Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Widget My Day Aanpassen; Het Bedieningsmenu Aanpassen; Wijzerplaatinstellingen; De Watch Face Aanpassen - Garmin Fenix 6X Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De widget My Day aanpassen

U kunt de lijst met de metingen die worden weergegeven
aanpassen in de widget Mijn dag.
1
Druk op de wijzerplaat op UP of DOWN om de widget Mijn
dag weer te geven.
2
Houd MENU ingedrukt.
3
Selecteer Opties.
4
Selecteer de schakelaars om de verschillende metingen weer
te geven of te verbergen.

Het bedieningsmenu aanpassen

U kunt snelkoppelingen toevoegen, verwijderen en de volgorde
ervan wijzigen in het bedieningsmenu
weergeven, pagina
1).
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Bediening.
3
Selecteer een snelkoppeling die u wilt aanpassen.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Sorteer om de locatie van de snelkoppeling in
het bedieningsmenu te wijzigen.
• Selecteer Verwijder om de snelkoppeling uit het
bedieningsmenu te verwijderen.
5
Selecteer indien nodig Voeg nieuw toe om nog een
snelkoppeling aan het bedieningsmenu toe te voegen.

Wijzerplaatinstellingen

U kunt de vormgeving van de wijzerplaat aanpassen door de
lay-out, kleuren en extra gegevens te selecteren. U kunt ook
aangepaste wijzerplaten downloaden via de Connect IQ store.

De watch face aanpassen

U moet eerst een Connect IQ watch face uit de Connect IQ
store installeren, voordat u deze kunt activeren
functies, pagina
13).
U kunt de informatie van de watch face en de vormgeving
aanpassen of een geïnstalleerde Connect IQ watch face
activeren.
1
Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2
Selecteer Wijzerplaat.
3
Druk op UP of DOWN om de opties voor de watch face in de
voorbeeldweergave te bekijken.
4
Selecteer Voeg nieuw toe als u door extra vooraf geladen
watch faces wilt bladeren.
5
Selecteer
> Toepassen als u een vooraf geladen watch
face of een geïnstalleerde Connect IQ watch face wilt
activeren.
6
Als u een vooraf geladen watch face gebruikt, selecteert u
> Aanpassen.
7
Selecteer een optie:
• Selecteer Wijzerplaat om de stijl van de cijfers voor de
analoge watch face te wijzigen.
• Selecteer Wijzers om de stijl van de wijzers voor de
analoge watch face te wijzigen.
• Selecteer Indeling om de stijl van de cijfers van de
digitale watch face te wijzigen.
• Selecteer Seconden om de stijl van de seconden voor de
digitale watch face te wijzigen.
• Selecteer Gegevens om andere gegevens op de watch
face weer te geven.
• Selecteer Accentkleur om een accentkleur voor de watch
face toe te voegen of te wijzigen.
• Selecteer Achtergrondkleur om de achtergrondkleur te
wijzigen.
38
(Het bedieningsmenu
(Connect IQ
• Als u de wijzigingen wilt opslaan, tikt u op OK.

Sensorinstellingen

Kompasinstellingen

Houd MENU ingedrukt en selecteer Sensoren en accessoires
> Kompas.
Kalibreer: Hiermee kunt u de kompassensor handmatig
kalibreren
(Het kompas handmatig kalibreren, pagina
Scherm: Hiermee stelt u de koersweergave op het kompas in
letters, graden of milliradialen in.
Noordreferentie: Hiermee stelt u de noordreferentie van het
kompas in
(De noordreferentie instellen, pagina
Modus: Hiermee stelt u in dat het kompas alleen elektronische
sensorgegevens (Aan), een combinatie van GPS en
elektronische sensorgegevens bij verplaatsing (Automatisch)
of alleen GPS-gegevens gebruikt (Uit).

Het kompas handmatig kalibreren

Kalibreer het elektronische kompas buiten. Zorg dat u zich niet
in de buurt bevindt van objecten die invloed uitoefenen op
magnetische velden, zoals voertuigen, gebouwen of
elektriciteitskabels.
Het toestel is al gekalibreerd in de fabriek en het maakt
standaard gebruik van automatische kalibratie. Als uw kompas
niet goed werkt, bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt
afgelegd of na extreme temperatuurveranderingen, kunt u het
handmatig kalibreren.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Sensoren en accessoires > Kompas > Kalibreer
> Start.
3
Volg de instructies op het scherm.
TIP: Maak een kleine 8-beweging met uw pols tot een bericht
wordt weergegeven.

De noordreferentie instellen

U kunt de koersreferentie instellen die wordt gebruikt voor het
berekenen van de voorliggende koers.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Sensoren en accessoires > Kompas >
Noordreferentie
3
Selecteer een optie:
• U kunt het geografische noorden instellen als
koersreferentie door Waar te selecteren.
• U kunt automatisch de magnetische afwijking instellen
voor uw locatie door Magnetisch te selecteren.
• U kunt het noorden van het grid (000º) instellen als
koersreferentie door Grid te selecteren.
• U kunt de magnetische afwijking handmatig instellen door
Gebruiker te selecteren, de magnetische afwijking in te
voeren en OK te selecteren.

Hoogtemeterinstellingen

Houd MENU ingedrukt en selecteer Sensoren en accessoires
> Hoogtemeter.
Kalibreer: Hiermee kunt u de sensor van de hoogtemeter
handmatig kalibreren.
Automatisch kalibreren: Hiermee voert de hoogtemeter
automatisch een kalibratie uit telkens wanneer u GPS-
tracering inschakelt.
Hoogte: Hiermee stelt u de maateenheden voor hoogte in.

De barometrische hoogtemeter kalibreren

Uw toestel is al gekalibreerd in de fabriek. Standaard wordt
automatische kalibratie op het GPS-beginpunt gebruikt. U kunt
38).
LET OP
Uw toestel aanpassen
38).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fenix 6 series

Inhoudsopgave