Download Print deze pagina

Advertenties

FORD GALAXY / S-MAX Instructieboekje

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Ford GALAXY 2013

  • Pagina 1 FORD GALAXY / S-MAX Instructieboekje...
  • Pagina 2 Niets uit deze uitgave mag in enigerlei vorm en door enig middel gereproduceerd, verzonden of in een oproepsysteem opgeslagen of in een andere taal vertaald worden zonder onze schriftelijke toestemming. Fouten of omissies uitgesloten. © Ford Motor Company 2014 Alle rechten voorbehouden. Onderdeelnummer: CG3533nlNLD 11/2013 20140707142424...
  • Pagina 3 Inhoudsopgave Inleiding Motorstartblokkering Over deze handleiding ........7 Werking..............47 Overzicht van symbolen.........7 Gecodeerde sleutels........47 Aanbeveling nieuwe onderdelen....8 Immobilisatiesysteem inschakelen..47 Immobilisatiesysteem uitschakelen..47 In één oogopslag Alarm In één oogopslag ..........9 Werking..............48 Veiligheidsuitrusting voor Alarm inschakelen.........50 kinderen Alarm uitschakelen........50 Kinderzitjes............22 Stuurwiel Stoelverhogers ..........23 Plaatsing van kinderzitjes......24 Stuurwiel afstellen.........52 ISOFIX verankeringspunten.......28...
  • Pagina 4 Inhoudsopgave Interieurverlichting........66 Handmatig verstelbare stoelen....135 Koplampen afstellen........68 Elektrisch verstelbare stoelen....136 Waarschuwingsknipperlichten....68 Achterbank.............138 Een koplamp verwijderen......68 Verwarmde stoelen........142 Gloeilampen vervangen......69 Geventileerde stoelen.........142 Gloeilampentabel...........77 Armleuning, voor...........143 Ruiten en spiegels Gemaksfuncties Elektrisch bedienbare ruiten......79 Zonnekleppen ..........144 Buitenspiegels..........81 Dimmer instrumentenpaneelverlichting..145 Elektrisch verstelbare buitenspiegels..........81 Klok..............146 Automatisch dimmende spiegel....83 Aansteker............146 Achterste zijruiten..........83...
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Regeling voor bergop rijden Auto-Start-Stop gebruiken............181 Werking............160 Start/stop knop gebruiken.......160 Actieve schokdemperregeling Eco-modus Werking............184 Werking............162 Gebruik van de actieve Eco-modus gebruiken........162 schokdemperregeling ......184 Brandstof en tanken Parkeerhulp Veiligheidsmaatregelen......163 Werking............185 Brandstofkwaliteit - Benzine....163 Parkeerhulp............185 Brandstofkwaliteit - Flex Fuel (FF, ethanol)............163 Achteruitkijkcamera Brandstofkwaliteit - Diesel.......164 Werking.............187...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Auto op vier wielen slepen.......244 Waarschuwing rijden buiten baan Onderhoud Werking............203 Algemene informatie.........245 Waarschuwing rijden buiten baan gebruiken............204 De motorkap openen en sluiten....246 Overzicht motorruimte - 1,6L EcoBoost Transport SCTi (Sigma)..........247 Overzicht motorruimte - 2,0 l Duratec-HE Algemene informatie.........206 (MI4)............248 Bagageverankeringspunten.....207 Overzicht motorruimte - 2,0 l EcoBoost...
  • Pagina 7 Inhoudsopgave Accu van de auto Werking van de audio- installatie Het voertuig starten met hulpstartkabels........264 Aan/uit toets..........291 12 volt accu vervangen.......265 Bass/treble (lage/hoge tonen) regeling............291 Aansluitpunten van de accu ....265 Balance/fade (balans links/rechts, voor/achter) regeling......291 Velgen en banden Bediening van de audio-installatie..292 Algemene informatie.........266 Voorkeuzetoetsen........293 Set tijdelijke mobiliteit.......266...
  • Pagina 8 Inhoudsopgave Ingangsaansluiting (AUX Bijlagen Elektromagnetische compatibiliteit - Auto s geproduceerd tot: Ingangsaansluiting (AUX IN)....307 31-12-2013..........349 Elektromagnetische compatibiliteit - Storingen verhelpen audio- Auto's geproduceerd vanaf: installatie 01-01-2014..........350 Storingen verhelpen Typegoedkeuringen........352 audio-installatie........308 Typegoedkeuringen........352 Typegoedkeuringen........352 Telefoon Typegoedkeuringen........353 Algemene informatie........310 Setup Bluetooth...........310 Setup telefoon..........311 Bedieningselementen telefoon....312 Gebruik maken van de telefoon .....312 Gebruik maken van de telefoon .....315...
  • Pagina 9 De zijde wordt Hartelijk dank voor het kiezen van een bepaald wanneer met het gezicht naar Ford. We adviseren u, enige tijd te nemen voren in de stoel wordt gezeten. om met uw auto kennis te maken door deze handleiding te lezen.
  • Pagina 10 ONDERDELEN vervangingsonderdelen zijn de enige vervangingsonderdelen met het voordeel Uw auto is volgens de hoogste normen van Ford Garantie. Schade aan uw auto gebouwd met gebruik van hoogwaardige die veroorzaakt wordt door andere onderdelen. We raden het gebruik van onderdelen dan die van Ford, wordt originele Ford en Motorcraft onderdelen mogelijk niet gedekt door Ford Garantie.
  • Pagina 11 In één oogopslag Overzicht instrumentenpaneel - stuur links Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 12 In één oogopslag Overzicht instrumentenpaneel - stuur rechts Lichtschakelaars. Zie Verlichtingsbediening (bladzijde 59). Luchtroosters. Zie Ventilatieroosters (bladzijde 119). Richtingaanwijzers. Zie Richtingaanwijzers (bladzijde 65). Toetsen van telefoon. Zie Bedieningselementen telefoon (bladzijde 312). Toetsen van spraakbediening. Zie Spraakgestuurd regelsysteem gebruiken (bladzijde 318). Bedieningstoetsen waarschuwingssysteem verlaten rijstrook. Zie Waarschuwing rijden buiten baan (bladzijde 203).
  • Pagina 13 In één oogopslag Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. Zie Waarschuwingsknipperlichten (bladzijde 68). Controlelampje airbag aan passagierszijde uitgeschakeld. Zie Passagiersairbag uitschakelen (bladzijde 35). Opbergvak. Zie Opbergruimtes (bladzijde 148). Schakelaars voor- en achterruitverwarming. Zie Verwarmde ruiten en spiegels (bladzijde 127). Bedieningselementen klimaatregeling. Zie Handmatige klimaatregeling (bladzijde 120).
  • Pagina 14 In één oogopslag Elektrische kinderveilig- Auto ontgrendelen heidssloten Trek een portierkruk uit om alle portieren en de achterklep te ontgrendelen en het alarmsysteem uit te schakelen. Auto vergrendelen Zie Kindersloten (bladzijde 29). Keyless entry (sleutelloze toegang) Voor het passief vergrendelen en ontgrendelen is een geldige passive key nodig die zich in de omgeving van een van de drie externe detectiezones bevindt.
  • Pagina 15 In één oogopslag Stuurwiel instellen Automatisch wissen WAARSCHUWING Verstel nooit het stuurwiel als de auto in beweging is. Hoge gevoeligheid Lage gevoeligheid Stel de gevoeligheid van de regensensor met de draaiknop in. Zie Automatisch in- en uitschakelende ruitenwissers (bladzijde 54). Ruitenwisserbladen vervangen LET OP U kunt de onderhoudsstand in de...
  • Pagina 16 In één oogopslag Zie Verlichtingsbediening (bladzijde 59). Automatische grootlichtregeling WAARSCHUWING Het systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. Een handmatige deactivering kan nodig zijn indien het systeem het grootlicht niet in- of uitschakelt.
  • Pagina 17 In één oogopslag Elektrisch bedienbare ruiten Zie Elektrisch verstelbare buitenspiegels (bladzijde 81). N.B.: Open de tegenovergestelde ruit enigszins om windgeluiden of schudden Informatiesysteem dode hoek door windstoten te voorkomen wanneer één (BLIS) ruit open staat. WAARSCHUWING Zie Elektrisch bedienbare ruiten (bladzijde 79).
  • Pagina 18 In één oogopslag Navigeer met de pijltjestoetsen door de Aanbevolen instellingen voor menu's en druk op OK om een keuze te verwarming maken. Zie Infodisplays (bladzijde 94). Handbediende klimaatregeling Interieur snel afkoelen Sluit de middelste luchtroosters en open de luchtroosters aan de zijkant. Richt de luchtroosters aan de zijkant op de zijruiten Voorruit ontdooien en ontwasemen...
  • Pagina 19 In één oogopslag Dieselroetfilter (DPF) Zie Motor starten en stoppen (bladzijde 153). WAARSCHUWING Keyless starten Laat de motor niet stationair draaien of parkeer de auto niet op droge bladeren, droog gras of ander brandbaar materiaal. Het DPF-regeneratieproces werkt met bijzonder hoge uitlaatgastemperaturen en na het uitschakelen van de motor en tijdens en na DPF-regeneratie blijft de uitlaat een aanzienlijke hoeveelheid hitte...
  • Pagina 20 In één oogopslag Handgeschakelde versnellingsbak Achteruitversnelling inschakelen Bij sommige auto's moet de kraag omhoog worden gebracht tijdens inschakelen van de achteruit. Breng het vulpistool tot en met de eerste Zie Handgeschakelde versnellingsbak nok op het vulpistool A in. Laat het rusten (bladzijde 171).
  • Pagina 21 In één oogopslag Houd het rempedaal ingedrukt en druk de schakelaar in. Parkeren Automatisch loszetten - loszetten bij Achteruit het wegrijden (DAR) Neutraal N.B.: Bij auto's met een automatische Rijden transmissie moet het bestuurdersportier Handmatig schakelen en worden gesloten en de veiligheidsgordel van sportmodus de bestuurder worden vastgemaakt voordat het DAR werkt.
  • Pagina 22 In één oogopslag Driver alert S-MAX WAARSCHUWING Het systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. Het systeem berekent een alertheidsscore die kan worden weergegeven in het informatiedisplay.
  • Pagina 23 In één oogopslag De auto op vier wielen slepen LET OP Voor bepaalde motor- en transmissiecombinaties wordt aangeraden de auto niet te slepen met de aandrijfwielen op de grond. Zie Auto op vier wielen slepen (bladzijde 244). Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 24 Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERZITJES WAARSCHUWINGEN Laat kinderen niet zonder toezicht in uw auto achter. Wanneer uw auto bij een aanrijding betrokken is geweest, dient u het kinderzitje door een hiertoe opgeleide monteur te laten controleren. N.B.: De wettelijke voorschriften t.a.v. het gebruik van kinderzitjes zijn per land verschillend.
  • Pagina 25 Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderveiligheidszitje WAARSCHUWINGEN Laat kinderen met een lichaamsgewicht van meer dan 15 kilogram, maar met een lengte van minder dan 150 centimeter in een kinderzitje of op een zitverhoger plaatsnemen. LET OP Wanneer u een kinderzitje op de achterbank gebruikt, zorg dan dat het kinderzitje stevig tegen de stoel rust.
  • Pagina 26 Als echter door Ford aanbevolen kinderzitjes. bij gebruik van een groter kinderzitje de Wanneer u een kinderzitje van groep afdekking moet worden verwijderd en de...
  • Pagina 27 Veiligheidsuitrusting voor kinderen N.B.: Bij gebruik van een kinderzitje op de N.B.: Wanneer een kinderzitje op een stoel voorstoel, dient u de voorste passagiersstoel op de tweede zitrij wordt geplaatst, breng altijd zo ver mogelijk naar achteren te dan de stoel in de meest praktische stand verschuiven.
  • Pagina 28 Veiligheidsuitrusting voor kinderen Gewichtsgroepen Tot 10 kg Tot 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg Zitplaatsen Kindervei- Babyzitje ligheids- Zitverhoger of kussen zitje Derde zitrij Galaxy Derde zitrij S-MAX L, UF L, UF X Niet geschikt voor kinderen van deze gewichtsgroep.
  • Pagina 29 Ford aanbevolen kinderzitjes. Ten tijde van publicatie is de aanbevolen groep 1 ISOFIX kinderzitjes de Britax Romer Duo. Neem contact op met uw dealer voor de laatste informatie betreffende door Ford aanbevolen kinderzitjes. Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 30 Veiligheidsuitrusting voor kinderen Verankeringspunten bovenste ISOFIX gordel VERANKERINGSPUNTEN WAARSCHUWING Gebruik bij toepassing van het ISOFIX systeem een voorziening dat voorkomt dat de veiligheidsgordel kan draaien. Wij raden het gebruik van een veiligheidsgordel aan de bovenzijde of een steun aan. N.B.: Wanneer u een ISOFIX kinderzitje aanschaft, let er dan op dat dit geschikt is voor de gewichtsgroep van uw kind en dat de ISOFIX maatklasse geschikt is voor de...
