Veldnr.
Symbool
4
Profi
bus
5
MANUAL
5
CONTACT
5
CHARGE
5
ANALOG
9
9
9
9
m m
9
0..20
0..20
9
4..20
4..20
9
9
9
10
10
Overzicht van apparaat en besturingselementen
Naam
Betekenis
PROFIBUS
®
De optie "PROFIBUS
"Manual"
Bedrijfsmodus
"Contact"
Bedrijfsmodus
"Charge"
Bedrijfsmodus
"Analog"
Bedrijfsmodus
Fout
Er is een storing opgetreden.
Slaglengtewijziging
Afwijking van de slaglengte ten opzicht van de waarde
die was ingesteld op het tijdstip van de laatste vergrende‐
ling van het Instelmenu.
Debietbewaking
Er is een debietbewaking aangesloten.
Geheugen
De pomp is in bedrijfsmodus
aanvullende functie "Geheugen" is ingeschakeld.
0 - 20 mA
De pomp is in bedrijfsmodus
type
4 - 20 mA
De pomp is in bedrijfsmodus
type
Lineair
De pomp is in bedrijfsmodus
Het verwerkingstype
Bovenste zijband
De pomp is in bedrijfsmodus
Het verwerkingstype
ingeschakeld.
Onderste zijband
De pomp is in bedrijfsmodus
type
Continuweergave
Op het LCD-scherm wordt een Continuweergave weer‐
gegeven.
Sleutel
Vergrendeling (wanneer een wachtwoord werd inge‐
steld).
Zie het hoofdstuk "Functiestoringen verhelpen" voor de
indicatoren die bij fouten worden weergegeven.
®
" is ingeschakeld.
"Manual"
"Contact"
"Charge"
"Analog"
"Contact" of "Charge" . De
"Analog" . Het verwerkings‐
"0 - 20" is ingeschakeld.
"Analog" . Het verwerkings‐
"4 - 20" is ingeschakeld.
"Analog" .
"Curve" - "lineair" is ingeschakeld.
"Analog" .
"Curve" - "bovenste zijband" is
"Analog" . Het verwerkings‐
"Curve" - "onderste zijband" is ingeschakeld.
17