programma een upgrade nodig) om de computer te scannen en eventuele spyware te verwijderen. Ga voor meer informatie naar support.dell.com en zoek
naar het trefwoord spyware.
Voer de Dell-diagnostiek uit —
Als alle tests met succes zijn afgewerkt, is de foutmelding het gevolg van een softwareprobleem. Zie
diagnostiek).
Geheugenproblemen
LET OP:
Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de productinformatiegids raadplegen.
Als een melding verschijnt dat er onvoldoende geheugen is —
Bewaar en sluit open bestanden en sluit alle geopende programma's af die u niet gebruikt om te zien of het probleem daarmee is opgelost.
l
Zie de softwaredocumentatie voor de minimale geheugenvereisten. Installeer indien nodig extra geheugen (zie Geheugen).
l
Plaats de geheugenmodules opnieuw om u ervan te verzekeren dat de computer succesvol met het geheugen communiceert (zie Geheugen).
l
Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie
l
Als u andere geheugenproblemen ondervindt —
Plaats de geheugenmodules opnieuw om u ervan te verzekeren dat de computer succesvol met het geheugen communiceert (zie Geheugen).
l
Zorg ervoor dat u de richtlijnen voor het installeren van geheugen volgt (zie Geheugen).
l
Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie
l
Netwerkproblemen
LET OP:
Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de productinformatiegids raadplegen.
Controleer de stekker van de netwerkkabel —
Controleer de netwerklampjes bij de netwerkingang —
netwerkkabel.
Start de computer opnieuw en meld u opnieuw aan bij het netwerk.
Controleer de netwerkinstellingen —
netwerkinstellingen juist zijn en dat het netwerk functioneert.
Stroomproblemen
LET OP:
Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de productinformatiegids raadplegen.
Controleer het stroomlampje —
Als het stroomlampje brandt of knippert, is de computer van stroom voorzien. Als het stroomlichtje knippert, bevindt de
computer zich in de standby-modusdruk— op de aan/uit-knop om de standby-modus te verlaten. Als het lampje niet brandt, moet u de aan/-uit-knop
indrukken om de computer aan te zetten.
OPMERKING:
Voor informatie over de standby-modus, zie Energiebeheermodi.
Laad de batterij op —
Mogelijk is de batterij leeg.
1. Installeer de batterij opnieuw.
2. Gebruik de netadapter om de computer op een stopcontact aan te sluiten.
3. Zet de computer aan.
Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek)).
Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek)).
Controleer of de netwerkkabel goed is aangesloten op de netwerkaansluiting en het netwerkcontact.
Als er geen lampje brandt, houdt dit in dat er geen sprake is van netwerkcommunicatie. Vervang de
Neem contact op met de netwerkbeheerder of de persoon die uw netwerk heeft ingesteld om te controleren of de
Dell Diagnostics (Dell-