Aandraailimieten voor CR pompen
Flens, DN
CR
[mm]
100
95
150
125 en 155
200
185, 215 en 255
Aandraailimieten voor CRN pompen
Flens, DN
CRN
[mm]
100
95
150
125 en 155
200
185, 215 en 255
3.2 Elektrische aansluiting
Volg de instructies voor de motor bij het
uitvoeren van de elektrische aansluitingen.
De elektrische aansluitingen dienen door een erkend
installateur te worden uitgevoerd, in
overeenstemming met de lokale regelgeving.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Voordat u met werkzaamheden aan
het product begint, dient u er zeker van
te zijn dat de elektriciteitstoevoer is uit-
geschakeld en niet per ongeluk kan
worden ingeschakeld.
‐
Sluit de pomp aan op een externe net-
schakelaar die dicht bij de pomp is ge-
plaatst en op een motorbeveiliging of
een CUE-frequentieomvormer. Zorg er-
voor dat u de hoofdschakelaar in de
stand UIT (geïsoleerd) kunt zetten. Ty-
pe en eisen zoals gespecificeerd in EN
60204-1, 5.3.2.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Verbind de pomp met hetzelfde aard-
potentiaal (PE) als de motor als beide
motorlagers zijn geïsoleerd, zoals ke-
ramische lagers.
Aandraaimoment, Y-
Aandraaimoment, Z-
richting
[Nm]
375
625
900
Aandraaimoment, Y-
Aandraaimoment, Z-
richting
[Nm]
750
1250
1800
3.2.1 Maximale opgenomen stroom
Motortype volgens typeplaatje
•
Motoren waarvoor beide on-
derstaande waarden worden
weergegeven:
-
-
•
Grundfos MMG-G motoren
•
Grundfos MMG-E motoren
•
Motoren waarvoor alleen de
onderstaande waarde wordt
weergegeven:
-
Aandraaimoment, X-
richting
[Nm]
475
775
1075
Aandraaimoment, X-
richting
[Nm]
950
1550
2150
Sommige motoren kunnen een maximale
stroom absorberen die groter is dan de
stroomsterkte I
die op het typeplaatje
1/1
staat vermeld. Zie de tabel hieronder.
vollaststroom I
1/1
maximale stroom I
max
vollaststroom I
1/1
richting
[Nm]
625
1000
1375
richting
[Nm]
1250
2000
2750
Bovengrens voor
opgenomen
stroom
I
max
1,1 x I
1/1
I
1/1
479