  • Pagina 31 Veiligheidsuitrusting voor kinderen 3. Druk het kinderzitje stevig naar achteren zodat de onderste ISOFIX verankeringspunten goed aangrijpen. 4. Bevestig de veiligheidsgordel volgens Linkerzijde de instructies van de fabrikant van het Draai linksom om te vergrendelen en kinderzitje. rechtsom om te ontgrendelen. KINDERSLOTEN Rechterzijde Draai rechtsom om te vergrendelen en...
  • Pagina 32 Veiligheidsuitrusting voor kinderen Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 33 Bescherming van inzittenden N.B.: Reinig de panelen van de airbags met WERKING een vochtige doek. Airbags Airbags voor de bestuurder en passagier, voorin WAARSCHUWINGEN Wijzig de voorzijde van de wagen op geen enkele wijze. Dit zou nadelige gevolgen voor het ontvouwen van de airbags kunnen hebben.
  • Pagina 34 Bescherming van inzittenden lichaam van de inzittende, waardoor hij Side curtains een kussen vormt tussen de knieën van de bestuurder en de stuurkolom. Tijdens het over de kop slaan van de auto, aanrijdingen van achteren en opzij wordt de knieairbag niet geactiveerd.
  • Pagina 35 Bescherming van inzittenden WAARSCHUWINGEN Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet slap of gedraaid zit. Draag geen dikke kleding. De veiligheidsgordels bieden optimale bescherming wanneer ze nauwsluitend worden gedragen. Leg de schoudergordel over het midden van de schouder en leg de heupgordel strak over uw heupen.
  • Pagina 36 Bescherming van inzittenden Veiligheidsgordel op tweede zitrij Druk de rode toets op het linker gordelslot in om de veiligheidsgordel los te maken. Laat de gordel oprollen. Het oprolmechanisme van de Druk op de knop aan de zijkant van het veiligheidsgordel van de middelste zwarte gordelslot om de gordel los te achterstoel bevindt zich in het dak.
  • Pagina 37 UITSCHAKELEN Herinneringssysteem uitschakelen WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de airbag aan Neem contact op met uw Ford dealer. passagierszijde is uitgeschakeld wanneer u een kinderzitje achterwaarts op de passagiersstoel voorin plaatst. Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 38 Bescherming van inzittenden Airbag aan passagierszijde uitschakelen Uitgeschakeld Schakelaar voor airbag aan Ingeschakeld passagierszijde monteren Zet de schakelaar in stand A. WAARSCHUWING Controleer bij het aanzetten van het Wanneer u een kinderzitje op een contact, of de controlelamp airbag aan stoel moet plaatsen, waarvoor zich passagierszijde uitgeschakeld gaat een operationele airbag bevindt, laat...
  • Pagina 39 Sleutels en afstandsbediening 3. Houd de sleutel in stand 0 en druk ALGEMENE INFORMATIE binnen 10 seconden op een willekeurige OVER RADIOFREQUENTIES toets van de afstandsbediening. Via een signaal of LED ontvangt u LET OP bevestiging dat het programmeren is voltooid.
  • Pagina 40 Sleutels en afstandsbediening Afstandsbediening met inklapbaar 4. Draai de afstandsbediening om om de sleutelblad batterij te verwijderen. 5. Breng een nieuwe batterij (3V CR 2032) aan met de + naar boven gekeerd. 6. Vervang het batterijkapje. Afstandsbediening zonder inklapbaar sleutelblad Plaats een schroevendraaier op de afgebeelde positie en druk de klem voorzichtig in.
  • Pagina 41 Sleutels en afstandsbediening 4. Steek de schroevendraaier voorzichtig in de afgebeelde positie om de afstandsbediening te openen. LET OP Raak de batterijcontacten of de printplaat niet met de schroevendraaier aan. 5. Maak de batterij voorzichtig met de schroevendraaier los. 6. Breng een nieuwe batterij (3V CR 2032) aan met de + naar beneden gekeerd.
  • Pagina 42 Sloten Dubbele vergrendeling is een voorziening VERGRENDELEN EN tegen diefstal die voorkomt dat personen ONTGRENDELEN de portieren van binnenuit kunnen ontgrendelen. U kunt de portieren alleen LET OP dubbel vergrendelen indien ze allemaal zijn gesloten. Controleer of uw auto vergrendeld is voordat u deze onbeheerd achterlaat.
  • Pagina 43 Sloten Portieren met de sleutel dubbel De portieren van binnenuit vergrendelen vergrendelen en ontgrendelen Draai de sleutel tweemaal binnen drie Bestuurdersportier seconden in de stand vergrendelen om de portieren dubbel te vergrendelen. Portieren en achterklep vergrendelen en ontgrendelen met de afstandsbediening Ontgrendelen Alle portieren vergrendelen Vergrendelen...
  • Pagina 44 Sloten Achterklep Ontgrendelfunctie opnieuw programmeren Achterklep openen De ontgrendelfunctie kan zodanig worden geprogrammeerd dat alleen het bestuurdersportier wordt ontgrendeld. Zie Programmeren van de afstandsbediening (bladzijde 37). SLEUTELLOZE TOEGANG Algemene informatie WAARSCHUWING Het keyless entry systeem werkt misschien niet wanneer de sleutel Achterklep openen met de zich dicht bij metalen voorwerpen of afstandsbediening...
  • Pagina 45 Sloten Voor het passief vergrendelen en ontgrendelen is een geldige passive key nodig die zich in de omgeving van een van de drie externe detectiezones bevindt. Deze zones bevinden zich op ongeveer anderhalve meter afstand van de portierkrukken aan bestuurders- en passagierszijde en de achterklep.
  • Pagina 46 Sloten kofferdeksel/ achterklep Alleen bestuurdersportier ontgrendelen N.B.: Als de passive key zich in de bagageruimte bevindt, kan de kofferdeksel/ Indien de ontgrendelfunctie opnieuw is achterklep niet worden gesloten en komt geprogrammeerd zodat alleen het deze weer omhoog. bestuurdersportier wordt ontgrendeld ( Zie Sleutels en afstandsbediening N.B.: Indien zich een tweede geldige passive (bladzijde 37).
  • Pagina 47 Sloten Portieren met de sleutelbaard Integraal openen vergrendelen en ontgrendelen Druk, om alle ruiten te openen, op de Verwijder voorzichtig de kapje. ontgrendel toets en houd deze minstens drie seconden ingedrukt. Druk nogmaals 2. Verwijder de sleutelbaard en steek hem op de vergrendel of de ontgrendel toets in het slot.
  • Pagina 48 Sloten N.B.: Het integraal sluiten kan worden geactiveerd met behulp van de toets op de kruk op het bestuurdersportier. Integraal openen en sluiten kan ook worden geactiveerd met de toetsen op de passive key. Druk om alle ruiten te sluiten op de vergrendeltoets en houd deze minstens twee seconden ingedrukt.
  • Pagina 49 Wanneer u een sleutel verliest, kunt u bij uw Ford dealer een vervangingssleutel verkrijgen. Geef, indien mogelijk, uw dealer het sleutelnummer door, dat op het plaatje staat dat met de originele sleutels is geleverd.
  • Pagina 50 Alarm Auto's met dakconsole WERKING Alarmsysteem Uw auto kan zijn uitgerust met één van de volgende alarmsystemen: • Perimeter alarminstallatie. • Perimeter alarminstallatie met interieursensoren. • Categorie 1 alarm met interieursensoren en sirene met afzonderlijke accu. • Categorie 1 alarm met interieursensors, WAARSCHUWING sirene met afzonderlijke accu en De sensors mogen niet afgedekt zijn.
  • Pagina 51 Alarm N.B.: Wanneer de auto met ingeschakeld Bij volledige beveiliging worden de alarm op een veerboot wordt geplaatst, interieursensors en de kantelsensors moeten de hellingssensors worden geactiveerd bij het inschakelen van het uitgeschakeld door een gereduceerde alarm. beveiligingsklasse te selecteren. Hierdoor N.B.: Dit kan resulteren in vals alarm wordt voorkomen dat het alarmsignaal door wanneer zich dieren of bewegende...
  • Pagina 52 Alarm Volledige of gereduceerde beveiliging 3. Selecteer Alarm en druk op de rechter selecteren pijltjestoets. 4. Selecteer Gereduceerd of Voll. N.B.: Door Gereduceerd te selecteren alarm. Wanneer u wenst dat dit wordt het alarmsysteem niet permanent in telkens wordt gevraagd bij het de gereduceerde beveiligingsmodus gezet.
  • Pagina 53 Alarm Uitvoeringen met keyless entry systeem N.B.: Voor keyless entry moet zich binnen het detectiegebied van dat portier een geldige passive key bevinden. Zie Sleutelloze toegang (bladzijde 42). Perimeter alarminstallatie Schakel de alarminstallatie en het alarmsignaal uit door de portieren te ontgrendelen en zet het contact aan, of ontgrendel de portieren of de achterklep met de afstandsbediening.
  • Pagina 54 Stuurwiel STUURWIEL AFSTELLEN WAARSCHUWING Duw de ontgrendelingshendel WAARSCHUWING helemaal op zijn plaats wanneer u deze weer in de oude stand zet. Verstel nooit het stuurwiel als de auto in beweging is. AUDIOBEDIENING N.B.: Controleer of u in de juiste positie zit. Zie De juiste zitpositie innemen (bladzijde 134).
  • Pagina 55 Stuurwiel Zoekfunctie Druk op de seek toets om: • af te stemmen op het volgende radiostation op een hogere of lagere frequentie • het volgende of vorige nummer op de CD af te spelen • de cassetteband snel voor- of achterwaarts te laten spoelen.
  • Pagina 56 Ruitenwissers en ruitensproeiers VOORRUITWISSERS AUTOMATISCH IN- EN UITSCHAKELENDE RUITENWISSERS LET OP Schakel de automatische wisfunctie niet bij droog weer in. De regensensor is bijzonder gevoelig en de ruitenwissers kunnen in werking treden indien de voorruit met vuil, mist of vliegen in aanraking komt.
  • Pagina 57 Ruitenwissers en ruitensproeiers Wanneer u de automatische wisfunctie ACHTERRUITWISSERS EN - inschakelt, maken de ruitenwissers pas een SPROEIERS wisbeweging nadat water op de voorruit is geregistreerd. De regensensor meet Wissen met intervallen daarna continu de hoeveelheid water op de voorruit en zal de snelheid van de ruitenwissers automatisch instellen.
  • Pagina 58 Ruitenwissers en ruitensproeiers VOORRUITSPROEIERS RUITENWISSERBLADEN AFSTELLEN CONTROLEREN De ruitensproeiers kunnen worden afgesteld door een speld in de kogelvormige sproeierkoppen te steken en Controleer met uw vingertoppen de rubber de sproeiers in de gewenste stand te randen van de ruitenwisserbladen op draaien.
  • Pagina 59 Ruitenwissers en ruitensproeiers N.B.: De bladen van voorruitwissers hebben Aanbrengen geschiedt in omgekeerde zijn verschillend qua lengte. Zie Technische volgorde van verwijderen. specificatie (bladzijde 58). Wanneer u N.B.: Controleer of het ruitenwisserblad ruitenwisserbladen met een onjuiste lengte goed op zijn plaats komt te zitten. aanbrengt, is het mogelijk dat de regensensor niet correct meer werkt.
  • Pagina 60 Ruitenwissers en ruitensproeiers Aanbrengen geschiedt in omgekeerde volgorde van verwijderen. TECHNISCHE SPECIFICATIE Lengte van de ruitenwisserbladen van de voorruit Afmeting in mm (inches) Linkerzijde Rechterzijde Wagens met automatische 750 (29,5) 650 (25,6) ruitenwissers Wagens zonder automati- 750 (29,5) 700 (27,6) sche ruitenwissers Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 61 Verlichting ALGEMENE INFORMATIE VERLICHTINGSBEDIENING Condensvorming in lampen Standen van de lichtschakelaar Lampen van de buitenverlichting hebben ontluchtingsopeningen ten behoeve van normale wijzigingen in de luchtdruk Condensvorming kan een natuurlijke bijkomstigheid van deze constructie zijn. Wanneer vochtige lucht via de ontluchtingsopeningen in de lampeenheid binnendringt, bestaat de mogelijkheid dat condensvorming optreedt wanneer de temperatuur laag is.
  • Pagina 62 Verlichting Een zijde Wanneer alle deuren zijn gesloten en een deur wordt binnen de 30 seconden vertragingstijd weer geopend, start de tijdschakeling van drie minuten opnieuw. De home safe functie kan worden uitgeschakeld door hetzij de richtingaanwijzerhendel opnieuw naar het stuurwiel te trekken of door het contact aan te zetten.
  • Pagina 63 • De rijsnelheid minder wordt dan 25 km/u. Breng altijd Originele Ford Onderdelen aan wanneer gloeilampen voor de • De camerasensor te heet is of versperd koplampen worden vervangen.
