Nadat u een paar ronden hebt voltooid, registreert uw toestel
de baanafmetingen en kalibreert het uw baanafstand.
13
Nadat u klaar bent met hardlopen, drukt u op
activiteitentimer te stoppen.
14
Selecteer Sla op.
Tips voor het registreren van een hardloopsessie
• Wacht tot de GPS-statusindicator groen wordt voordat u een
hardloopsessie start.
• Tijdens de eerste hardloopsessie op een onbekende baan
moet u minimaal 4 ronden lopen om uw baanafstand te
kalibreren.
U moet iets voorbij uw vertrekpunt lopen om de ronde te
voltooien.
• Loop iedere ronde in dezelfde baan.
OPMERKING: De standaard Auto Lap
4 rondes de baan rond.
• Als u in een andere baan loopt dan in baan 1, stelt u het
baannummer in de activiteiteninstellingen in.
De metronoom gebruiken
De metronoomfunctie laat met een regelmatig ritme tonen horen
die u helpen uw prestaties te verbeteren door te trainen in een
snellere, tragere of vaste cadans.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
1
Druk op de watch face op
2
Selecteer een activiteit.
3
Houd MENU ingedrukt.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer Metronoom > Status > Aan.
6
Selecteer een optie:
• Selecteer Slagen/minuut om een waarde in te voeren op
basis van de cadans die u wilt aanhouden.
• Selecteer Waarschuwingsfreq. om de frequentie van de
tikken aan te passen.
• Selecteer Geluiden om de toon en trillingen van de
metronoom aan te passen.
7
Selecteer zo nodig Bekijk om de metronoomtonen te
beluisteren voordat u gaat hardlopen.
8
Ga hardlopen
(Een activiteit starten, pagina
De metronoom wordt automatisch gestart.
9
Druk op UP of DOWN tijdens het hardlopen om het
metronoomscherm weer te geven.
10
Houd zo nodig MENU ingedrukt om de
metronoominstellingen te wijzigen.
Uw afdalingen weergeven
Uw toestel legt de gegevens over elke afdaling tijdens het skiën
of snowboarden vast met de automatische functie voor
afdalingen. Deze functie wordt standaard ingeschakeld voor
afdalingen tijdens het skiën en snowboarden. De nieuwe
afdalingen worden automatisch geregistreerd op basis van uw
bewegingen. De timer wordt gepauzeerd wanneer u niet meer
afdaalt en wanneer u in de skilift staat. De timer blijft in de
pauzestand staan zolang u in de skilift bent. U kunt de afdaling
vervolgen om de timer weer te starten. U kunt de gegevens over
de afdaling bekijken op het pauzescherm of terwijl de timer
loopt.
1
Start een ski- of snowboardactiviteit.
2
Houd MENU ingedrukt.
3
Selecteer Bekijk afdalingen.
4
Druk op UP en DOWN om details over uw laatste afdaling,
over uw huidige afdaling of over al uw afdalingen te bekijken.
Activiteiten en apps
om de
afstand is 1600 m, of
®
.
3).
Op de schermen worden de tijd, afgelegde afstand,
maximumsnelheid, gemiddelde snelheid en totale daling
weergegeven.
Een off-piste ski-activiteit vastleggen
Met de off-piste ski-activiteit kunt u handmatig schakelen tussen
klimmen en afdalen, zodat u uw gegevens nauwkeurig kunt
bijhouden.
1
Druk op
op de watch face.
2
Selecteer Off-piste skiën.
3
Selecteer een optie:
• Als u uw activiteit op een helling start, selecteert u
Klimmen.
• Selecteer Afdalen als u uw activiteit start met een
afdaling.
4
Druk op
om de activiteitentimer te starten.
5
Druk op LAP om te schakelen tussen de volgmodi voor
klimmen en dalen.
6
Nadat uw activiteit is voltooid, drukt u op
stoppen.
7
Selecteer Sla op.
Vermogensgegevens voor langlaufen
U kunt uw compatibele fēnix toestel gekoppeld met het HRM-
Pro
™
accessoire gebruiken om real-time feedback te geven over
uw langlaufen.
OPMERKING: Het HRM-Pro accessoire moet met het fēnix
toestel worden gekoppeld met behulp van ANT
Vermogen is de kracht die u tijdens het skiën opwekt. Het
uitgangsvermogen wordt gemeten in watt. Factoren die van
invloed zijn op het vermogen zijn onder andere uw snelheid,
hoogteveranderingen, wind en sneeuw. U kunt het
uitgangsvermogen gebruiken om uw ski-prestaties te meten en
te verbeteren.
OPMERKING: De waarden voor het skivermogen zijn over het
algemeen lager dan de vermogenswaarden voor fietsen. Dit is
normaal en wordt veroorzaakt doordat mensen minder efficiënt
zijn tijdens het skiën dan tijdens het fietsen. Het is gebruikelijk
dat de vermogenswaarden bij skiën 30 tot 40 procent lager
liggen dan die bij fietsen bij dezelfde trainingsintensiteit.
Jumpmaster
WAARSCHUWING
De functie jumpmaster dient alleen door ervaren skydivers te
worden gebruikt. De functie jumpmaster dient niet te worden
gebruikt als primaire hoogtemeter tijdens het skydiven. Als u niet
de juiste spronginformatie invoert, kan dat leiden tot ernstige
verwondingen of overlijden.
De functie jumpmaster volgt militaire richtlijnen voor het
berekenen van het "high altitude release point" (HARP). Het
toestel detecteert automatisch wanneer u gesprongen bent en
begint de navigatie naar het "desired impact point" (DIP) met
behulp van de barometer en het elektronische kompas.
Multisport
Triatleten, duatleten en alle andere beoefenaren van
gecombineerde sporten zoals Triatlon of Zwemloop kunnen de
modus voor multisportactiviteit gebruiken. Gedurende een
multisportactiviteit kunt u schakelen tussen activiteiten en uw
totale tijd bekijken. U kunt tijdens de multisportactiviteit
bijvoorbeeld overschakelen van fietsen naar hardlopen, en de
totale tijd voor fietsen en hardlopen bekijken.
U kunt een multisportactiviteit aanpassen of de standaard
triatlon-activiteit gebruiken voor een standaard triatlon.
om de timer te
®
technologie.
5