148
Klimaatregeling
● Druk op A/C voor het inschakelen
van optimale koeling en ontwa‐
seming. De LED in de knop
brandt om activering aan te
geven.
● Stel de voorkeurtemperaturen
voor de bestuurders- en passa‐
gierskant voorin in met de linker
en rechter draaiknop. De aanbe‐
volen temperatuur is 22 °C.
U kunt de snelheidsregeling van de
aanjager in de automatische modus
veranderen in het menu Instellingen.
Persoonlijke instellingen 3 125.
Temperatuur selecteren
Stel de temperaturen in op de gewen‐
ste waarde. Met de knop aan de
passagierszijde verandert u de
temperatuur voor de passagiers‐
zijde.Met de knop aan de bestuur‐
derskant verandert u de temperatuur
voor de bestuurderskant of beide
kanten, afhankelijk van de activering
van de synchronisatie SYNC.
De geselecteerde temperatuur wordt
in het display van de knop aangege‐
ven.
Als de minimumtemperatuur Lo is
ingesteld, levert de klimaatregeling
maximale koeling, als de koeling
A/C wordt ingeschakeld.
Wanneer u de maximumtemperatuur
Hi instelt, zorgt het klimaatregelsys‐
teem voor een maximale verwarming.
Let op
Als A/C wordt ingeschakeld, kan
door het verlagen van de ingestelde
temperatuur de motor vanuit een
Autostop opnieuw worden gestart of
een Autostop worden belemmerd.
Stop/Start-systeem 3 161.
Temperatuursynchronisatie met
twee zones SYNC
Druk op SYNC om de temperatuur
aan passagierszijde te koppelen aan
die aan bestuurderszijde. De LED in
de knop brandt om activering aan te
geven.
Wanneer de instellingen voor de
passagierskant worden veranderd,
wordt de synchronisatie gedeacti‐
veerd en dooft de LED.