  • Pagina 64 Verlichting N.B.: Dit is een tijdelijke onderbreking en het systeem keert na een korte periode naar automatische werking terug. Om het systeem permanent te deactiveren, gebruikt u het informatiedisplaymenu of schakelt u de lichtschakelaar van automatisch inschakelende koplampen naar koplampen. VOORSTE MISTLAMPEN Zet de schakelaar in de stand van de automatisch inschakelende koplampen.
  • Pagina 65 Verlichting KOPLAMPHOOGTE AFSTELLEN N.B.: Uitvoeringen met Xenon koplampen zijn uitgerust met automatische regeling van de koplamplichtbundels. Hoge stand van de koplamplichtbundels Lage stand van de koplamplichtbundels U kunt de hoogte van de koplamplichtbundels aanpassen aan de belading van de wagen. Aanbevolen regelknopstanden Belading Lading in baga-...
  • Pagina 66 Verlichting ADAPTIEVE KOPLAMPEN zonder AFS met AFS Bij storingen in het systeem verschijnt een Het AFS stelt het dimlicht afhankelijk van bericht op het informatiedisplay. Zie de richting en de snelheid van de wagen Infoberichten (bladzijde 107). De af. Het verbetert het zicht tijdens het rijden koplampen worden in een vaste centrale in het donker en helpt verblinding van stand of die van het dimlicht gesteld.
  • Pagina 67 Verlichting Bochtverlichting Lichtbundel van koplamp Lichtbundel van bochtverlichting N.B.: Beweeg de Bij het nemen van een bocht verlicht de richtingaanwijzerschakelaar even omhoog bochtverlichting de binnenzijde van de of omlaag om de richtingaanwijzers bocht. driemaal te laten knipperen. RICHTINGAANWIJZERS Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 68 Verlichting Leeslampen INTERIEURVERLICHTING Instapverlichting Wanneer u het contact afzet, gaan de leeslampen korte tijd later automatisch uit om te voorkomen dat de accu leegraakt. Zet het contact korte tijd aan om de verlichting weer in te schakelen. LED-interieurverlichting Portiercontact N.B.: Lampen kunnen afzonderlijk van elkaar worden ingeschakeld, maar niet afzonderlijk worden uitgeschakeld als de bestuurder alle lampen heeft ingeschakeld.
  • Pagina 69 Verlichting Zijdelings gemonteerde lamp Centraal gemonteerde lamp Aan/uit-schakelaar leeslamp Aan/uit-schakelaar leeslamp rechterzijde Portierfunctieschakelaar Aan/uit-schakelaar leeslamp linkerzijde Aan/uit-schakelaar alle lampen Portierfunctieschakelaar Als u op B drukt blijven alle lampen Aan/uit-schakelaar alle lampen uitgeschakeld wanneer het portier geopend wordt. Druk nogmaals op de Als u op C drukt blijven alle lampen schakelaar om dit ongedaan te maken.
  • Pagina 70 Verlichting Verlichting make-up spiegels EEN KOPLAMP VERWIJDEREN WAARSCHUWING Laat Xenon gloeilampen door een goed opgeleide monteur vervangen. Er bestaat kans op een elektrische schok. Open de motorkap. Zie De motorkap openen en sluiten (bladzijde 246). Wanneer u het contact afzet, gaat de verlichting van de make-up spiegels korte tijd later automatisch uit om te voorkomen dat de accu leegraakt.
  • Pagina 71 Verlichting 3. Trek de multistekker los. N.B.: De volgende instructies beschrijven hoe de gloeilampen moeten worden 4. Trek de koplamp zover mogelijk naar verwijderd. Breng de nieuwe gloeilampen in het midden van de auto en maak hem omgekeerde volgorde van verwijderen aan, los van het onderste bevestigingspunt.
  • Pagina 72 Verlichting Koplamp, dimlicht Verwijder de koplamp. Zie Een koplamp verwijderen (bladzijde 68). 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. 3. Druk voorzichtig de gloeilamp in de lamphouder en draai de gloeilamp 3.
  • Pagina 73 Verlichting Dagrijlichten N.B.: Deze items kunnen niet worden gerepareerd; raadpleeg a.u.b. uw dealer wanneer deze defect raken. 2. Verwijder de lamphouder. 3. Verwijder de gloeilamp. Naderingslicht N.B.: Draai het spiegelglas zover mogelijk naar binnen. Zijknipperlicht Steek een schroevendraaier in de spleet tussen het spiegelhuis en het spiegelglas maak de metalen klem los.
  • Pagina 74 Verlichting 5. Draai de lamphouder van het stadslicht linksom en verwijder hem. 6. Verwijder de gloeilamp van het stadslicht. Mistlamp en stadslicht (Galaxy) 2. Verwijder de lamp. 3. Verwijder de gloeilamp. Mistlamp en stadslicht (S-MAX) Verwijder de koplamp voor toegang tot de mistlamp.
  • Pagina 75 Verlichting 5. Draai de lamphouder van het stadslicht linksom en verwijder hem. 6. Verwijder de gloeilamp van het stadslicht. Achterlichten (S-MAX) Richtingaanwijzer en rem-/achterlicht N.B.: Deze items kunnen niet worden gerepareerd; raadpleeg a.u.b. uw dealer wanneer deze defect raken. 2. Verwijder de vleugelmoeren. 3.
  • Pagina 76 Verlichting Achterlicht (Galaxy) Richtingaanwijzer en rem-/achterlicht 3. Verwijder de lamp. 4. Trek de multistekker los. Verwijder het bekledingspaneel. N.B.: Sommige auto's zijn uitgerust met LED-achterlichten. Deze items kunnen niet worden gerepareerd; raadpleeg a.u.b. uw dealer wanneer deze defect raken. 2. Verwijder de vleugelmoeren. 5.
  • Pagina 77 Verlichting Achteruitrijlamp, achterlicht en 5. Verwijder de schroef. mistachterlicht 6. Verwijder de lamphouder. Druk voorzichtig de gloeilamp in de lamphouder en draai de gloeilamp linksom. Verwijder de gloeilamp. Derde remlicht N.B.: Deze items kunnen niet worden gerepareerd; raadpleeg a.u.b. uw dealer wanneer deze defect raken.
  • Pagina 78 Verlichting Leeslampen Auto's zonder interieursensors Auto's zonder interieursensors Werk voorzichtig de lamp los. 2. Verwijder het lampglas. Werk voorzichtig de lamp los. 3. Verwijder de gloeilamp. 2. Verwijder het lampglas. 3. Verwijder de gloeilamp. Auto's met interieursensors Auto's met interieursensors Werk voorzichtig de lamp los.
  • Pagina 79 Verlichting Werk de lamp voorzichtig los. 2. Verwijder de gloeilamp. Bagageruimtelamp en achterkleplamp 3. Verwijder de gloeilamp. Verlichting make-up spiegel Werk de lamp voorzichtig los. 2. Verwijder de gloeilamp. GLOEILAMPENTABEL Lamp Specificatie Vermogen (watt) Richtingaanwijzer, voor PY21W Koplamp, grootlicht Koplamp, dimlicht Bochtverlichting Zijknipperlicht Naderingslicht...
  • Pagina 80 Verlichting Lamp Specificatie Vermogen (watt) Stadslicht Richtingaanwijzer, achter PY21W Mistachterlicht P21W Achteruitrijlamp P21W Kentekenplaatverlichting Interieurverlichting Buislamp Leeslamp BA9s Verlichting make-up spiegel Verlichting bagageruimte Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 81 Ruiten en spiegels Schakelaar op het ELEKTRISCH BEDIENBARE bestuurdersportier RUITEN WAARSCHUWING Schakel de elektrisch bedienbare ruiten niet in tenzij deze vrij zijn van obstructies. N.B.: Wanneer de ruiten gedurende korte tijd vaak worden bediend kan het systeem een bepaalde tijd buiten werking treden om schade door oververhitting te voorkomen.
  • Pagina 82 Ruiten en spiegels Veiligheidsschakelaar voor de Antiklemfunctie uitschakelen achterste ruiten LET OP WAARSCHUWING Wanneer u de ruit voor de derde keer sluit, wordt de antiklemfunctie Bij sommige auto's worden door uitgeschakeld. Controleer of er geen drukken op de schakelaar tevens de obstakels in de weg zitten.
  • Pagina 83 Ruiten en spiegels 3. Open de ruit en probeer hem ELEKTRISCH VERSTELBARE automatisch te sluiten. BUITENSPIEGELS 4. Herhaal de procedure wanneer de ruit niet automatisch sluit. Veiligheidsmodus WAARSCHUWING De antiklemfunctie werkt tijdens deze procedure niet. Wanneer het systeem een storing vaststelt, treedt de veiligheidsmodus in werking.
  • Pagina 84 Ruiten en spiegels De spiegels klappen automatisch uit N.B.: Wanneer de spiegels gedurende korte wanneer u de auto vergrendelt met behulp tijd vaak worden bediend, kan het systeem van de sleutel, de afstandsbediening of tijdelijk buiten bedrijf zijn om schade door een verzoek van de sleutelloze toegang.
  • Pagina 85 Ruiten en spiegels AUTOMATISCH DIMMENDE SPIEGEL De automatisch dimmende achteruitkijkspiegel voorkomt verblinding door achteropkomend verkeer. Bij Sluiten ingeschakelde achteruitversnelling werkt hij niet. ACHTERSTE ZIJRUITEN Handbediende achterste zijruiten Openen Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 86 Ruiten en spiegels INFORMATIESYSTEEM DODE HOEK Informatiesysteem dode hoek (BLIS) WAARSCHUWINGEN Het systeem is niet ontworpen om contact met andere auto's of voorwerpen te voorkomen. Het systeem dient alleen als een waarschuwing om te helpen bij het registreren van auto's in blinde hoeken. Het systeem registreert geen voorwerpen, voetgangers, motorrijders of fietsers.
  • Pagina 87 Ruiten en spiegels Gebruik van het systeem LET OP Breng geen voorwerpen zoals Het systeem geeft een gele indicator weer bumperstickers aan in dit gebied. die is aangebracht in de buitenspiegels. Reparaties aan deze gebieden met behulp van carrosserievulmiddel hebben een nadelige invloed op de prestaties van het systeem.
  • Pagina 88 Ruiten en spiegels Het kan voorkomen dat het systeem een Geblokkeerde sensor waarschuwing afgeeft wanneer er geen WAARSCHUWING auto in de blinde hoek aanwezig is. Voordat het systeem een blokkering Gevallen waar dit kan voorkomen: heeft geregistreerd en een • Vangrails.
  • Pagina 89 Ruiten en spiegels Als de auto is uitgerust met een trekhaakmodule die door ons is goedgekeurd, registreert het systeem een aangesloten aanhangwagen en wordt gedeactiveerd. Op de informatiedisplay verschijnt ter bevestiging een mededeling. Zie Infoberichten (bladzijde 107). De BLIS-controlelamp gaat branden. Zie Waarschuwings- en indicatielampen (bladzijde 90).
  • Pagina 90 Instrumentenpaneel METERS Type 1 en 2 Toerenteller Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofmeter Snelheidsmeter Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 91 Instrumentenpaneel Type 3 Toerenteller Snelheidsmeter Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofmeter Informatiecentrum. Zie Infodisplays (bladzijde 94). LET OP Koelvloeistoftemperatuurmeter Start de motor niet voordat de N.B.: Bij type 3 wordt deze meter oorzaak voor de oververhitting is weergegeven binnen het berichtencentrum; verholpen. echter alleen wanneer dit nodig is. Zie Infodisplays (bladzijde 94).
  • Pagina 92 Instrumentenpaneel Brandstofmeter Waarschuwingslampje airbag N.B.: Bij type 3 wordt deze meter Brandt deze lamp tijdens het weergegeven in het berichtencentrum. rijden, dan wijst dit op een storing. Laat het systeem door De pijl naast het symbool van de pomp een goed opgeleide monteur controleren. duidt aan aan welke zijde zich de klep van de brandstofvulopening bevindt.
  • Pagina 93 Instrumentenpaneel Controlelamp Forward Alert Wanneer de lamp na het starten blijft branden of oplicht tijdens Dit brandt wanneer deze functie het rijden, dan wijst dit op een wordt uitgeschakeld. Zie storing. Breng de auto tot stilstand zodra Functie dit veilig kan en schakel de motor uit. voorgangerwaarschuwing (forward CONTROLEER het koelvloeistofpeil.
  • Pagina 94 Instrumentenpaneel Waarschuwing voor verlaten Wanneer de lamp na het starten rijstrook (lane departure) blijft branden of tijdens het rijden gaat branden, duidt dit op een Deze brandt wanneer deze storing. Breng de auto tot stilstand zodra functie wordt uitgeschakeld of dit veilig kan en schakel de motor uit.
  • Pagina 95 Instrumentenpaneel Wanneer u ESC uitschakelt, gaat de waarschuwingslamp branden. De lamp gaat uit wanneer u het systeem weer inschakelt of wanneer u het contact afzet. Start/stop-indicatielamp Deze lamp brandt om u te informeren over wanneer de motor wordt uitgeschakeld of in combinatie met een bericht.
