,
Gebruik voor het reinigen van
het apparaat nooit een stoomreini-
ger. Stoom kan in aanraking komen
met delen die onder spanning staan
en zo kortsluiting veroorzaken.
Reinig het hele apparaat na elk ge-
bruik. Laat het apparaat eerst afkoelen.
Wrijf het apparaat na elke vochtige rei-
niging droog. U voorkomt zo kalkafzet-
ting.
Reiniging en onderhoud
Om beschadigingen aan de opper-
vlakken te voorkomen, mogen de vol-
gende middelen niet worden ge-
bruikt:
– soda-, alkali-, ammoniak-, zuur-, of
chloridehoudende reinigingsmidde-
len.
– kalkoplossende reinigingsmiddelen.
– vlekken- en roestverwijderaars.
– schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, vloeibaar schuurmid-
del en reinigingssteen.
– oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen.
– reinigingsmiddelen voor afwasauto-
maten.
– grill- en ovensprays.
– glasreinigers.
– schurende harde borstels en spons-
jes (zoals pannensponsjes) en ge-
bruikte sponsjes die nog resten
schuurmiddel bevatten.
– puntige voorwerpen
(zodat de dichtingen tussen de kera-
mische plaat en de lijst dan wel tus-
sen lijst en werkblad niet beschadigd
raken).
37