8. Problemen met het product
opsporen
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Voordat u met werkzaamheden aan
het product begint, dient u er zeker van
te zijn dat de elektriciteitstoevoer is uit-
geschakeld en niet per ongeluk kan
worden ingeschakeld.
WAARSCHUWING
Corrosieve vloeistoffen
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Draag persoonlijke beschermingsmid-
delen.
WAARSCHUWING
Giftige vloeistoffen
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Draag persoonlijke beschermingsmid-
delen.
WAARSCHUWING
Vallende voorwerpen
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Houd het product in een stabiele en
vaste positie wanneer u hiermee werkt.
VOORZICHTIG
Hete of koude vloeistof
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
‐
Draag persoonlijke beschermingsmid-
delen.
VOORZICHTIG
Heet of koud oppervlak
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
‐
Zorg dat niemand per ongeluk met he-
te of koude oppervlakken in aanraking
kan komen.
8.1 De motor draait niet na te zijn
ingeschakeld.
Oorzaak
Geen
voedingsspanning.
De zekeringen zijn
doorgebrand.
490
Oplossing
Schakel de
elektriciteitstoevoer in.
Vervang de zekeringen.
Oorzaak
De motorbeveiliging
heeft de motor
uitgeschakeld.
De thermische
beveiliging is
geactiveerd.
De hoofdgeleiders in de
motorbeveiliging maken
geen contact of de
spoel is defect.
Het stuurstroomcircuit is
defect.
De motor is defect.
8.2 De motorbeveiliging schakelt de motor
uit zodra de voedingsspanning is
ingeschakeld.
Oorzaak
Eén zekering is
doorgebrand of de
automatische
motorbeveiliging is
geactiveerd.
De geleiders in de
motorbeveiliging zijn
defect.
De kabelaansluiting zit
los of is defect.
De motorwikkeling is
defect.
De pomp heeft een
mechanische blokkade.
De motorbeveiliging is
te laag ingesteld.
8.3 De motorbeveiliging schakelt de motor
soms uit.
Oorzaak
De motorbeveiliging is
te laag ingesteld.
Lage spanning tijdens
piekuren.
8.4 De motorbeveiliging is niet geactiveerd,
maar de pomp werkt niet.
Oplossing
Schakel de
motorbeveiliging weer in.
Reset de thermische
beveiliging.
Vervang de contacten of
de magnetische spoel.
Repareer het
stuurstroomcircuit.
Vervang de motor.
Oplossing
Vervang de zekering of
schakel de
motorbeveiliging weer in.
Vervang de contacten van
de motorbeveiliging.
Kabelaansluiting
vastmaken of vervangen.
Vervang de motor.
Maak de mechanische
blokkade van de pomp
ongedaan.
Stel de motorbeveiliging
correct in.
Oplossing
Stel de motorbeveiliging
correct in.
Zorg voor een stabiele
stroomvoorziening.