  • Pagina 96 Infodisplays Druk op de op en neer pijltjestoetsen: ALGEMENE INFORMATIE • om door de displays van de WAARSCHUWING boordcomputer te scrollen • om door de opties van een menu te Bedien de toetsen van het scrollen en deze te selecteren. informatiedisplay niet tijdens het rijden.
  • Pagina 97 Infodisplays Functie Type 1 Type 2 Type 3 Display-instellingen Standkachel instellen Bediening navigatiesysteem Bediening CD-speler Bediening CD-wisselaar Bediening radio Bediening telefoon Bediening auxiliary aansluiting Druk op de op en neer pijltjestoetsen op Type 1 het stuurwiel om door de displays van de boordcomputer te scrollen.
  • Pagina 98 Infodisplays Menustructuur Druk op de op en neer pijltjestoetsen op Type 2 het stuurwiel om door de displays van de boordcomputer te scrollen. Zie Tripcomputer (bladzijde 103). Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 99 Infodisplays Menustructuur Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 100 Infodisplays Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 101 Infodisplays Type 3 CD-speler CD-wisselaar Radio Telefoon Boordcomputer Scroll met de toetsen door de menudisplays. Instellingen Lijst met componenten De geselecteerde icoon geeft het menu Externe (auxiliary) ingang weer dat in gebruik is. Navigatie Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 102 Infodisplays Menustructuur Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 103 Infodisplays Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 104 Infodisplays Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 105 Infodisplays Gemiddeld brandstofverbruik TRIPCOMPUTER Geeft het gemiddelde brandstofverbruik aan vanaf het moment dat de functie op Kilometerteller nul werd teruggesteld. De kilometerteller geeft het totale aantal Gemiddelde snelheid gereden kilometers weer. Geeft de berekende gemiddelde snelheid Dagteller aan vanaf het moment dat de functie op nul werd teruggesteld.
  • Pagina 106 Infodisplays Type 1 en 2 Boordcomputer terugstellen met behulp van het hoofdmenu Een bepaald display terugstellen: Druk op de rechter pijltjestoets op het stuurwiel om het hoofdmenu binnen te gaan. 2. Selecteer Reset teller met de op en neer pijltjestoetsen en druk op de rechter pijltjestoets.
  • Pagina 107 Infodisplays Selecteer Boordcomputer met de op 6. Druk op de linker pijltjestoets om het en neer pijltjestoetsen en druk op de menu te verlaten. Houd de linker rechter pijltjestoets. pijltjestoets ingedrukt om naar het scherm van de boordcomputer terug 2. Selecteer de functie die moet worden te keren.
  • Pagina 108 Infodisplays Type 1 en 2 Engels, Duits, Italiaans, Frans, Spaans, Turks, Russisch, Nederlands, Pools, Druk op de rechter pijltjestoets op het Zweeds en Portugees. stuurwiel om het hoofdmenu binnen te gaan. Type 1 en 2 2. Selecteer Setup met de op en neer Druk op de rechter pijltjestoets op het pijltjestoetsen en druk op de rechter stuurwiel om het hoofdmenu binnen...
  • Pagina 109 Infodisplays Metrische of Engelse eenheden kiezen: INFOBERICHTEN Type 1 en 2 Druk op de rechter pijltjestoets op het stuurwiel om het hoofdmenu binnen te gaan. 2. Selecteer Setup met de op en neer pijltjestoetsen en druk op de rechter pijltjestoets. 3.
  • Pagina 110 Infodisplays Actuele berichten bekijken Type 3 Druk op de rechter pijltoets op het Type 1 en 2 stuurwiel om het hoofdmenu binnen Druk op de rechter pijltoets op het te gaan. stuurwiel om het hoofdmenu binnen 2. Selecteer Settings met de op en neer te gaan.
  • Pagina 111 Infodisplays Alarm Richtingaan- Mededeling Uit te voeren handelingen wijzer Alarm afgegaan oranje Zie Alarm (bladzijde 48). Alarmsysteem: Laat het systeem door een goed opgeleide onderh. nodig monteur controleren. Automatische grootlichtregeling, waarschuwingssysteem verlaten rijstrook en waarschuwingssysteem bestuurder Mededeling Richtingaan- Uit te voeren handelingen wijzer Bestuurder moe rood...
  • Pagina 112 Infodisplays Controlefunctie blinde hoek Richtingaan- Mededeling Uit te voeren handelingen wijzer BLIS sensor Zie Informatiesysteem dode hoek (bladzijde oranje geblokk. 84). BLIS: storing rechter Laat het systeem zo snel mogelijk door een goed oranje sensor opgeleide en vakkundige monteur controleren. BLIS: storing linker Laat het systeem zo snel mogelijk door een goed oranje...
  • Pagina 113 Infodisplays Cruise control en adaptieve cruise control (ACC) Richtingaan- Mededeling Uit te voeren handelingen wijzer Laat het systeem zo snel mogelijk door een goed ACC storing oranje opgeleide en vakkundige monteur controleren. Maak radarsensor Zie Adaptieve snelheidsregeling (ACC) oranje schoon (bladzijde 192).
  • Pagina 114 Infodisplays Startblokkeringssysteem Richtingaan- Mededeling Uit te voeren handelingen wijzer Immobilisatie actief oranje Zie Motorstartblokkering (bladzijde 47). Hellingstart Richtingaan- Mededeling Uit te voeren handelingen wijzer Hellingstart niet Laat het systeem door een goed opgeleide oranje beschikb. monteur controleren. Haal parkrem aan! oranje Zie Regeling voor bergop rijden (bladzijde 181).
  • Pagina 115 Infodisplays Verlichting Richtingaan- Mededeling Uit te voeren handelingen wijzer Verlichting voren Laat het systeem zo snel mogelijk door een goed oranje defect opgeleide en vakkundige monteur controleren. Een of beide gloeilampen van het dimlicht is of Lamp defect: zijn defect. Controleer de gloeilampen van het dimlicht dimlicht.
  • Pagina 116 Infodisplays Richtingaan- Mededeling Uit te voeren handelingen wijzer Laat het systeem zo snel mogelijk door een goed Water in brandstof oranje opgeleide en vakkundige monteur controleren. Ruitenwaterpeil Zie Ruitensproeiervloeistof controleren laag (bladzijde 258). Laat het systeem door een goed opgeleide Ververs olie monteur controleren.
  • Pagina 117 Infodisplays Elektrische parkeerrem (EPB) Richtingaan- Mededeling Uit te voeren handelingen wijzer Park brake Laat het systeem zo snel mogelijk door een goed rood malfunction opgeleide en vakkundige monteur controleren. Release park brake rood Zie Elektronische parkeerrem (bladzijde 175). Handrem aange- oranje Zie Elektronische parkeerrem (bladzijde 175).
  • Pagina 118 Infodisplays Start/stop Berichten- Mededeling Uit te voeren handelingen indicator Schakel het contact uit voordat u uit het voertuig Auto StartStop Contact stapt als het systeem de motor uitgeschakeld rood heeft. Zie Start/stop knop gebruiken (bladzijde 160). De motor moet weer worden gestart; trap het Auto StartStop Kopp.
  • Pagina 119 Infodisplays Controlesysteem lage bandenspanning Mededeling Richtingaan- Uit te voeren handelingen wijzer Controleer ..rood De aangeduide band blijft leeglopen. Controleer Band! de band en pomp deze band op tot de aanbe- volen bandenspanning. Zie Technische specifi- catie (bladzijde 275).
  • Pagina 120 Infodisplays Mededeling Richtingaan- Uit te voeren handelingen wijzer Pomp banden op v. oranje De bandenspanning is niet geschikt om tegen 160 hoge snelh. km/u (100 mph) te rijden. Pomp de banden op tot de aanbevolen bandenspanning. Zie Techni- sche specificatie (bladzijde 275). Dit bericht wordt slechts een paar seconden weergegeven bij een waarschuwing lage bandenspanning.
  • Pagina 121 Klimaatregeling Het interieur verwarmen WERKING Laat de lucht naar de beenruimten Buitenlucht stromen. Laat, bij koud of vochtig weer, een geringe hoeveelheid lucht naar de Houd de luchtinlaten voor de voorruit vrij voorruit en de portierruiten stromen. van belemmeringen (sneeuw, bladeren, enz.) zodat het klimaatregelsysteem Het interieur afkoelen effectief kan werken.
  • Pagina 122 Klimaatregeling Luchtroosters tweede zitrij Gebruik de bovenste luchtroosters om de zijruiten te ontdooien of te ontwasemen. Luchtroosters derde zitrij HANDMATIGE KLIMAATREGELING Luchtverdeelknop Voorruit Luchtstroom uit onderste luchtrooster Beenruimte en voorruit Luchtstroom uit bovenste Beenruimte luchtrooster Hoofdniveau en beenruimte Bovenste luchtrooster Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 123 Klimaatregeling Ventilatie Hoofdniveau Hoofdniveau en voorruit De luchtverdeelknop kan in elke gewenste stand tussen de symbolen worden gezet. Aanjager Stel de regelknoppen van de luchtstroom, de aanjager en luchtroosters naar wens in. Airconditioning Airconditioning in- en uitschakelen Wanneer u de aanjager uitschakelt, wordt ook de airconditioning uitgeschakeld.
  • Pagina 124 Klimaatregeling Interieur snel afkoelen Wanneer u de luchtverdeelknop in een andere stand dan stand A zet, blijft de A/C ingeschakeld. U kunt de airconditioning en luchtrecirculatie in- en uitschakelen terwijl de luchtverdeelknop in de stand A staat. Schakel zo nodig de ruitverwarming in. Zie Verwarmde ruiten en spiegels (bladzijde 127).
  • Pagina 125 Klimaatregeling AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING Twee zones Drie zones Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 126 Klimaatregeling Uw auto heeft een systeem met twee of U kunt de temperatuur tussen 16 ºC en 28 drie zones. Wanneer het systeem in de ºC met stappen van 0,5 ºC instellen. In de mono modus staat, worden alle stand LO (lager dan 16 ºC) schakelt het temperatuurzones gekoppeld aan de zone systeem over op continu koelen, in de aan bestuurderszijde.
  • Pagina 127 Klimaatregeling Voorruit ontdooien en Druk op de MONO toets. MONO verschijnt ontwasemen op de display en de temperatuur aan passagierszijde wordt aangepast aan de temperatuur aan bestuurderszijde. Aanjager Wanneer u voorruit ontdooien en Hoge snelheid ontwasemen kiest schakelen A, B en C automatisch uit en wordt de airconditioning ingeschakeld.
  • Pagina 128 Klimaatregeling Airconditioning achterin N.B.: In de auto modus wordt bij hoge (automatische klimaatregeling binnen- en buitentemperaturen voor een maximale koeling van het interieur met drie zones) automatisch de recirculatiestand N.B.: Dit is alleen een koelingssysteem. U ingeschakeld. Wanneer de ingestelde kunt het gebruiken om de ruimte achterin temperatuur eenmaal is bereikt, selecteert te koelen.
  • Pagina 129 Klimaatregeling Temperatuur achterin Wanneer het systeem in de airconditioning modus achter zit, drukt u op de AUTO N.B.: U kunt verschillende temperaturen toets om terug te gaan naar de auto voor de bestuurderszijde en achterin kiezen, modus. In de auto modus wordt het de mono modus wordt dan uitgeschakeld.
  • Pagina 130 Klimaatregeling Achterruitverwarming N.B.: De standverwarming werkt alleen wanneer er zich minimaal 7,5 liter brandstof in de tank bevindt en de buitentemperatuur lager is dan 15 °C. De standverwarming werkt niet wanneer de accu slecht geladen Verwarmbare buitenspiegels N.B.: De verwarming werkt afhankelijk van IN de elektrisch bedienbare buitenspiegels de buitentemperatuur.
  • Pagina 131 Klimaatregeling • Met de functies Program 1 en Program 2 kunt u twee verwarmingscycli per dag programmeren. Deze tijden blijven in het geheugen opgeslagen en de verwarming schakelt elke dag van de week op deze tijden in. • Met de functie One-Time kunt u een verwarmingscyclus voor één specifieke dag programmeren.
  • Pagina 132 Klimaatregeling 5. Selecteer, om de tijd in te stellen De functie One-Time programmeren waarop de auto moet zijn verwarmd, Selecteer One-Time en druk op de de tijd aan de bovenzijde van het rechter pijltjestoets. display en druk op de rechter 2.
  • Pagina 133 Klimaatregeling Starten De LED op de afstandsbediening licht rood op gedurende ongeveer twee seconden. Houd de afstandsbediening met de Dit geeft aan dat het signaal is ontvangen antenne naar boven gericht en druk door de auto en dat de verwarming is minimaal 2 seconden op de toets ON.
  • Pagina 134 Klimaatregeling Steek een schroevendraaier of een 4. Sluit de voeding naar de ontvanger aan ander geschikt gereedschap in de door de zekering te plaatsen en binnen opening aan de achterzijde van de vijf seconden op de OFF toets van de afstandsbediening en schroef de nieuwe afstandsbediening te drukken batterij-afdekking los.
