Adaptieve snelheidsregeling (ACC)
Druk op de SET+ schakelaar of de
SET- schakelaar om de gewenste
snelheid in te stellen. De snelheid
wordt op het informatiedisplay
weergegeven en opgeslagen als de
ingestelde snelheid. De ACC
controlelamp brandt.
N.B.: De rijsnelheid kan in stappen
van 5 km/h of 5 mph worden
verhoogd of verlaagd. Kleinere
stappen van 1 km/h of 1 mph kunnen
worden ingesteld door de RES
schakelaar in te drukken.
Ingestelde snelheid
veranderen
Druk, om de snelheid te verhogen of
te verlagen, op de SET+ of de SET-
schakelaar.
N.B.: Wanneer het systeem niet op
deze wijzigingen reageert, kan de
reden zijn dat de ingestelde afstand
tot uw voorligger voorkomt dat de
rijsnelheid kan toenemen.
Afstand tot uw voorligger
instellen
E82311
De afstand tussen u en uw voorligger
wordt door een variabele instelling
gehandhaafd. Deze bestaat uit vijf
stappen, die met horizontale balken
op het informatiedisplay worden
weergegeven. Een balk komt
overeen met de kleinste afstand en
vijf balken met de grootste. Deze
balken zijn leeg tijdens de stand-by
modus en gekleurd tijdens de
ingeschakelde modus.
Wanneer geen voorligger wordt
geregistreerd, wordt alleen uw
wagen op het informatiedisplay
onder de balken weergegeven. Het
systeem houdt de ingestelde
snelheid aan zolang de
omstandigheden dat toelaten. De
ingestelde afstand wordt
gehandhaafd en weergegeven.
Wanneer een voertuig door de
sensor wordt geregistreerd. geeft
het display een ander voertuig boven
de horizontale balken weer:
E82312
190