Inhoudsopgave
Advertenties
Installeren
Afb. 20: Draairichting motor
Externe ventilator
Toerentalgeregelde motoren met frequen‐
tieomvormers
Slaglengte-stelaandrijvingen/regelaandrij‐
vingen
Membraanbewakingssensor (optie)
30
VOORZICHTIG!
Alleen motor met FO: De motor kan worden beschadigd
Wanneer de motor met geïntegreerde frequentieom‐
vormer binnen 3 minuten na het uitschakelen van de
netspanning opnieuw gestart wordt, kan de ingangs‐
stroombegrenzing beschadigd raken.
–
–
VOORZICHTIG!
De pomp kan worden beschadigd
Indien de motor de pomp in de verkeerde draairichting
aandrijft, kan de pomp worden beschadigd.
–
P_SI_0012_SW
Installeer een scheidingsinrichting in de netvoedings‐
kabel, bijv. een vermogensschakelaar, om de pomp
onafhankelijk van de totale installatie te kunnen uitscha‐
kelen (bijv. voor reparaties).
–
–
Bij motoren met een externe ventilator (identcode-kenmerk "R" of
"Z") een aparte voeding voor de externe ventilator voorzien.
De motor volgens het aansluitschema van het regelapparaat aan‐
sluiten, indien de motor door een elektronisch regelapparaat wordt
aangestuurd (bijv. draaistroommotoren door frequentieomvormers).
De motoren volgens het meegeleverde aansluitschema, resp. het
aansluitschema aan de binnenzijde van de behuizing aansluiten.
VOORZICHTIG!
Slaglengtestelaandrijvingen / regelaandrijvingen mogen
alleen worden bekrachtigd als de pomp draait.
Anders worden de aandrijvingen beschadigd.
a) Membraanbewakingssensor met schakelcontact
Laat het apparaat na het uitschakelen nog 3
minuten stilstaan en start het daarna weer.
Wordt de motor via een regeleenheid bestuurd,
houd hier dan bij de besturing rekening mee.
Let bij het aansluiten van de motor op de juiste
draairichting - zie de pijl op de ventilatieafdekking
Ä „Motor" op pagina 29 .
zoals in
Belangrijke motorgegevens staan op het typeplaatje
en in het hoofdstuk "Technische gegevens".
Het elektrisch aansluitschema bevindt zich in de
klemmenkast.
Advertenties
Inhoudsopgave
