Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
~
Trek altijd ovenwanten aan of ge-
bruik pannenlappen als u met het hete
apparaat werkt. De ovenwanten of pan-
nenlappen mogen niet nat of vochtig
zijn, omdat ze de warmte dan beter ge-
leiden. U kunt zich branden!
~
Flambeer nooit onder een afzuig-
kap. Door de vlammen kan de afzuig-
kap in brand vliegen.
~
Gebruik het apparaat niet als werk-
blad. Leg er geen messen, vorken, le-
pels of andere metalen voorwerpen op.
Als het apparaat ingeschakeld is, onbe-
doeld wordt ingeschakeld of bij rest-
warmte kunnen metalen voorwerpen
heet worden (verbrandingsgevaar).
Andere voorwerpen kunnen - afhanke-
lijk van het materiaal - smelten of vlam
vatten.
Vochtige pandeksels kunnen zich
vastzuigen.
Schakel de kookzones na gebruik uit!
~
Dek het apparaat nooit af met een
doek of iets dergelijks. Als het apparaat
nog heet is, bestaat er brandgevaar.
~
Gebruik geen serviesgoed van
kunststof of aluminiumfolie, want dat
smelt bij hoge temperaturen. Brandge-
vaar!
12
~
Verwarm geen dichte blikken en
dergelijke op de kookzones. Er ontstaat
anders overdruk waardoor de blikken
uiteenspatten en u zich kunt verwon-
den.
~
Gebruik alleen pannen met een
gladde bodem. Een ruwe bodem kan
krassen op de keramische plaat veroor-
zaken.
~
Verhit kookgerei nooit leeg, tenzij de
fabrikant van het kookgerei een derge-
lijk gebruik uitdrukkelijk toestaat. Van-
wege de snelle reactietijd van inductie
kan de temperatuur in de panbodem in
zeer korte tijd de
zelfontbrandingstemperatuur van olie
en vet bereiken.
~
Houd de kookplaat schoon. Zout,
suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van
groente) kunnen krassen veroorzaken.
~
Zet geen hete pannen of schalen op
of in de buurt van het bedieningspa-
neel. Hierdoor kunnen de elektronische
onderdelen onder het paneel bescha-
digd raken.
~
Laat geen voorwerpen op de kera-
mische plaat vallen. Zelfs een licht
voorwerp, zoals een zoutvaatje, kan
scheuren of barsten veroorzaken als
het verkeerd terechtkomt.