  • Pagina 135 Klimaatregeling Druk op de rechter pijltjestoets op het stuurwiel om het hoofdmenu binnen te gaan. 2. Selecteer Setup met de op en neer pijltjestoetsen en druk op de rechter pijltjestoets. 3. Selecteer Aux. Heater en druk nogmaals op de OK toets om de verwarming in of uit te schakelen.
  • Pagina 136 Stoelen • het stuurwiel met licht gebogen armen DE JUISTE ZITPOSITIE vasthoudt. INNEMEN • uw benen licht buigt zodat u de pedalen volledig kunt indrukken. • de schoudergordel over het midden van uw schouder en de heupgordel strak over uw heupen legt. Zorg ervoor dat uw zitpositie comfortabel is en dat u de volledige controle over de auto hebt.
  • Pagina 137 Stoelen Lendensteun afstellen Stel de hoofdsteun zodanig in dat de bovenzijde gelijkligt met de bovenzijde van uw hoofd. Stel de hoofdsteun zover mogelijk naar voren in, maar u moet comfortabel kunnen zitten. Hoofdsteun verwijderen Druk de knoppen in en verwijder de hoofdsteun.
  • Pagina 138 Stoelen Hellingshoek van de rugleuning ELEKTRISCH VERSTELBARE verstellen STOELEN In twee richtingen elektrisch verstelbare stoel Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 139 Stoelen In acht richtingen elektrisch verstelbare stoel Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 140 Stoelen De rugleuning verstellen ACHTERBANK Stoelen tweede zitrij De stoelen naar achteren en naar voren bewegen WAARSCHUWING Beweeg de stoel naar voren en naar achteren nadat u de hendel hebt losgelaten om te controleren of de stoel goed is vergrendeld. Trek, om de hellingshoek van de rugleuning in te stellen, de hendel aan de buitenzijde of aan de lus bij de stoel in het midden en...
  • Pagina 141 Stoelen 4. Klap de rugleuning ophoog tot deze wordt vergrendeld. 5. Trek de hendel onder de voorzijde van de stoel omhoog om de stoel verder naar achteren te schuiven. De rugleuningen neerklappen WAARSCHUWING Wanneer u de rugleuningen neerklapt, houd de rugleuning dan vast om te voorkomen dat uw vingers tussen de rugleuning en het stoelframe komen.
  • Pagina 142 Stoelen 5. Trek de hendel opnieuw omhoog en klap de rugleuning naar beneden. 6. Trek bij de middelste stoel de lus tussen de zitting en de rugleuning uit en klap de rugleuning naar beneden. Trek, om de rugleuningen in de De rugleuning verstellen (Galaxy) neergeklapte stand vast te zetten, de hendel of de lus opnieuw naar boven...
  • Pagina 143 Stoelen De stoelen neerklappen WAARSCHUWING Wanneer u de rugleuningen neerklapt, houd de rugleuning dan vast om te voorkomen dat uw vingers tussen de rugleuning en het stoelframe komen. 3. De stoel weer omhoog kantelen. Klap de vloerbedekking terug, pak de handgreep (B) vast en trek de rugleuning naar boven en naar achteren.
  • Pagina 144 Stoelen De vloerbedekking wordt op de plaats gehouden door magneten; klap de vloerbedekking naar voren om de ingeklapte stoelen te bedekken. N.B.: Wanneer alleen de stoelen van de derde zitrij plat worden neergeklapt, klap dan de vloerbedekking naar voren zodat de onderzijde van de stoelen op de tweede zitrij worden bedekt.
  • Pagina 145 Stoelen N.B.: Voor het ventileren van de stoelen wordt gebruik gemaakt van de lucht in het passagierscompartiment. Het koelende effect is daarom afhankelijk van de temperatuur in het interieur. Schakel zo nodig de airconditioning in en richt de luchtstroom op de beenruimte. Zie Klimaatregeling (bladzijde 119).
  • Pagina 146 Gemaksfuncties N.B.: Wanneer de schakelaar gedurende ZONNEKLEPPEN korte tijd vaak worden bediend kan het systeem een bepaalde tijd buiten werking Zijruiten treden om schade door oververhitting te voorkomen. N.B.: Het zonnescherm kan alleen worden bediend wanneer de auto op contact staat. Trek het zonnescherm omhoog en bevestig het aan de haken (A).
  • Pagina 147 Gemaksfuncties Zonnescherm automatisch openen en Volg de volgende procedure voor opnieuw sluiten leren als het scherm niet correct opent of sluit: Druk de schakelaar tot de tweede aanslag Druk tweemaal op schakelaar B tot de in of til hem tot de tweede aanslag op en eerste aanslag en laat deze binnen laat hem los.
  • Pagina 148 N.B.: U kunt het elektrische aansluitpunt gebruiken voor 12 volt accessoires met een maximum vermogen van 15 ampère. Gebruik alleen Ford stekkers of stekkers die geschikt zijn voor gebruik in SAE gestandaardiseerde aansluitingen. Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 149 N.B.: U kunt het elektrische aansluitpunt gebruiken voor 12 volt accessoires met een WAARSCHUWING maximum vermogen van 15 ampère. Gebruik uitsluitend Ford stekkers of stekkers die Plaats tijdens het rijden geen hete voldoen aan de SAE normen. dranken in de bekerhouders.
  • Pagina 150 Gemaksfuncties Opbergvakken voorin DASHBOARDKASTJE Gekoeld handschoenenkastje N.B.: U kunt het handschoenenkastje koelen met behulp van de lucht uit de airconditioning. OPBERGRUIMTES WAARSCHUWING Rijd niet met openstaande kleppen van de opbergvakken. Doe voordat u wegrijdt de klep dicht. LET OP Bewaar geen voor warmte gevoelige voorwerpen en vloeistoffen in enig opbergvak.
  • Pagina 151 Gemaksfuncties Opbergvak onder de stoel Opbergvak onder de vloer WAARSCHUWING Wilt u een kinderzitje met een steunpoot gebruiken, raadpleeg dan de website van de fabrikant van het zitje of de montagevoorschriften. Overtuig u ervan dat het kinderzitje geschikt is voor uw auto.
  • Pagina 152 Gemaksfuncties WEGENKAARTOP- GLASHOUDER BERGVAKKEN GEHEUGENFUNCTIE KLAPTAFEL WAARSCHUWING Gebruik de tafeltjes niet tijdens het rijden. Controleer voordat u wegrijdt of de tafeltjes in de onderste stand zijn vergrendeld. Bedieningsorganen stoelverstelling. Insteltoetsen geheugen In het geheugen kunnen maximaal vier verschillende stoelinstellingen en buitenspiegelstanden worden opgeslagen.
  • Pagina 153 Gemaksfuncties Een stand in het geheugen opslaan Wanneer u de auto ontgrendeld met de afstandsbediening of door aan de Passieve instelling portierkruk te trekken terwijl een passive key zich binnen de detectiezone bevindt, De auto slaat de standen van de stoel en zullen de stoel en de spiegels in de stand de buitenspiegels in de vier worden versteld, die in de betreffende...
  • Pagina 154 Gemaksfuncties KINDER OBSERVATIESPIEGEL CD-WISSELAAR Deze bevindt zich onder de voorste passagiersstoel. AUDIO- INGANGSAANSLUITING De aansluiting vindt u in het dashboardkastje of de middenconsole. Zie Ingangsaansluiting (AUX IN) (bladzijde 307). USB-POORT De aansluiting vindt u in het dashboardkastje of de middenconsole. Zie Verbinding (bladzijde 337).
  • Pagina 155 Motor starten en stoppen I De ontsteking en alle hoofdcircuits zijn ALGEMENE INFORMATIE uitgeschakeld. Algemene opmerkingen over het N.B.: Laat, om te voorkomen dat de accu starten leegraakt, de contactsleutel niet te lang in deze stand staan. Als de accu losgekoppeld is geweest kan II Het contact staat aan.
  • Pagina 156 Motor starten en stoppen Een dieselmotor starten N.B.: De startmotor kan pas worden ingeschakeld wanneer de het voorgloeien is voltooid. Onder extreem koude omstandigheden kan dit enkele seconden duren. N.B.: Houd het koppelings- of rempedaal ingetrapt tot de motor wordt gestart. Motor slaat niet aan.
  • Pagina 157 Motor starten en stoppen Type 2 3. Met de sleutel in deze stand kunt u de knop indrukken om het contact aan te zetten en de motor te starten. Motor stoppen bij stilstaande auto N.B.: Het contact, alle elektrische circuits, waarschuwings- en controlelampen worden uitgeschakeld.
  • Pagina 158 Motor starten en stoppen Uitvoeringen zonder keyless Koude of warme motor startsysteem Auto's met handgeschakelde Stuurslot activeren: versnellingsbak Neem de sleutel uit het contactslot. N.B.: Raak het gaspedaal niet aan. 2. Draai het stuurwiel. N.B.: Door tijdens het starten het koppelingspedaal op te laten komen, kan Uitvoeringen met keyless de startmotor uitgeschakeld maar blijft het...
  • Pagina 159 Motor starten en stoppen Auto's met automatische transmissie Indien de buitentemperatuur lager dan -10°C blijft, is het raadzaam ongelode Zet de keuzehendel in stand "P" of "N". benzine met een octaangetal van 95 bij te 2. Druk het gaspedaal volledig in en houd tanken indien de tank niet geheel gevuld het ingedrukt.
  • Pagina 160 Motor starten en stoppen Regeneratie EEN DIESELMOTOR STARTEN WAARSCHUWING Koude of warme motor Laat de motor niet stationair draaien Alle auto's of parkeer de auto niet op droge bladeren, droog gras of ander N.B.: Wanneer de temperatuur lager is dan brandbaar materiaal.
  • Pagina 161 Motor starten en stoppen • Rijd tot 20 minuten met een constante snelheid, bij voorkeur op een hoofdweg of snelweg. • Voorkom langdurig stationair draaien en neem altijd snelheidslimieten en het type wegdek in acht. • Zet de auto niet van contact. •...
  • Pagina 162 Auto-Start-Stop N.B.: Het systeem werkt alleen wanneer de WERKING motor de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt en de buitentemperatuur tussen 0 LET OP °C en 30 °C ligt. Voor auto's met N.B.: Als u de motor laat afslaan en start/stop-schakelaar verschillen de vervolgens binnen een paar seconden het accuvereisten.
  • Pagina 163 Auto-Start-Stop Het systeem zet de motor wellicht niet af onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld: • Om het interieurklimaat te behouden. • Lage accuspanning. • De buitentemperatuur is te laag of te hoog. • Het bestuurdersportier is geopend. • Lage bedrijfstemperatuur motor. •...
  • Pagina 164 Eco-modus Anticipatie WERKING Door uw rijsnelheid aan te passen en de Het systeem assisteert de bestuurder bij afstand tot voertuigen voor u aan te het efficiënter rijden door voortdurend de passen zodat hard remmen of versnellen karakteristieken van het schakelen, het niet nodig is, verbetert het anticiperen op verkeersomstandigheden brandstofverbruik.
  • Pagina 165 Brandstof en tanken VEILIGHEIDSMAATREGELEN BRANDSTOFKWALITEIT - FLEX FUEL (FF, ETHANOL) WAARSCHUWINGEN Stop met tanken nadat het WAARSCHUWINGEN vulpistool voor de tweede keer is Breng geen wijzigingen aan het afgeslagen. Alle brandstof die u dan brandstofsysteem of onderdelen nog toevoegt vult de expansieruimte in de ervan aan.
  • Pagina 166 Zorg ervoor dat u de tank niet leeg N.B.: We adviseren alleen brandstof van rijdt. hoge kwaliteit te gebruiken. Schakel de startmotor niet langdurig N.B.: Het gebruik van niet door Ford achtereen in. goedgekeurde additieven of andere motorbehandelingen worden door Ford Laat de motor niet met een afgeraden.
  • Pagina 167 Brandstof en tanken Uw Ford dealer dient u gaarne van advies TANKEN hoe u het brandstofverbruik kunt verlagen. LET OP TANKKLEP Probeer niet de motor te starten wanneer u de tank met de onjuiste WAARSCHUWINGEN brandstofsoort hebt gevuld. Hierdoor kan de motor worden beschadigd. Laat het...
  • Pagina 168 Brandstof en tanken Incorrecte positie Correcte positie 3. Til tijdens het tanken het vulpistool niet op. Dit kan de brandstofstroom beïnvloeden en het vulpistool afsluiten N.B.: Wanneer u het vulpistool plaatst, voordat de brandstoftank vol is. opent een veerbelaste klep wanneer de correcte vulpistooldiameter wordt geregistreerd.
  • Pagina 169 Brandstof en tanken 5. Til het vulpistool licht op om het te WAARSCHUWINGEN verwijderen. Verwijder tijdens de gehele tankprocedure het vulpistool niet uit Tanken met een jerrycan de volledig geplaatste positie. Gebruik de trechter in de opbergruimte onder de vloer achter de voorstoelen. Zie Opbergruimtes (bladzijde 148).
