FINE
STANDARD
WB
ISO
P.QUALITY
3
, Kies
(P.QUALITY) met b/B
op de regelknop en kies daarna
de gewenste beeldkwaliteit
met v/V.
De beeldkwaliteit is nu ingesteld.
Wanneer u klaar bent met instellen, drukt u
op MENU zodat het menu van het LCD-
scherm verdwijnt.
• Voor de beeldkwaliteit hebt u de keuze tussen
[FINE] en [STANDARD].
• De hier gekozen waarden voor het
beeldformaat en de beeldkwaliteit blijven ook
na het uitschakelen van de camera bewaard.
Beeldformaat en -kwaliteit
FINE
U kunt het beeldformaat (aantal pixels) en
de beeldkwaliteit
(compressieverhouding) kiezen
overeenkomstig het soort beelden dat u
MODE
wilt opnemen. Grotere beeldformaten en
een hogere beeldkwaliteit leiden tot betere
beelden, maar ook tot een groter
gegevensbestand, hetgeen betekent dat u
minder beelden op een disk kunt
opnemen.
Kies een beeldformaat en -kwaliteit die
geschikt zijn voor het soort beelden dat u
wilt opnemen.
Het formaat van de beelden kunt u later
veranderen (nadere bijzonderheden over
de functie voor het veranderen van het
beeldformaat vindt u op blz. 89).
U kunt een keuze maken uit de volgende
tabel.
Beeldformaat Gebruik
2272×1704
Zeer fijne afdrukken
(MVC-CD400)
2272 (3:2)
Afdrukken in 3:2
1)
(MVC-CD400)
verhouding
1600×1200
Afdrukken op A4-formaat
1600 (3:2)
Afdrukken in 3:2
1)
(MVC-CD250)
verhouding
1280×960
Afdrukken op
briefkaartformaat
640×480
Toevoegen aan een e-mail
1)
Het beeld wordt opgenomen in een
horizontaal-verticaalverhouding van 3:2
zodat het op het formaat drukpapier past.
21
-NL