Menuonderdelen
Welke menuonderdelen er gewijzigd
kunnen worden, is afhankelijk van de
positie van de modusdraaiknop.
Op het LCD-scherm worden alleen de
onderdelen weergegeven die u op dat
ogenblik kunt gebruiken. De
fabrieksinstellingen zijn aangegeven met
x.
Wanneer de modusdraaiknop op
Onderdeel
SCN
(EV)
(alleen MVC-CD250)
9 (FOCUS)
(alleen MVC-CD250)
WB (WHITE BAL)
(SPOT METER)
(alleen MVC-CD250)
ISO
110
-NL
, S*, A*, M* of SCN staat
Instelling
x
/
*
/
/
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV / x0EV /
–
0.3EV /
0.7EV /
1.0EV /
1.3EV /
1.7EV /
–
–
–
–
2.0EV
–
∞ / 7.0 m / 3.0 m / 1.0 m / 0.5 m /
CENTER AF / xMULTI AF
*
/
/ xAUTO
/
/
/
ON / xOFF
400 / 200 / 100 / xAUTO
Beschrijving
Instellen van de scènekeuzemodus (blz. 31). (Deze instelling kan alleen in de SCN-
modus gemaakt worden.)
Instellen van de belichtingswaarde (blz. 68).
De functie voor automatische scherpstelling kiezen of de scherpstelling-
voorkeuzefunctie instellen.
De kleurbalans instellen (blz. 74).
De belichting van het onderwerp dat u opneemt afstellen (blz. 70).
De ISO-filmsnelheid kiezen. Bij opname op donkere plaatsen of bij opname van
een snel bewegend onderwerp dient u een hoog richtgetal te gebruiken. Voor het
vastleggen van beelden van hoge kwaliteit dient u een laag richtgetal te kiezen
(tenzij de modusdraaiknop op SCN staat).