  • Pagina 170 Brandstof en tanken Gecombi- Stadsverkeer Buitenweg CO2-emissie neerd Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) 2.0L EcoBoost (149 kW/203 pk), 6-traps automatische 11 (25,7) 6,4 (44,1) 8,1 (34,9) transmissie 2.0L EcoBoost (177 kW/240 pk), 6-traps automatische 11,5 (24,6) 6,5 (43,5) 8,3 (34)
  • Pagina 171 Brandstof en tanken Gecombi- Stadsverkeer Buitenweg CO2-emissie neerd Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) 2.0L Duratorq-TDCi -DW fase V (120 kW/163 pk), 6- 6,8 (41,5) 5 (56,5) 5,7 (49,6) traps automatische trans- missie 2.2L Duratorq-TDCi -DW fase IV (129 kW/175 pk), 8,9 (31,7) 5,2 (54,3)
  • Pagina 172 Brandstof en tanken Gecombi- Stadsverkeer Buitenweg CO2-emissie neerd Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) 1.6L Duratorq-TDCi fase V (85 kW/115 pk), handgescha- 6,2 (45,6) 5 (56,5) 5,4 (52,3) kelde 6-versnellingsbak zonder start/stop-systeem 1.6L Duratorq-TDCi fase V (85 kW/115 pk), handgescha- 5,9 (47,9) 4,9 (57,6)
  • Pagina 173 Versnellingsbak/transmissie HANDGESCHAKELDE AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK TRANSMISSIE Keuzehendelstanden LET OP Schakel de achteruit niet in wanneer de wagen in beweging is. Dit kan inwendige schade aan de versnellingsbak veroorzaken. Parkeerstand Bij sommige auto's moet de kraag omhoog Achteruit worden gebracht tijdens inschakelen van Neutraal de achteruit.
  • Pagina 174 Versnellingsbak/transmissie Parkeerstand Sportmodus en handmatig schakelen WAARSCHUWINGEN Schakel de parkeerstand alleen bij stilstaande auto in. Trek voordat u de wagen verlaat de handrem aan en schakel de parkeerstand in. Controleer of de keuzehendel is vergrendeld. N.B.: Een akoestisch waarschuwingssignaal klinkt wanneer u het bestuurdersportier opent en de parkeerstand niet hebt ingeschakeld.
  • Pagina 175 Versnellingsbak/transmissie Tips voor het rijden met een automatische transmissie Wegrijden Zet de handrem los. 2. Laat het rempedaal opkomen en druk het gaspedaal in. Stoppen Laat het gaspedaal opkomen en druk het rempedaal in. 2. Schakel de parkeerrem in. Kickdown Druk het gaspedaal volledig in terwijl het keuzehendel in de rijstand staat om voor optimale prestaties de eerstvolgende...
  • Pagina 176 Remmen Het ABS voorkomt geen risico's die WERKING ontstaan wanneer: N.B.: Afhankelijk van de verkeerswetgeving • u te weinig afstand ten opzichte van van het land waarin uw auto oorspronkelijk voor u rijdend verkeer houdt; is gebouwd, knipperen de remlichten •...
  • Pagina 177 Remmen N.B.: Druk de knop niet in wanneer u de N.B.: Onder bepaalde omstandigheden handrem aantrekt. voert de EPB een automatische aantrekfunctie uit, bijvoorbeeld wanneer op Trap het rempedaal stevig in. een steile helling is geparkeerd met een 2. Trek de handremhefboom zo ver geactiveerde EPB.
  • Pagina 178 Remmen N.B.: Het controlelampje van het remsysteem blijft korte tijd branden wanneer u de contactsleutel in de stand 0 zet of verwijdert. Automatisch inschakelen van de WAARSCHUWING De EPB wordt niet automatisch ingeschakeld bij auto's met een sleutelloos start- of toegangssysteem.
  • Pagina 179 Remmen Bij snelheden boven 6 km/h wordt N.B.: De EPB maakt het wegrijden op een remkracht uitgeoefend zolang u de helling eenvoudiger en voorkomt dat de auto schakelaar in de stand AAN houdt. De EPB in een ongewenste richting wegrolt. De blijft ingeschakeld tot u de schakelaar remmen worden automatisch gelost zodra loslaat of indrukt of het gaspedaal dieper...
  • Pagina 180 Remmen Trek de schakelaar omhoog en houd hem in deze stand. 2. Trek zoals gebruikelijk op en druk de schakelaar in wanneer u merkt dat de motor voldoende vermogen heeft om weg te rijden. Onderbreking van de stroomtoevoer WAARSCHUWING Het is mogelijk dat u de EPB niet kunt in- of uitschakelen wanneer de stroomtoevoer is onderbroken, bijvoorbeeld bij een lege accu, een defecte...
  • Pagina 181 Stabiliteitsregeling Waarschuwingslamp WERKING stabiliteitsregeling (ESC) Elektronische stabiliteitsregeling Wanneer het systeem tijdens het rijden (ESC) wordt geactiveerd, knippert de lamp. Zie Waarschuwings- en indicatielampen WAARSCHUWING (bladzijde 90). Het systeem is niet bedoeld om de Noodremassistent bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden WAARSCHUWING voorzichtig en oplettend te zijn.
  • Pagina 182 Stabiliteitsregeling Auto's zonder schakelaar stabiliteitsregeling (ESC) Het systeem kan worden in- en uitgeschakeld m.b.v. het informatiedisplay. Zie Infodisplays (bladzijde 94). Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 183 Regeling voor bergop rijden WERKING Het systeem maakt het eenvoudiger op te trekken wanneer de auto op een helling staat zonder dat het noodzakelijk is gebruik te maken van de parkeerrem. Wanneer het systeem actief is, dan blijft de auto korte tijd op de helling stil staan nadat u het rempedaal loslaat.
  • Pagina 184 Regeling voor bergop rijden 4. Selecteer de gewenste instelling en • Bij wagens met automatische druk op de OK toets om de instelling transmissie, het bestuurdersportier is te bevestigen. Wanneer Off is gesloten. geselecteerd, is de HLA uitgeschakeld • Er geen sprake is van storingen. en kan deze niet automatisch of HLA in de automatische modus activeren: handmatig worden geactiveerd.
  • Pagina 185 Regeling voor bergop rijden WAARSCHUWING Wanneer de HLA actief is en het systeem een storing waarneemt, wordt de HLA gedeactiveerd en verschijnt het bericht Please use park brake! gevolgd door Hill Launch A .not available op het display. U kunt veilig met de wagen rijden en de storing kan bij de volgende onderhoudsbeurt worden verholpen.
  • Pagina 186 Actieve schokdemperregeling De instelling kan tijdens het rijden worden WERKING veranderd. Het actieve schokdempsysteem zorgt voor Storing in het systeem een betere wendbaarheid, verhoogd comfort en een hogere stabiliteit door Het actieve schokdempersysteem schakelt continu de karakteristiek van de bij storingen automatisch uit. Het schokdempers aan te passen aan het schokdempersysteem wordt in de fail-safe wegdek en de rijomstandigheden.
  • Pagina 187 Parkeerhulp N.B.: Houd de sensoren vrij van vuil, ijs en WERKING sneeuw. Reinig de sensoren niet met scherpe voorwerpen. WAARSCHUWING N.B.: Wanneer de parkeerhulp een signaal Ondanks de parkeerhulp bent u registreert dat op dezelfde frequentie wordt verplicht voorzichtig en aandachtig uitgezonden als de sensoren gebruiken, of te rijden.
  • Pagina 188 Parkeerhulp Manoeuvreren met de parkeerhulp N.B.: Wanneer een hoge, harde waarschuwingstoon drie seconden lang klinkt en het lampje in de schakelaar knippert, duidt dit op een storing. Het systeem wordt uitgeschakeld. Laat het systeem door goed opgeleide monteurs controleren. U hoort een onderbroken signaal wanneer de afstand tussen de achterbumper en een obstakel ongeveer 150 cm bedraagt, 80 cm tussen een obstakel en de voorbumper...
  • Pagina 189 Achteruitkijkcamera S-MAX WERKING De camera is een visueel hulpmiddel bij achteruitrijden. WAARSCHUWING Het systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. LET OP Wanneer u een hogedrukspuit gebruikt om uw wagen te wassen, spuit dan kort op de camera vanaf een afstand van niet minder dan 20 centimeter.
  • Pagina 190 Achteruitkijkcamera De camera werkt wellicht niet correct onder de volgende omstandigheden: • Donkere gebieden. • Fel licht. • Als de buitentemperatuur snel toe- of afneemt. • Als de camera nat is (bijvoorbeeld tijdens regen of een hoge vochtigheid). • Als het zicht van de camera is geblokkeerd (bijvoorbeeld door modder).
  • Pagina 191 Achteruitkijkcamera Anber - 2 meter Toont de middenlijn van de geprojecteerde route van de auto N.B.: Bij achteruitrijden met een aanhanger geven de lijnen op het scherm de autorichting aan en niet de richting van de aanhanger. Achteruitkijkcamera deactiveren N.B.: Schakel een vooruitversnelling in. De display blijft een korte periode aan alvorens deze wordt uitgeschakeld.
  • Pagina 192 Snelheidsregeling (Cruise Control) Druk op de SET+ of de SET- schakelaar WERKING om de snelheid in het geheugen op te slaan en met de actuele snelheid te blijven rijden. Met cruise control (automatische De cruise control-controlelamp brandt. snelheidsregeling) kunt u met behulp van de schakelaars op het stuurwiel de Ingestelde snelheid veranderen rijsnelheid instellen.
  • Pagina 193 Snelheidsregeling (Cruise Control) Cruise control opnieuw inschakelen Druk op de RES schakelaar. De controlelamp van de cruise control gaat branden en het systeem zal proberen de wagen met de eerder door u ingestelde snelheid te laten rijden. Cruise control uitschakelen Druk op de OFF schakelaar.
  • Pagina 194 Adaptieve snelheidsregeling (ACC) WERKING LET OP De radarsensor heeft een beperkt gezichtsveld. In sommige situaties kan WAARSCHUWINGEN het een andere wagen dan verwacht Het systeem is geen registeren of helemaal geen. aanrijdingswaarschuwings- of aanrijdingsvoorkomingssysteem. De afzonderlijke forward alert functie N.B.: Wanneer adaptive cruise control is waarschuwt voor aanrijdingen en verlaagt ingeschakeld, kunt u ongebruikelijke de rijsnelheid.
  • Pagina 195 Adaptieve snelheidsregeling (ACC) Onverwachte reacties Automatisch remmen met ACC WAARSCHUWINGEN U dient dan onmiddellijk te reageren, omdat adaptive cruise control onvoldoende remt om een veilige afstand tot uw voorligger aan te houden. In sommige gevallen kan de waarschuwing ontbreken of vertraag worden.
  • Pagina 196 Adaptieve snelheidsregeling (ACC) Auto's zonder snelheidsbegrenzer ACC afstand vergroten ACC afstand verkleinen Het systeem inschakelen Druk op de schakelaar A. Het systeem wordt in de stand-by modus geschakeld. Snelheid instellen N.B.: Het systeem moet in de standby-modus staan. ACC aan ACC annuleren ACC uit ACC afstand vergroten...
  • Pagina 197 Adaptieve snelheidsregeling (ACC) N.B.: De ingestelde afstand is tijdafhankelijk en daarom zal de afstand automatisch de rijsnelheid aanpassen. Wanneer bijvoorbeeld de afstand wordt ingesteld op vier balken, bedraagt de tijdsafstand 1,8 seconden. Dit betekent dat, bij een snelheid van 100 km/u (62 mph), de afstand tot de voorligger op 50 meter (164 feet) wordt gehouden.
  • Pagina 198 Adaptieve snelheidsregeling (ACC) Systeem uitschakelen Wanneer een voertuig door de sensor wordt geregistreerd. geeft de display een Auto's zonder snelheidsbegrenzer ander voertuig boven de horizontale balken weer: Druk op schakelaar C om het systeem uit te schakelen. N.B.: Bij deactiveren van het systeem door op schakelaar C te drukken, wordt de opgeslagen snelheid niet behouden.
  • Pagina 199 Adaptieve snelheidsregeling (ACC) • de snelheid afneemt tot onder 30 km/u LET OP (20 mph) Het systeem maakt gebruik van • de wielen de grip op het wegdek dezelfde radarsensor als de adaptive verliezen cruise control en heeft daardoor dezelfde beperkingen. Zie Werking •...
  • Pagina 200 Adaptieve snelheidsregeling (ACC) Het systeem in- en uitschakelen N.B.: Wanneer het systeem is uitgeschakeld, blijft een waarschuwingslampje in het informatiedisplay branden. Zie Waarschuwings- en indicatielampen (bladzijde 90). N.B.: De systeemstatus en instellingen blijven onveranderd tijdens ontstekingscycli. Het systeem kan worden in- en uitgeschakeld m.b.v.
