2
1
Figuur 38
1. Oliepeilstok
2. Vulbuis
Motorolie verversen
1. Start de motor en laat deze vijf minuten lopen. Warme
olie kan beter worden afgetapt.
2. Parkeer de machine zo dat de aftapkant iets lager staat
dan de andere kant zodat alle olie kan weglopen.
Schakel vervolgens de aftakas uit, stel de parkeerrem
in werking en draai het contactsleuteltje op Uit.
Verwijder het contactsleuteltje.
3. Plaats een opvangbak onder de aftapplug. Gebruik een
platte-kopschroevendraaier , een 3/8 inch sleutel of een
10 mm sleutel om de klep te openen (Fig. 39).
4. Draai het uiteinde van de klep rechtsom om de klep te
sluiten. Draai het uiteinde van de klep linksom om de
klep te openen (Fig. 39).
5. Als alle olie is weggelopen, draait u de aftapplug dicht
(Fig. 39).
Opmerking: De oude olie afgeven bij een erkend
inzamelcentrum.
Figuur 39
1. Olieaftapplug
3
m–4291
3. Uiteinde van peilstok
1
m–4674
37
6. Giet ca. 80% van de gespecificeerde hoeveelheid olie
langzaam in de vulbuis (Fig. 38). Zie Motoroliepeil
controleren, blz. 36.
7. Controleer het oliepeil; zie Oliepeil van de motor
controleren, blz. 36.
8. Giet langzaam olie bij tot dat het oliepeil de
Vol-markering bereikt.
Motoroliefilter vervangen
Vervang het oliefilter om de 200 bedrijfsuren of om de
olieverversingsbeurt.
Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de machine
wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige
omstandigheden.
1. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen, blz. 37.
2. Verwijder het oude filter (Fig. 40).
3. Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen
pakking van het nieuwe filter (Fig. 40).
1
Figuur 40
1. Oliefilter
4. Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk. Draai
het oliefilter rechtsom totdat de rubberen pakking
contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter
vervolgens nog eens 3/4 slag (Fig. 40).
5. Vul het carter met het juiste type nieuwe olie; zie
Motorolie verversen, blz. 37.
2
M–4288
2. Tussenstuk