal zijn (15).
- De hefstangen begrenzen om zijdelingse speling te
voorkomen.
Aanrijbeveiliging
Bij het maaien rond bomen, afrasteringen e.d. kan
het ondanks de nodige voorzichtigheid tijdens het
werken toch tot een aanraking met het objekt komen.
Om daarbij beschadigingen te voorkomen is er een
aanrijbeveiliging in de machine gebouwd.
Attentie!
Het doel van deze aanrijbeveiliging is niet om
bij volle snelheid schade aan de machine te
voorkomen.
Werking van de hydraulische aanrijbeveiliging
Bij het raken van een hindernis, kan het element zo
ver naar achteren zwenken dat het meestal aan de
hindernis voorbij gaat.
Aansluitend kan het element hydraulisch in de
werkstand worden teruggezwenkt.
Daarvoor het dubbelwerkende ventiel bedienen
0700-NL EINSATZ_384
Werken
15
- 14 -
GEBRUIK
NL