Download Print deze pagina

CITROEN DS5 2012 Instructieboekje pagina 90

Advertenties

5. Airconditioning aan/uit
Druk op deze toets om de
airconditioning uit te schakelen.
Als de airconditioning wordt uitgeschakeld,
wordt het thermische comfort niet meer
geregeld (vocht, beslagen ruiten).
Druk de toets nogmaals in zodra dit
mogelijk is om de automatische werking
van de airconditioning te hervatten. Het
lampje van de toets "A/C" gaat branden.
6. Regeling luchtverdeling
Druk op één of meer toetsen
om de luchtstroom te verdelen
naar:
- de voorruit en de zijruiten,
- de centrale en zijventilatieroosters,
- de beenruimte van de passagiers.
U kunt de drie luchtstromen ook naar eigen
wens combineren.
7. Regeling luchtopbrengst
Draai deze knop naar links
om de luchtopbrengst te
verminderen of naar rechts om
deze te verhogen.
De lampjes van de luchtopbrengst, tussen
de twee propellers, gaan afhankelijk van de
ingestelde waarde geleidelijk branden.
8. Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
De luchtrecirculatie dient om de toevoer van
buitenlucht bij stank en stofoverlast af te
sluiten: in geval van detectie van vervuiling van
de buitenlucht (indien uw auto voorzien is van
een luchtkwaliteitssonde).
Deze treedt in werking bij activering van de
ruitensproeier.
De werking stopt wanneer de
buitentemperatuur beneden de 5°C komt, om te
voorkomen dat de ruiten beslaan.
-
Het branden van het lampje
met de "A" duidt erop dat de
luchtrecirculatie automatisch
wordt geregeld.
-
Het branden van het lampje
zonder de "A" duidt erop dat de
luchtrecirculatie handmatig in
werking is gesteld.
-
Wanneer de lampjes uit
zijn, betekent dat dat de
luchtrecirculatie automatisch
wordt geregeld onafhankelijk
van de detectie van
luchtvervuiling.
Geen luchtkwaliteitsensor
Indien uw auto niet voorzien is
van een luchtkwaliteitsensor,
druk dan op deze toets om de
luchtrecirculatie handmatig in
werking te stellen.

Advertenties

loading