26
27
28
13. TRANSPORT
Als u het ontwikkelapparaat gaat
transporteren, dient u de volgende
24
voorbereidingen te treffen:
Het ontwikkelapparaat mag alleen
met lege tanks getransporteerd
31
worden.
A
• Zet de netschakelaar (A) uit.
• Sluit de waterkraan (24).
• Haal de netkabel uit de geaarde
contactdoos en uit het apparaat.
• Schroef de waterslang (31) los van het
apparaat en de waterkraan (24).
• Giet de chemicaliën uit de opvangtanks (39)
in de verzameltanks (63).
• Laat de chemicaliën uit de tanks in de
opvangtanks (39) lopen, zie paragraaf 15.1.
• Reinig het apparaat, zie paragraaf 9.1.
39
• Breng bij transport over een langere afstand
de transportbescherming (styroporblok 51)
weer aan: voer paragraaf 9.2 uit in
omgekeerde volgorde.
13.1 Afvoerslangen loskoppelen
63
• Koppel afvoerslang (35) los.
• Koppel de slangen van de opvangtanks (39)
voor ontwikkelaar en fixeer los. Let er
daarbij op dat er geen chemicaliën uit de
slangen druppelen.
13.2 Bescherming tegen beschadiging
• Bescherm het ontwikkelapparaat tegen
mechanische belasting en beschadiging.
• Zorg ervoor dat het apparaat tijdens
transport niet ongecontroleerd kan bewe-
gen.
• Instrueer het transportpersoneel.
35
25