1. Plaats de machine op een horizontaal vlak en stel de
parkeerrem in werking.
2. Reinig de omgeving van de vulbuis en de dop van de
hydraulische tank (Fig. 51).
3. Verwijder de dop van de vulbuis. Kijk in de vulbuis
om te controleren of er nog vloeistof in het reservoir is
(Fig. 51).
4. Als het reservoir leeg is, moet u dit vullen met
vloeistof totdat het peil de koud markering op de
keerplaat bereikt.
5. Laat de machine 15 minuten op een laag stationair
toerental lopen om lucht uit het systeem te verwijderen
en de vloeistof op te warmen. Zie Starten en stoppen
van de motor, blz. 24.
6. Controleer nogmaals het peil als de vloeistof warm is.
De vloeistof moet tussen koud en heet staan.
7. Indien nodig moet u de hydraulische tank bijvullen
met vloeistof.
Opmerking: Het vloeistofpeil moet aan de bovenkant van
de heet markering op de keerplaat staan als de vloeistof
warm is (Fig. 51).
8. Plaats de dop op de vulbuis.
1
2
4
Figuur 51
1. Dop
2. Keerplaat
3
m–5615
3. Peil koude vloeistof – Vol
4. Peil warme vloeistof – Vol
43
Waarschuwing
Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan
door de huid heen dringen en letsel veroorzaken.
Hydraulische vloeistof die per ongeluk in de
huid is geïnjecteerd, moet binnen enkele uren
operatief worden verwijderd door een arts die
bekend is met dit type verwondingen. Anders
kan gangreen ontstaan.
Houd lichaam en handen uit de buurt van
kleine lekgaten of spuitmonden waaruit onder
hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt.
U kunt lekken in het hydraulische systeem
opsporen met behulp van karton of papier.
Hef alle druk in het hydraulische systeem op
veilige wijze op, voordat u werkzaamheden
gaat verrichten aan het hydraulische systeem.
Controleer of alle hydraulische slangen en
leidingen in goede staat verkeren en alle
hydraulische aansluitingen en verbindings-
stukken stevig vastzitten voordat u druk zet op
het hydraulische systeem.
Hydraulisch filter vervangen
Vervang het hydraulisch filter:
Na de eerste 8 bedrijfsuren.
Om de 200 bedrijfsuren.
Gebruik een zomerfilter bij temperaturen boven 0 C
Gebruik een winterfilter bij temperaturen beneden 0 C
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht
totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
Belangrijk
Gebruik ter vervanging geen filter voor
motorolie omdat dit ernstige schade aan het hydraulische
systeem kan veroorzaken.
3. Plaats een opvangbak onder het filter. Verwijder het
oude filter en veeg de pakking van het filtertussenstuk
schoon (Fig. 52).
Figuur 52
1. Hydraulische filter
1
M–4763