• Om de waakvlambrander uit te zetten draait u de knop "A"
naar de stand
.
F.2.3
Na afloop van de dienst
• Draai de knop "A" naar stand
• Draai de gasafsluitkraan dicht.
F.3
Interlock
Het ventiel heeft een vergrendelinrichting voor thermische
herontsteking die geactiveerd is tot het thermokoppel warm is.
Een dergelijke inrichting, interlock genaamd, blijft gedurende
ongeveer 40 seconden ingeschakeld in het geval de waakvlam
per ongeluk dooft, waardoor opgehoopt gas door de afvoer
weg kan stromen voordat er weer een vonk wordt ontstoken.
Het forceren van de interlock leidt tot schade aan het ventiel
die niet wordt gedekt door de oorspronkelijke garantie van de
fabrikant.
F.4
Elektrische modellen
Het bedieningspaneel bestaat uit de volgende onderdelen:
A
"Thermostaatknop"
B
"Lampje van het verwarmingselement"
C
"Lampje aan/uit"
C
B
G
REINIGING EN ONDERHOUD VAN DE MACHINE
WAARSCHUWING
Zie "Veiligheidsinformatie".
G.1
Gewoon onderhoud
G.1.1
informatie met betrekking tot het onderhoud
Het kleine onderhoud kan door personeel dat niet vakkundig
hoeft te zijn uitgevoerd worden, waarbij de hieronder vermelde
aanwijzingen nauwgezet opgevolgd moeten worden.
PAS OP
Alvorens reinigingswerkzaamheden te
verrichten het apparaat loskoppelen van
de elektrische voeding.
Gebruik geen ijs of water om de plaat abrupt af te laten koelen.
Het gebruik van ijs of water om de plaat warm te reinigen is
verboden, aangezien dit leidt tot permanente vervorming van
de kookplaat hetgeen de werking van het apparaat in gevaar
brengt
LET OP:
De fabrikant kan op geen enkele wijze aansprake-
lijk worden gesteld voor werkzaamheden die aan
het apparaat verricht zijn, zonder dat deze aanwij-
zingen zijn opgevolgd.
22
;
A
F.4.1
Inschakeling
• Schakel de schakelaar die vóór het apparaat is geïnstal-
leerd, in.
• Draai de thermostaatknop "A" naar de gewenste
temperatuur.
Als het groene controlelampje "C" gaat branden, wil dat
zeggen dat het apparaat onder spanning staat.
Als het controlelampje "B" gaat branden signaleert het dat
de verwarmingselementen werken.
• Als het lampje uitgaat, wil dat zeggen dat de vooringestelde
temperatuur bereikt is.
F.4.2
Uitschakeling
• Draai de bedieningsknop "A" naar stand "0".
BELANGRIJK
Let goed op de keuze en het gebruik van schoon-
maakproducten
veiligheid van het apparaat te waarborgen.
G.1.2
Reiniging van het apparaat en de accessoires
Alvorens het apparaat te gebruiken alle interne onderdelen en
accessoires schoonmaken met warm water en neutrale zeep,
of met producten met een biologische afbreekbaarheid van
meer dan 90% (om de uitstoot van vervuilende stoffen in het
milieu te beperken), daarna afspoelen en grondig drogen.
BELANGRIJK
Er mogen geen reinigingsproducten op basis van
oplosmiddelen (bijv. trichloorethyleen) of schuur-
poeder gebruikt worden.
G.1.3
Buitenzijden
GESATINEERDE STALEN OPPERVLAKKEN (dagelijks)
• Maak alle stalen oppervlakken schoon: het vuil kan
gemakkelijk en moeiteloos worden verwijderd als het zich
pas net gevormd heeft.
• Verwijder vuil, vet en andere kookresten van de stalen
oppervlakken op een lage temperatuur; gebruik hiervoor
zeepsop, met of zonder reinigingsmiddel, en een doek of
spons.
Maak alle gereinigde oppervlakken na afloop goed droog.
om
de
juiste
prestaties
en