WAARSCHUWINGEN
Schakel de eerste versnelling of
de achteruit in wanneer uw auto
is uitgerust met een
handgeschakelde versnellingsbak.
Selecteer de stand 'P' wanneer deze
met een automatische transmissie is
uitgerust.
Laat de inzittenden uitstappen.
Blokkeer het diagonaal
tegenoverliggende wiel met een
geschikt blok hout of een wielkeg.
Let erop dat de pijlen op richting
gebonden banden in de
draairichting wijzen wanneer de auto
vooruit rijdt. Wanneer een reservewiel
moet worden gemonteerd waarvan
de pijlen tegengesteld aan de
draairichting wijzen, laat dan de band
zo spoedig mogelijk door een
deskundige in de juiste richting
monteren.
Voer geen werkzaamheden uit
onder een auto die alleen wordt
ondersteund door een krik.
N.B.: Zorg ervoor dat de krik
verticaal ten opzichte van het
kriksteunpunt staat en dat de voet
vlak op de grond staat.
1. Verwijder de wieldeksel.
Velgen en banden
258
E71948
2. Breng de dopsleutel voor de
slotmoer aan.
3. Draai de wielmoeren een slag los.
4. Krik de wagen op tot de band vrij
is van de grond.
5. Verwijder de wielmoeren en het
wiel.
Een wiel aanbrengen
LET OP
Bevestig lichtmetalen velgen niet
met moeren die voor stalen
velgen zijn bestemd.
N.B.: U kunt stalen velgen maximaal
twee weken bevestigen met
wielmoeren voor lichtmetalen velgen.
N.B.: Zorg ervoor dat de platte
ringen van de wielmoeren naar de
velg zijn gekeerd.
1. Breng het wiel aan.