andere informatie op een etiket aan
de binnenzijde van de tankvulklep
heeft altijd prioriteit.
Brandstoftoevoeging
Brandstof moet reinigende additieven
bevatten die voorkomen dat de motor
en het brandstofsysteem aankoeken.
Met schone verstuivers en inlaatklep‐
pen werkt de emissieregeling goed.
In sommige landen bevat de brand‐
stof onvoldoende hoeveelheden
toevoegingen om de verstuivers en
de inlaatkleppen schoon te houden.
In dergelijke landen is voor bepaalde
motoren een brandstoftoevoeging
vereist ter compensatie van het
gebrek aan reinigende dope. Gebruik
alleen brandstoftoevoegingen die zijn
goedgekeurd voor de auto.
Het toevoegen van brandstoftoevoe‐
gingen aan een gevulde brandstof‐
tank is minstens iedere 15.000 km
vereist of na één jaar (afhankelijk van
wat het eerst wordt bereikt). Neem
contact op met uw werkplaats voor
meer informatie.
Niet-toegestane brandstoffen
In sommige steden zijn brandstoffen
met oxygenaten zoals ethers en etha‐
nol en brandstof van vernieuwde
samenstelling verkrijgbaar. Als deze
brandstoffen voldoen aan de boven‐
genoemde specificatie, kunnen ze
worden gebruikt. Echter, E85 (85%
ethanol) en andere brandstoffen met
meer dan 15% ethanol mogen alleen
worden gebruikt in FlexFuel-model‐
len.
Voorzichtig
Gebruik geen brandstof die
methanol bevat. Deze kan corro‐
sie op metalen onderdelen in het
brandstofsysteem en ook schade
aan kunststof en rubberen onder‐
delen veroorzaken. Deze schade
wordt niet gedekt door de garantie
op de auto.
Sommige brandstoffen, in het bijzon‐
der brandstoffen met een hoog
octaangetal, kunnen een octaanver‐
hogend additief met de naam methyl‐
cyclopentadienylmangaantricarbonyl
Rijden en bediening
(MMT) bevatten. Gebruik geen
brandstof of brandstofadditieven met
MMT omdat daardoor mogelijk de
bougies minder lang meegaan en de
emissieregeling minder goed werkt.
De storingsindicatielamp Z licht
mogelijk op 3 110. Roep als dit
gebeurt de hulp van een werkplaats
in.
Brandstof voor
dieselmotoren
Gebruik alleen dieselbrandstof die
voldoet aan EN 590 en die een
zwavelgehalte van max. 10 ppm
heeft.
Er mogen brandstoffen met max. 7%
biodiesel (conform EN 14214)
worden gebruikt (bijv. met de
naam B7).
221