7.2.3 Pomp, elektrische voeding
Wordt de pomp zonder HMI gebruikt, moet de meegeleverde afsluitkap op
de CAN-bus boven de LED's van de pompvoet worden geplaatst.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor kortsluiting
Dringt vloeistof in de CAN-bus, kan dit bijvoorbeeld een
kortsluiting in de pomp veroorzaken.
–
Daarom op de CAN-bus altijd een CAN-connector of
de meegeleverde afsluitkap plaatsen.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor storingen
Verkeerde aansturing via de CAN-bus leidt tot storingen.
–
Bij bedrijf met een aangesloten HMI mogen geen
andere besturingseenheden (bijv. DXCa) op de
CAN-bus worden aangesloten.
WAARSCHUWING!
Gevaar van elektrische schok
Deze pomp is uitgerust met een massakabel en een
stekker met randaarde.
–
Om het gevaar van een elektrische schok zo klein
mogelijk te houden, moet worden gecontroleerd of
de pomp op slechts één stopcontact met naar
behoren aangesloten randaarde is aangesloten.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schok
De pomp en de eventueel aanwezige extra elektrische
inrichtingen moeten bij een elektrische schok snel van
het stroomnet kunnen worden losgekoppeld.
–
Installeer een noodstopschakelaar in de voedings‐
kabel van de pomp en de eventueel aanwezige
extra elektrische inrichtingen of
–
Neem de pomp en de eventueel aanwezige extra
elektrische inrichtingen op in het beveiligingsbeleid
van de installatie en breng het personeel op de
hoogte van de mogelijkheid tot stroomonderbreking.
WAARSCHUWING!
Kan de HMI niet direct bij de pomp worden bediend
(vooral bij uitvoeringen met meer dan 2 m kabellengte),
voor noodgevallen een mogelijkheid voorzien voor net‐
scheiding van de pomp. Deze mogelijkheid duidelijk toe‐
wijzen aan de pomp en markeren.
WAARSCHUWING!
Bij de pomp kan een aan-/uitschakelaar ontbreken,
afhankelijk van de identcode en de installatie.
Installeren
41