Elektrische aansluiting
Scheidingssysteem
Het apparaat moet via een schakelaar
met alle polen van de netspanning
kunnen worden losgekoppeld. De con-
tactopening in uitgeschakelde toe-
stand moet ten minste 3 mm bedragen!
Geschikte schakelaars zijn
overbelastings- en aardlekschakelaars.
Spanningsvrij maken
Moet het apparaat spanningsvrij wor-
den gemaakt, ga dan, afhankelijk van
de situatie, als volgt te werk:
– Bij zekeringen:
Draai de zekering los en haal deze
uit de houder.
– Bij een zekeringsautomaat:
Druk op de testknop (rood) totdat
de middelste knop (zwart) eruit-
springt.
– Bij een inbouwzekeringsautomaat:
(zelfuitschakelaar, min. type B of C)
Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit).
– Bij een aardlekschakelaar:
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit) of druk op de testknop.
Zorg dat de netspanning niet per
ongeluk weer kan worden ingescha-
keld.
60
Aansluitkabel
Het apparaat moet met een kabel van
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) vol-
gens het aansluitschema worden aan-
gesloten. De kabel moet voldoende
doorsnede hebben.
Voor de aansluitmogelijkheden zie het
aansluitschema.
De van toepassing zijnde aansluitwaar-
den vindt u op het typeplaatje.
Aansluitkabel vervangen
Als de aansluitkabel moet worden ver-
vangen, mag hiervoor alleen een kabel
van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie)
worden gebruikt. Een geschikte aan-
sluitkabel is verkrijgbaar bij Miele.
De aansluitkabel mag uitsluitend door
een vakman worden vervangen. Deze
is precies op de hoogte van de lande-
lijke voorschriften en van de voorschrif-
ten van het gemeentelijke energiebe-
drijf en houdt zich daar strikt aan.
De aansluitwaarden vindt u op het type-
plaatje.
De aarddraad moet worden vastge-
schroefd aan de aansluiting met
symbool -.