Bediening
Sensortoetsen
Het bedieningspaneel van de kookplaat
is voorzien van elektronische sensor-
toetsen. Deze reageren op vingercon-
tact. U kunt de kookzones bedienen
door met uw vinger de juiste toetsen
aan te tippen. De kookplaat reageert
daarop telkens met een akoestisch sig-
naal.
Bedien alleen de gewenste toetsen.
Druk daarbij van boven op het mid-
den van de toets. Houd het bedie-
ningspaneel altijd vrij en schoon, an-
ders reageren de toetsen niet of u
activeert onbedoeld functies. Ook
kan de kookplaat dan automatisch
worden uitgeschakeld (zie de
rubriek "Veiligheidsuitschakeling").
Zet nooit hete pannen op het bedie-
ningspaneel om beschadiging van
de elektronische onderdelen te voor-
komen.
20
Inschakelen
Om de kookzones te kunnen gebruiken,
moet u eerst de kookplaat inschakelen.
Houd toezicht op het apparaat als
het in gebruik is!
Kookplaat inschakelen
^ Druk op de Aan/Uit-toets s.
In de displays van alle kookzones ver-
schijnt een 0, in het
timer-/memory-display 00. Voert u daar-
na geen waarden in, dan wordt de
kookplaat om veiligheidsredenen na
enkele seconden weer uitgeschakeld.
Kookzone inschakelen
^ U schakelt een kookzone in door de
betreffende toets - of + aan te tippen.
Kies een vermogensstand tussen 1
en 12 of kies de warmhoudstand.
Als u daarbij met - begint, kiest u koken
met aankookautomaat. Als u met + be-
gint, kiest u koken zonder aan-
kookautomaat (zie de rubriek "Aankook-
automaat").
Wilt u nog een kookzone inschakelen,
waarvan de 0 al uit het display is ver-
dwenen, raak dan één keer kort de bij-
behorende toets - of + aan. De 0 ver-
schijnt en u kunt een vermogensstand
kiezen, met of zonder aankookauto-
maat.