Afbeelding
1
2
3
3a
4
5
6
Gerelateerde informatie
3.1.6 Fundatie
474
Informatie
De richting waarin de vloeistof door de pomp stroomt, is met pijlen op de
voetplaat van de pomp aangegeven.
Deze afmetingen worden vermeld in Fig. C:
•
lengtes van poort tot poort
•
afmetingen van de voetplaat
•
leidingaansluitingen
•
diameter en positie van funderingsbouten.
De pomp kan verticaal en horizontaal worden geïnstalleerd. Als u een
pomp horizontaal wilt installeren, moet deze worden besteld met steun-
beugels die in de fabriek zijn aangebracht en met een op de voet gemon-
teerde motor.
Aanvullende ondersteuning. Aangezien het zwaartepunt van de pomp re-
latief hoog ligt, adviseren wij pompen die worden geïnstalleerd op sche-
pen, in gebieden waar het risico op aardbevingen bestaat of in systemen
die kunnen worden verplaatst, uit te rusten met een extra steunbeugel. U
kunt de beugel van het lantaarnstuk aan een schot van het schip, een
stevige wand in een gebouw of een stevig bouwelement bevestigen.
Om geluid van de pomp te minimaliseren, adviseren wij u leidingcompen-
satoren aan beide kanten van de pomp te bevestigen.
Bouw een fundering en voer de mechanische installatie uit op de wijze
zoals beschreven in paragraaf Fundatie.
Plaats afsluiters aan beide kanten van de pomp om te voorkomen dat het
systeem leegloopt als de pomp verplaatst moet worden voor reiniging, re-
paratie of vervanging.
Bescherm de pomp altijd tegen terugstroming door middel van een terug-
slagklep.
Installeer de leidingen zo dat er geen luchtinsluitingen optreden.
Plaats een vacuümstop dichtbij de pomp als de installatie één van de vol-
gende karakteristieken heeft:
•
De persleiding loopt schuin weg van de pomp.
•
Er kan een heveleffect ontstaan.
•
Beveiliging tegen terugstroming van verontreinigde vloeistoffen is be-
nodigd.