Sluitertijdvoorkeuze AE
U kunt in dit programma een sluitertijd
selecteren waarna de camcorder automatisch
het diafragma afstemt op het onderwerp.
Selecteer een kortere sluitertijd voor het
opnemen van snel bewegende onderwerpen,
en een lange sluitertijd om aan bewegende
objecten een wazig bewegingseffect toe te
voegen, waardoor de beweging van het
onderwerp sterker overkomt.
WAAR U OP MOET LETTEN
Programmakeuzeschakelaar:
Richtlijnen voor sluitertijden
1/6, 1/12, 1/25
1/2, 1/3, 1/6, 1/12, 1/25
Voor het maken van opnamen van
onderwerpen op donkere plaatsen.
1/50
1/50
Voor algemene opnamen.
1/120
1/120
Voor het opnemen van sportscènes in een
zaal.
1/250, 1/500, 1/1000
1/250, 1/500
Voor het opnemen vanuit een auto of trein, of
voor het opnemen van bewegende objecten
zoals achtbanen.
1/2000
Voor het maken van opnamen van
buitensporten zoals golf of tennis op zonnige
dagen.
FUNC.
(
25)
1
Selecteer het opnameprogramma
[
SHUTTER-PRIO.AE] zoals
beschreven in Het opnameprogramma
selecteren (
2
Druk op (
3
Wijzig met (
op (
OPMERKINGEN
De waarde van de sluitertijd knippert
wanneer de geselecteerde sluitertijd niet
geschikt is voor de
opnameomstandigheden. Kies in een
dergelijk geval een andere sluitertijd.
Als u op donkere plaatsen een lange
sluitertijd gebruikt, kunt u een helderder
(
11)
beeld krijgen, maar kan de beeldkwaliteit
minder zijn, en werkt de automatische
scherpstelling mogelijk niet goed.
Richt de camcorder niet rechtstreeks op
de zon wanneer de sluitertijd op 1/1000 of
hoger is ingesteld.
Het beeld kan flikkeren als opnamen
worden gemaakt met hoge sluitertijden.
Diafragmavoorkeuze AE
U kunt in dit programma een
diafragmawaarde selecteren waarna de
camcorder automatisch de sluitertijd afstemt
op het onderwerp. Gebruik lage
diafragmawaarden (groot diafragma) om de
achtergrond wazig te maken bij het maken
van een portret, of hoge diafragmawaarden
(klein diafragma) om een brede
scherptediepte tot stand te brengen bij het
maken van landschapsopnamen.
WAAR U OP MOET LETTEN
Programmakeuzeschakelaar:
Beschikbare diafragmawaarden
[1.8], [2.0], [2.4], [2.8], [3.4], [4.0], [4.8], [5.6],
[6.7], [8.0], [9.5], [11], [14], [16]
Opnameprogramma's
46).
).
) de sluitertijd en druk
) om de instelling op te slaan.
47
Ne
(
11)