[
FLUORESCENT]
Voor het maken van opnamen onder warm-
witte of koelwitte TL-verlichting, of TL-verlich-
ting van het warmwitte type (3 golflengten).
[
FLUORESCENT H]
Voor het maken van opnamen onder daglicht-
TL of TL-buizen van het daglichttype (drie
golflengten).
[
SET]
Gebruik deze handmatige stand om witte
onderwerpen onder een gekleurde verlichting
wit uit te laten komen.
FUNC.
(
25)
Symbool van het momenteel
FUNC.
geselecteerde
FUNC.
Gewenste optie*
* Als u [
SET] selecteert, druk dan niet op
FUNC.
en ga in plaats hiervan verder met
de procedure hieronder.
H
ANDMATIG EEN WITBALANS INSTELLEN
1
Richt de camcorder op een wit object,
zoom in totdat het gehele scherm
wordt gevuld en druk op (
Houd de camcorder ingezoomd op het
witte object totdat
knipperen.
2
FUNC.
Druk op
om de instelling op te
slaan en het menu te sluiten.
OPMERKINGEN
Afhankelijk van het type TL-licht wordt de
optimale kleurbalans mogelijk niet verkregen
met [
FLUORESCENT] of
[
FLUORESCENT H]. Als de kleur
onnatuurlijk lijkt, stel deze dan bij met
[
AUTO] of [
SET].
Als u de witbalans handmatig hebt ingesteld:
- Het kan, afhankelijk van de lichtbron,
gebeuren dat
blijft knipperen. Het
resultaat zal echter nog steeds beter zijn
dan met [
AUTO].
Het beeld instellen: Belichting, scherpstelling en kleur
).
stopt met
- Stel de witbalans opnieuw in als de
lichtomstandigheden veranderen.
- Zet de digitale zoom uit.
De camcorder onthoudt de handmatig
ingestelde witbalans ook als u de camcorder
uitzet.
Een handmatig ingestelde witbalans geeft
mogelijk een beter resultaat onder de
volgende omstandigheden:
- Bij veranderende lichtomstandigheden
- Bij close-ups
- Onderwerpen met één kleur (lucht, zee of
bos)
- Onder kwiklampen en bepaalde typen TL-
verlichting
Beeldeffecten
U kunt opnamen maken met verschillende
kleurverzadigings- en contrasteffecten.
WAAR U OP MOET LETTEN
Programmakeuzeschakelaar:
Opties
[
IMAGE EFFECT OFF]
Hiermee maakt u opnamen zonder
beeldverbeterende effecten.
[
VIVID]
Hiermee benadrukt u het contrast en de
kleurverzadiging.
[
NEUTRAL]
Hiermee verzacht u het contrast en de
kleurverzadiging.
[
LOW SHARPENING]
Neemt onderwerpen op met verzachte
contouren.
51
Ne
Standaardinstelling
(
11)