  • Pagina 201 Snelheidsbegrenzer Snelheidslimiet instellen WERKING Gebruik de cruise control schakelaars om WAARSCHUWING de instelling van de maximumsnelheid te wijzigen. Wanneer u een heuvel afrijdt, kan de snelheid hoger worden dan de ingestelde snelheid. Het systeem bedient de remmen niet, maar geeft een waarschuwing af.
  • Pagina 202 Snelheidsbegrenzer De snelheidslimiet doelbewust overschrijden Trap het gaspedaal stevig in (bijna volledige pedaalslag), waarna de snelheidslimiet tijdelijk wordt gedeactiveerd. Het systeem wordt opnieuw geactiveerd nadat de voertuigsnelheid onder de ingestelde snelheid is gedaald. Systeemwaarschuwingen Als de ingestelde limiet per ongeluk wordt overschreden, dan knippert de ingestelde snelheid in de informatiedisplay en wordt een hoorbare waarschuwing afgegeven.
  • Pagina 203 Bestuurderswaarschuwing WERKING LET OP Voer geen voorruitreparaties uit in de directe omgeving van de sensor. WAARSCHUWINGEN Het systeem is niet bedoeld om de Indien uw auto is uitgerust met een bestuurder te ontheffen van zijn niet door ons goedgekeurde plicht om tijdens het rijden wielophangingsset, is het mogelijk dat voorzichtig en oplettend te zijn.
  • Pagina 204 Bestuurderswaarschuwing Het waarschuwingssysteem werkt in twee De statusbalk verloopt van links naar fasen. In eerste instantie geeft het systeem rechts met het afnemen van het berekende een tijdelijke waarschuwing dat een alertheidsniveau. Zodra het rustpauze moet worden genomen. Dit rustpauze-icoon wordt genaderd, bericht verschijnt slechts gedurende een verandert de kleur van groen naar geel en korte periode.
  • Pagina 205 Waarschuwing rijden buiten baan WERKING LET OP Indien uw auto is uitgerust met een niet door ons goedgekeurde WAARSCHUWINGEN wielophangingsset, is het mogelijk dat Het systeem is niet bedoeld om de het systeem niet naar behoren werkt. bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn.
  • Pagina 206 Waarschuwing rijden buiten baan Systeemwaarschuwingen WAARSCHUWING RIJDEN BUITEN BAAN GEBRUIKEN Het systeem in- en uitschakelen N.B.: Wanneer het systeem is uitgeschakeld, blijft een waarschuwingslamp op de informatiedisplay branden. Zie Waarschuwings- en indicatielampen (bladzijde 90). Een kolom wordt weergegeven aan N.B.: De systeemstatus en instellingen weerszijden van een tekening van de auto, blijven onveranderd tijdens ontstekingscycli.
  • Pagina 207 Waarschuwing rijden buiten baan Indien de rijstrookmarkeringen rood worden of indien een trilling in het stuurwiel voelbaar is, moet u meteen veilige actie ondernemen om de auto in het juiste spoor te brengen en onbedoeld afdrijven te corrigeren. Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 208 Transport ALGEMENE INFORMATIE LET OP Laat geen items in contact komen met de achterruiten. WAARSCHUWINGEN Gebruik bevestigingsriemen die Gebruik geen schurende materialen voldoen aan een norm, bijv. DIN. voor het reinigen van de binnenzijde van de achterruiten. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet.
  • Pagina 209 Transport BAGAGEVERANKERINGSPUNTEN Galaxy Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 210 Transport S-MAX Uitvoeringen zonder stoelen op de derde zitrij. Trek de vloerbedekking omhoog om de verankeringspunten te kunnen bereiken. Uitvoeringen met stoelen op de derde zitrij. Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 211 Transport SCHUIFBARE LAADVLOER WAARSCHUWING Schuif de laadvloer niet naar achteren wanneer de wagen met de voorzijde naar boven op een helling van 15 graden of meer staat. LET OP Het maximum toelaatbare gewicht op de schuifbare laadvloer bedraagt 200 kg. Het maximum toelaatbare gewicht op het uiteinde van de schuifbare laadvloer bij Druk om de laadvloer geheel uit te...
  • Pagina 212 Transport 3. Druk de vloer naar voren tot deze aan de voorzijde (2) tegen de aanslag komt. 4. Maak de steun los van de klem op de onderzijde van de vloer. 5. Breng het uiteinde aan in de vierkante houder in de rail aan de linkerzijde (3). 6.
  • Pagina 213 Transport S-MAX Uitvoeringen zonder stoelen op de derde zitrij BAGAGENETTEN Bagagenet - type 1 WAARSCHUWING Achter de voorstoelen Wanneer het bagagenet is Achter de stoelen op de tweede aangebracht, ga dan niet op de zitrij stoelen erachter zitten. LET OP Houd een afstand van minimaal een centimeter aan tussen het bagagenet en de stoelen ervoor.
  • Pagina 214 Transport Net aanbrengen Ontgrendeltoets Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 215 Transport Bagagenet - type 2 Klap de rugleuningen neer. Zie Achterbank (bladzijde 138). LET OP 2. Wanneer het bagagenet is Overschrijd niet de maximum opgevouwen, druk dan op de toelaatbare belasting van het ontgrendeltoets C op de scharnieren bagagenet: 1 kg. van de bovenste en onderste stang 1 en vouw het uit Plaats geen zware voorwerpen in de...
  • Pagina 216 Transport BAGAGEAFDEKKINGEN DAKREKKEN EN BAGAGEDRAGERS WAARSCHUWING Imperiaal Leg geen voorwerpen op het bagageafdekpaneel. WAARSCHUWINGEN Wanneer u een imperiaal gebruikt, kan het brandstofverbruik van uw auto hoger zijn en kan de rijkarakteristiek anders zijn. Wanneer u een imperiaal aanbrengt, lees dan de instructies van de fabrikant en volg deze op.
  • Pagina 217 2. Trek de kappen naar u toe. aanbrengen te vergemakkelijken. N.B.: De zijrails zijn zodanig ontworpen dat dakdragers (voor fietssteunen, skiklemmen, enz.) uit het Ford Accessoires Programma kunnen worden aangebracht. N.B.: Reinig, voordat de dakdragers worden aangebracht, de zijrails met een in water gedrenkte spons.
  • Pagina 218 Transport BEVESTIGINGSPUNTEN VOOR LADING WAARSCHUWINGEN Klap de leuning niet omhoog wanneer een ladingsteun is WAARSCHUWING aangebracht. Zorg ervoor dat de klemhaak correct Overschrijd niet het maximum is gepositioneerd. toelaatbare laadgewicht van 60 kg voor twee ladingsteunen en 30 kg N.B.: Voor het sluiten van de kap is een voor één ladingsteun.
  • Pagina 219 Transport Ladingsteunen monteren Vloer van bagageruimte (uitvoeringen met vijf stoelen) Rugleuning Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 220 Transport Verankeringspunten monteren Uitschuifbare laadvloer Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 221 Transport Draai de box om. 2. Breng de ladingsteun aan. 3. Zet de ladingsteun met vier schroeven De ladingsteun monteren vast. WAARSCHUWINGEN Monteer de ladingsteun met het langste deel naar de achterzijde van de wagen gekeerd. Wanneer u hem omgekeerd monteert, houd het de box bij een eventuele aanrijding niet op zijn plaats.
  • Pagina 222 Transport 5. Breng de ladingsteun op de neergeklapte rugleuning aan zodat de Achter de voorstoelen bouten door de twee gaten in het langste deel van de ladingsteun steken. Achter de stoelen op de tweede zitrij 6. Zet de ladingsteun met de twee vleugelmoeren vast.
  • Pagina 223 Transport Hondenrek aanbrengen Stang voor het aanbrengen van het hondenrek achter de voorstoelen Stang voor het aanbrengen van het hondenrek achter de stoelen op de tweede zitrij Klap de rugleuningen neer. Zie Achterbank (bladzijde 138). 2. Bevestig de stang (C of D) aan de bevestigingspunten voor de bagage 1.
  • Pagina 224 Transport 3. Druk de uiteinden van de stang op het Draai de draaiknop los en verwijder rek naar elkaar toe en breng de stang deze 4. in de houders tegen het dak (A of B) 2. Klap de klap open 5. aan.
  • Pagina 225 Aanhangers trekken Verlichting aanhanger TREKKEN VAN EEN AANHANGER Het elektrisch systeem op uw auto is niet geschikt om aanhangers met LED-lampen te trekken. WAARSCHUWINGEN Rijd niet harder dan 100 km/u (62 Steile hellingen mph). WAARSCHUWING De bandenspanningen moeten worden vermeerderd met 0,2 bar (3 Houd er rekening mee dat de psi) boven de specificatie.
  • Pagina 226 Aanhangers trekken Trekhaakkogel aanbrengen Een 13 pins stekkerdoos en het bevestigingspunt voor de trekhaakkogel bevinden zich onder de achterbumper. Draai de stekkerdoos 90 graden tot hij in zijn eindstand wordt vergrendeld. Trekhaakkogel ontgrendelen WAARSCHUWING Breng de trekhaakkogel alleen aan wanneer de koppeling volledig is ontgrendeld.
  • Pagina 227 Aanhangers trekken Rijden met een aanhanger Trekhaakkogel verwijderen WAARSCHUWING Wanneer aan één van de onderstaande voorwaarden niet kan worden voldaan, gebruik dan de trekhaak niet en laat deze door een goed opgeleide monteur controleren. Controleer voordat u gaat rijden of de trekhaakkogel goed is vergrendeld.
  • Pagina 228 Aanhangers trekken Rijden zonder aanhanger AFNEEMBARE TREKHAAKKOGEL LET OP Beweeg de trekhaakkogel alleen met uw hand. Gebruik nooit uw voet of gereedschap omdat dan het mechanisme kan worden beschadigd. Verwijder de trekhaakkogel. 2. Steek de stekker in de houder (1). WAARSCHUWING Ontgrendel de trekhaakkogel nooit terwijl een aanhanger is...
  • Pagina 229 Aanhangers trekken Een 13-pins stekkerdoos B bevindt zich naast de trekhaakkogel onder de achterbumper C. N.B.: Wanneer de trekhaak niet wordt gebruikt, breng dan de sleutel aan de rechterzijde van het kartelwiel in de opslagstand D. Trekhaakkogel inklappen WAARSCHUWINGEN Houd uw handen weg van het kartelwiel, omdat deze tijdens het vergrendelen draait.
  • Pagina 230 Aanhangers trekken 4. Draai de trekhaakkogel met de hand vanuit de middelste stand tot tegen de aanslag in de opslagstand. De trekhaakkogel wordt automatisch in de eindstand vergrendeld. Het vergrendelingsproces is duidelijk hoorbaar wanneer er niet teveel achtergrondgeluid is. Wanneer het vergrendelingsproces is voltooid, stopt het waarschuwingssignaal en het kartelwiel keert in zijn oorspronkelijke...
  • Pagina 231 Aanhangers trekken 4. Draai de trekhaakkogel met de hand LET OP vanuit de middelste stand tot tegen de Alleen de fabrikant mag aan de aanslag in de werkstand. De trekhaak reparaties uitvoeren of hem trekhaakkogel wordt automatisch in demonteren. de eindstand vergrendeld. De Wanneer de auto met een vergrendelingsprocedure is duidelijk stoomreiniger wordt gereinigd, richt...
  • Pagina 232 Tips voor het rijden INRIJDEN LET OP De motor kan beschadigd raken als Banden water het luchtfilter binnendringt. WAARSCHUWING In noodsituaties kan de auto met een Nieuwe banden hebben een maximumsnelheid van 10 km/u (6 mph) inlooptijd van ongeveer 500 door water met een maximale diepte van kilometer.
  • Pagina 233 Tips voor het rijden WAARSCHUWINGEN Zorg er altijd voor dat de vloermatten stevig aan de bij de auto meegeleverde bevestigingspennen in de vloerbedekking bevestigd zijn Vloermatten moeten stevig bevestigd zijn aan beide bevestigingspennen, zodat ze niet van hun plaats kunnen schuiven. Plaats nooit vloermatten of andere vloerbedekking in de voetruimte van de auto die niet stevig bevestigd kan...
  • Pagina 234 Wat te doen bij pech EERSTEHULPSET In de opbergruimte onder de vloer bevindt zich een ruimte om een EHBO doos op te bergen. Zie Opbergruimtes (bladzijde 148). GEVARENDRIEHOEK In de opbergruimte onder de vloer bevindt zich een ruimte om een gevarendriehoek op te bergen.
  • Pagina 235 Zekeringen PLAATSEN ZEKERINGENHOUDERS Zekeringenkast in het motorcompartiment 2. Verwijder het paneel. 3. Draai de knop 90 graden en maak de zekeringenkast los van de steun. 4. Laat de zekeringenkastafdekking zakken en trek deze naar u toe. 5. Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde aan.
