Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Sluit de rode kabel aan op de (+) pool van
de ontladen accu A en vervolgens op de (+)
pool van de hulpaccu B.
Sluit de groene of zwarte kabel aan op de
(-) pool van de hulpaccu B.
Sluit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van
uw auto (motorsteun).
Stel de startmotor in werking en laat de
motor draaien.
Wacht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels los.
Praktische informatie
Laden met behulp van een
acculader
Voor het opladen van de accu van
het Stop & Start-systeem hoeven de
accukabels niet losgenomen te worden.
Maak indien nodig de accupoolklemmen
los.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
Sluit de accukabels weer aan, te beginnen
met de (-) kabel.
Controleer of de accupolen en de klemmen
schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een
(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en
klemmen.
Na het monteren van de accu
kan het, afhankelijk van de
weersomstandigheden en de
laadtoestand van de accu, enkele uren
(tot ongeveer 8 uur) duren voordat het
Stop & Start-systeem weer zal werken.
205