Inhoudsopgave
Advertenties
Oliepeilcontrole bij de maaibalk
• De oliehoeveelheid moet, onder normale
omstandigheden, jaarlijks bijgevuld worden.
1. Maaibalk aan één kant heffen (X1) en
ondersteunen.
X1 = afstand van de bodem tot de maaibalkbovenzijde
NOVACAT S10: X1 = 235 mm
NOVACAT S12: X1 = 205 mm
• De kant waar zich de olievulschroef bevindt, blijft op
de bodem.
• De maaibalk aan de andere kant (X1) heffen en met
passende hulpmiddelen ondersteunen.
2. Maaibalk in deze positie ca. 15 minuten laten
staan.
• Deze tijd is nodig, zodat alle olie onder in de maaibalk
zakt.
3. Olievulplug (63) uitnemen.
Aan de boring van deze vulschroef wordt het oliepeil
gemeten.
Belangrijk!
De maaibalk moet zich daarbij exact in de horizontale
positie bevinden.
1600-NL WARTUNG_3834
- Vulschroef (63) eruit draaien en olie 'SAE90' tot aan de
4. Oliepeil controleren
Het oliepeil is correct als de olie tot aan de vulschroef
(OIL LEVEL) komt.
63
OIL LEVEL
- Olie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren.
TD 17-99-13
TD 17-99-13
- Olie verversen op zijn laatst na 100 hectare.
Hoeveelheid olie: 2,3 liter SAE 90
1
De vulschroef (63) is tegelijkertijd ook de niveauplug (OIL LEVEL)
ONDERHOUD EN REPARATIE
niveauschroef
bijvullen.
1)
OIL LEVEL
TD17/99/10
Olie verversen hoofdtransmissie
De oliehoeveelheid moet, onder normale omstandig-
heden, jaarlijks bijgevuld worden (OIL LEVEL).
63
OLIE-
PEIL
62
- 22 -
NL
Aanwijzingen
• Teveel olie leidt
tijdens de werk-
1)
zaamheden tot
oververhitting van
de maaibalk.
• Te weinig olie
brengt de beno-
digde smering in
gevaar.
530-13-10
Advertenties
Inhoudsopgave
