Diagnose-functie
Controle van de boordcomputer op
- Bedrijfsspanning
- Sensor-netspanning
- Kortsluiting na massa of 12 V
- Kabelbreuk
- Overbelasting
Schakeluitgangen (voorbeeld: Y1 = wegventiel heffen)
Bij foutmelding wordt:
- het alarmschermpje opgelicht en een alarmsignaal is
hoorbaar.
- het betreffende symbool en de fout weergegeven.
Een fout moet met de toets 'ESC' worden
bevestigd
De diagnosefunctie kan voor ieder kanaal
afzonderlijk met de toets 'minus' tot de volgende
systeemstart worden uitgeschakeld.
Aanwijzing!
Bij een foutmelding kan met behulp van
de noodbediening (zie hoofdstuk 'Elektro-
hydrauliek') iedere gewenste functie
manueel tot stand worden gebracht.
Sensor-ingangen (voorbeeld: sensor-netspanning <
10V)
Aanwijzing!
De alarmen voor de spanningsvoorziening
kunnen niet worden uitgeschakeld.
0900_NL-Power-Control_3841
POWER CONTROL – BEDIENING
- 20 -
NL