Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opel Astra 2020 Gebruikershandleiding pagina 189

Inhoudsopgave

Advertenties

Snelheid verhogen of verlagen
De ingestelde snelheid kan worden
gewijzigd door het stelwiel naar
RES/+ te verplaatsen om de snelheid
te verhogen of naar SET/- om de snel‐
heid te verlagen. Duw het stelwiel
herhaalde malen kort in een bepaalde
stand om de snelheid in kleine stapjes
te wijzigen of houd het stelwiel in een
bepaalde stand vast om de snelheid
in grote stappen te wijzigen.
Opgeslagen snelheid hervatten
Als het systeem weliswaar ingescha‐
keld maar inactief is en er eerder een
snelheid was opgeslagen, draai het
stelwiel dan naar RES/+ bij een snel‐
heid hoger dan 5 km/u (bij een auto‐
matische versnellingsbak) of hoger
dan 30 km/u (bij een handgescha‐
kelde versnellingsbak) om de opge‐
slagen snelheid te hervatten.
Adaptieve cruisecontrol met
volledig snelheidsbereik bij auto's
met een automatische
versnellingsbak
Bij de adaptieve cruisecontrol met
volledig snelheidsbereik wordt een
volgafstand achter een gedetec‐
teerde voorligger aangehouden en
zal uw auto afremmen totdat het stil‐
staat achter dit voertuig.
Wanneer de voorligger na een korte
stop optrekt, laat de adaptieve crui‐
secontrol de auto zonder tussen‐
komst van de bestuurder automatisch
wegrijden. Druk indien nodig op
RES/+ of trap het gaspedaal in om de
adaptieve cruisecontrol weer te laten
werken. Door intrappen van het
gaspedaal hebt u meer controle over
het accelereren na het wegrijden. Let
erop dat tijdens gebruik van het
gaspedaal de automatische remfunc‐
tie niet werkt.
Als de stilstaande voorligger langere
tijd heeft gestopt en weer begint te
rijden, zal het groene controlelampje
Voorligger gedetecteerd A knippe‐
Rijden en bediening
ren en klinkt er een geluidssignaal als
herinnering om het verkeer te contro‐
leren voordat u wegrijdt.
9 Waarschuwing
Wanneer de adaptieve cruise
control met volledig snelheidsbe‐
reik wordt gedeactiveerd of gean‐
nuleerd, zorgt het systeem er niet
langer voor dat de auto stil blijft
staan, waardoor de auto kan gaan
rijden. Wees er altijd op voorbereid
dat u zelf het rempedaal moet
intrappen om ervoor te zorgen dat
de auto stil blijft staan.
Verlaat de auto niet als deze tot
stilstand is gebracht door de adap‐
tieve cruise control met volledig
snelheidsbereik. Zet de keuze‐
hendel altijd in de parkeerstand P
en schakel het contact uit voordat
u de auto verlaat.
Afstand tot voorligger instellen
Als de adaptieve cruisecontrol een
voorligger met een lagere snelheid
constateert, zal deze de rijsnelheid
187

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave