verzameld, tegen storingssignalen. Om zeker te zijn dat de ABR van de baby alleen uit
responsen op de klikgeluidjes van de screener bestaat, luisteren kleine microfoontjes in de
akoestische transducers naar geluid onder de oortelefoontjes, tussen de klikgeluidjes door.
Als een geluid te luid is, activeert de screener het systeem voor het verwerpen van
omgevingsgeluid. De screener staakt het verzamelen van gegevens tot het geluid stopt. Het
systeem voor de verwerping van myogene ruis zorgt ervoor dat elektrische
storingssignalen (niet-eeg) uit de verzamelde babyresponsen worden gefilterd. De ALGO 3i
screener detecteert myogene ruis (spieractiviteit) en elektrische storing en elimineert
aangetaste sweeps.
Storing uit de omgeving
De ALGO 3i screener heeft een relatief hoge tolerantie voor achtergrondgeluid en presteert
goed op een typische zaal voor baby's. Als het geluid in de screeningomgeving echter
overdadig is (aanhoudend geluid boven 90%), doet zich het volgende voor:
Omgeving controleren
De bron van het omgevingsgeluid is meestal duidelijk. Wacht totdat het geluid ophoudt of
leg de baby uit de buurt van huilende baby's.
Baby controleren
Controleer of de transducerkabel juist op de Natus oortelefoontjes is vastgeklikt.
Controleer of u Natus oortelefoontjes gebruikt en of zij een afsluiting rond de oortjes van de
baby vormen. Natus aanvaardt geen aansprakelijkheid voor gemelde problemen of
screeningresultaten die zich voordoen bij gebruik van niet door Natus vervaardigde
benodigdheden.
Ga als volgt te werk als de Natus oortelefoontjes niet aan de baby bevestigd blijven:
®
64
ALGO
3i Gehoorscreener voor neonaten Gebruikershandleiding onderdeelnr. 051175 rev. D
De screening verloopt langzamer naarmate de ALGO 3i screener gegevens verwerpt die
door het geluid zijn aangetast.
Naarmate het niveau van het omgevingsgeluid toeneemt wordt de corresponderende
indicatorbalk voller.
Als het omgevingsgeluid een bepaald niveau bereikt, verschijnt een foutbericht
'Overmatig omgevingsgeluid' en stopt de screening.
Gebruik de oortelefoontjes niet opnieuw.
Verwijder de oortelefoontjes als de baby eraan trekt of ze loswrikt. Wikkel de baby in,
streel of wieg hem totdat hij kalmeert en plaats de oortelefoontjes terug.
Probeer de screening in meerdere stappen te verrichten.
IX. Verhelpen van problemen