  • Pagina 236 Zekeringen SPECIFICATIE-OVERZICHT ZEKERINGEN Zekeringkast motorruimte Zekering Ampère Beveiligde circuits Transmissieregelmodule (AWF21) Transmissieregelmodule (MPS6) Regeleenheid voorgloeien (dieselmotoren) Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 237 Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Bewaking gloeibougie verdamper (2.0L Duratorq-TDCi Fase V en 2.2L Duratorq-TDCi Fase V) Koelventilator - dubbele ventilator (2.3L Duratec-HE en 2.2L Duratorq-TDCi met automatische transmissie) Elektrohydraulische stuurbekrachtiging (EHPAS) (1.6L EcoBoost SCTi, 2.0L EcoBoost SCTi, 1.6L Duratorq- TDCi Fase V en 2.0L Duratorq-TDCi Fase V) Gloeibougies Koelventilator (1.6L Duratorq-TDCi, 2.0L Duratorq-...
  • Pagina 238 Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Ontluchtingsklep, TMAF-sensor, actieve afsluitklep radiateurgrille, omloopklep, relaisspoel, extra koelvloei- stofpomp met doordraaifunctie (1.6L EcoBoost SCTi) Motorregelmodule (2.0L Duratorq-TDCi) Extra koelvloeistofpomp met doordraaifunctie (1.6L EcoBoost SCTi) PCV-klep, VCV-klep, sensor water-in-brandstof, soni- sche ontluchtklep, wervelregelklep, variabele inlaat- klep, EGR-klep, IVVT-olieregelklep (motorregeling).
  • Pagina 239 Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Startrelais Extra verwarming dieselmotor (PTC) Voeding A centrale zekeringenkast Voeding B centrale zekeringenkast Voeding C zekeringenkast achterin Voeding D zekeringenkast achterin VQM/niet-VQM: Instrumentengroep/Audio/AC/FLR Ruitenwissermodule Achterruitverwarming Koplampsproeiers Kleppen van ABS Pomp van ABS Standverwarming Verwarmingsaanjager – Wordt niet gebruikt ABS 30 voeding Claxon...
  • Pagina 240 Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Instrumentenpaneel Instrumentengroep Module audio/BVC / module DAB Automatische AC / handmatige AC FLR (start/stop) Vervang een doorgebrande zekering door een exemplaar met hetzelfde vermogen. Centrale zekeringenkast Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 241 Zekeringen Stuur links Stuur rechts Zekering Ampère Beveiligde circuits Stuurwiel - module Instrumentengroep Binnenlampen Startblokkeringssysteem Adaptieve snelheidsregeling (ACC) Regensensor Aansteker Voeding brandstofvulklep ontgrendelen Ruitensproeiers, achter Ruitensproeiers, voor Voeding bagageruimte ontgrendelen Voeding brandstofvulklep vergrendelen Benzinepomp Brandstofpomp (2.2L Duratorq-TDCi Fase V) Ontvanger afstandsbediening, bewegingssensor interieur Contact Sirene alarmsysteem met accu, OBD II (diagnose...
  • Pagina 242 Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Radiovoeding Remlichtschakelaar Zonnedak Voeding klimaatregelmodule en stuurkolomeenheid Zekeringenkast achterin Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 243 Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Portiermodule (linksvoor) (ruit op/neer, centrale vergrendeling, inklapbare spiegel, spiegelverwarming) Portiermodule (rechtsvoor) (ruit op/neer, centrale vergrendeling, inklapbare spiegel, spiegelverwarming) Portiermodule (linksachter) (ruit op/neer) Portiermodule (rechtsachter) (ruit op/neer) Vergrendelen achter (zonder portiermodules achter) Extra elektrische aansluiting Relaisspoelen Module sleutelloos voertuigsysteem Relaisspoelen VQM (start/stop) FA10...
  • Pagina 244 Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Elektrische parkeerrem (EPB) Elektrische parkeerrem (EPB) Airconditioning, achter Sleutelloos voertuig Aanjager airconditioning, achter Module stoelgeheugen Entertainment-systeem achterin/CD-wisselaar Geluidsinstallatie - versterker FC10 Sony audiophile FC11 – Wordt niet gebruikt FC12 – Wordt niet gebruikt N.B.: Alle zekeringen, behalve zekeringen voor hoge stroomsterkten, zijn EEN ZEKERING VERVANGEN steekzekeringen.
  • Pagina 245 Bergen van de auto Sleepoog, voor SLEEPPUNTEN Locatie sleepoog Sleepoog, achter Het afneembare sleepoog bevindt zich in de opbergruimte onder de vloer achter de voorstoelen. Zie Opbergruimtes (bladzijde 148). Het sleepoog moet altijd in de auto worden meegenomen. Sleepoog aanbrengen Bevestigingspunt voor sleepoog LET OP aan achterzijde...
  • Pagina 246 Bergen van de auto AUTO OP VIER WIELEN LET OP Bij een mechanisch defect aan de SLEPEN transmissie moeten de aangedreven wielen worden opgehesen zodat deze Alle modelvarianten vrij zijn van het wegdek. WAARSCHUWINGEN Sleep uw wagen niet achterwaarts. Zet het contact aan wanneer uw auto wordt gesleept.
  • Pagina 247 Er • Waarschuwings- en controlelampen. staat een groot netwerk van Ford Erkende Controles bij het tanken Reparateurs ter beschikking die u met hun professionele expertise ter zijde kunnen •...
  • Pagina 248 Onderhoud Trek de motorkap iets omhoog en beweeg DE MOTORKAP OPENEN EN de veiligheidshaak naar links. SLUITEN Motorkap openen Open de motorkap en ondersteun hem met de steunstang. Motorkap sluiten WAARSCHUWING Zorg dat de motorkap goed wordt gesloten. Laat de motorkap zakken en vanaf een hoogte van 20 –...
  • Pagina 249 Onderhoud OVERZICHT MOTORRUIMTE - 1,6L ECOBOOST SCTI (SIGMA) Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (auto's met stuur rechts). Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 257). Motorolievuldop . Zie Motorolie controleren (bladzijde 256). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (auto's met stuur links). Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 257).
  • Pagina 250 Onderhoud Reservoir stuurbekrachtiging. Zie Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren (bladzijde 257). Expansiereservoir. Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 256). De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf zijn voor een makkelijke herkenning fel gekleurd. OVERZICHT MOTORRUIMTE - 2,0 L DURATEC-HE (MI4) Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (auto's met stuur rechts). Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 257).
  • Pagina 251 Onderhoud Motoroliepeilstaaf . Zie Motorolie controleren (bladzijde 256). Reservoir stuurbekrachtiging. Zie Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren (bladzijde 257). Expansiereservoir. Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 256). De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning. OVERZICHT MOTORRUIMTE - 2,0 L ECOBOOST SCTI (MI4) Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (auto's met stuur rechts).
  • Pagina 252 Onderhoud Vloeistofreservoir ruitensproeiers. Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 258). Motoroliepeilstaaf . Zie Motorolie controleren (bladzijde 256). Reservoir stuurbekrachtiging. Zie Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren (bladzijde 257). Expansiereservoir. Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 256). De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf zijn voor een makkelijke herkenning fel gekleurd. OVERZICHT MOTORRUIMTE - 2,3 L DURATEC-HE (MI4) Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (auto's met stuur rechts).
  • Pagina 253 Onderhoud Luchtfilter. Geen onderhoud nodig. Vloeistofreservoir ruitensproeiers. Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 258). Motoroliepeilstaaf . Zie Motorolie controleren (bladzijde 256). Reservoir stuurbekrachtiging. Zie Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren (bladzijde 257). Expansiereservoir. Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 256). De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning.
  • Pagina 254 Onderhoud Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (auto's met stuur links). Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 257). Accu. Zie Accu van de auto (bladzijde 264). Zekeringenkast in motorruimte. Zie Zekeringen (bladzijde 233). Luchtfilter. Geen onderhoud nodig. Vloeistofreservoir ruitensproeiers. Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 258).
  • Pagina 255 Onderhoud Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (auto's met stuur rechts). Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 257). Motorolievuldop . Zie Motorolie controleren (bladzijde 256). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (auto's met stuur links). Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 257). Accu.
  • Pagina 256 Onderhoud OVERZICHT MOTORRUIMTE - 2,2 L DURATORQ-TDCI (DW) DIESEL Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur rechts): Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 257). Motorolievuldop : Zie Motorolie controleren (bladzijde 256). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur links): Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 257). Accu: Zie Accu van de auto (bladzijde 264).
  • Pagina 257 Onderhoud OLIEPEILSTAAF - 1,6L OLIEPEILSTAAF - 2,0 L ECOBOOST SCTI (SIGMA) ECOBOOST SCTI (MI4) OLIEPEILSTAAF - 2,0 L DURATEC-HE (MI4)/2,3 L DURATEC-HE (MI4) OLIEPEILSTAAF - 1,6 L DURATORQ-TDCI (DV) DIESEL/2,0 L DURATORQ- TDCI (DW) DIESEL/2,2 L DURATORQ-TDCI (DW) DIESEL Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 258 N.B.: Neem onmiddellijk gemorste olie op motor beschadigen. met een absorberende doek. Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford N.B.: Het olieverbruik van nieuwe motoren specificatie. Zie Technische specificatie bereikt zijn normale waarden na ongeveer (bladzijde 258).
  • Pagina 259 één reservoir. corrosie, oververhitting of bevriezing. Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford specificatie. Zie Technische specificatie Draai de dop langzaam los. Laat de druk (bladzijde 258).
  • Pagina 260 Het oliepeil mag niet boven het MAX gebruiken. merkteken komen te staan. Raadpleeg de productinstructies voor informatie over vloeistofverdunning. Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford specificatie. Zie Technische specificatie (bladzijde 258). TECHNISCHE SPECIFICATIE Vloeistoffen N.B.: Gebruik vloeistoffen die voldoen aan de gedefinieerde specificaties of vereisten.
  • Pagina 261 WSS-M2C204-A2 vloeistof vloeistof Uw auto is ontworpen voor gebruik van Castrol en Ford motorolie voor een gunstig brandstofverbruik met behoud van de duurzaamheid van de motor. Olie bijvullen: Als u geen olie kunt vinden die voldoet aan de specificatie gedefinieerd door WSS-M2C913-C of WSS-M2C948-B (alleen benzinemotoren), dan dient u SAE 5W-30 te gebruiken die voldoet aan de specificatie gedefinieerd door ACEA A5/B5.
  • Pagina 262 Onderhoud Variant Inhoud in liter (gallons) 2.0L Duratec-HE Koelsysteem 6,2 (1,4) Smeersysteem van de 2.0L EcoBoost SCTi 5,4 (1,2) motor - inclusief oliefilter Smeersysteem van de 2.0L EcoBoost SCTi 5,1 (1,1) motor - exclusief oliefilter 2.0L EcoBoost SCTi Koelsysteem ca. 6,9 (1,5) Smeersysteem van de 2.3L Duratec-HE 4,3 (1,0)
  • Pagina 263 Verzorging van de auto Achterruit reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO LET OP Gebruik geen scherpe voorwerpen, WAARSCHUWING schurende reinigingsmiddelen of Wanneer de auto tijdens het wassen chemische oplossingen op de in een autowasserette in de was binnenzijde van de achterruit te reinigen. wordt gezet, verwijder dan de was van de voorruit.
  • Pagina 264 Grondig afspoelen met een oprolmechanisme komt. hogedrukspuit nadat de reinigingsprocedure is voltooid. Reinig de veiligheidsgordels met een Er wordt aanbevolen Ford-wielenreiniger interieurreiniger of water met een zachte te gebruiken. Lees en volg de aanwijzingen spons. Laat de veiligheidsgordels op een van de fabrikant.
  • Pagina 265 Lakbeschadigingen door steenslag of kleine krasjes moeten zo spoedig mogelijk worden hersteld. Uw Ford dealer heeft een grote keuze aan producten. Lees en volg nauwkeurig de instructies van de fabrikant Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 266 Accu van de auto Hulpstartkabels aansluiten HET VOERTUIG STARTEN MET HULPSTARTKABELS WAARSCHUWING Gebruik brandstofleidingen, motorafdekkingen of inlaatspruitstuk nooit als massapunten. LET OP Verbind alleen accu's met dezelfde nominale spanning met elkaar. Gebruik altijd hulpstartkabels met geïsoleerde klemmen en een voldoende dikke kern. Koppel de ontladen accu niet los van de elektrische installatie van de auto.
  • Pagina 267 Accu van de auto AANSLUITPUNTEN VAN DE LET OP Sluit de kabel niet aan op de ACCU minpool ( ) van de ontladen accu. Zorg ervoor dat de kabels niet met draaiende onderdelen en onderdelen van het brandstoftoevoersysteem in aanraking kunnen komen. Motor starten Start de motor van auto B en laat deze met een matig hoog toerental draaien.
  • Pagina 268 Velgen en banden N.B.: Verwijder de schroeven van de ALGEMENE INFORMATIE opbergruimte onder de vloer (indien aangebracht). LET OP Gebruik uitsluitend banden en velgen Algemene informatie met de goedgekeurde maat. Het gebruik van andere maten kan schade WAARSCHUWINGEN aan de auto tot gevolg hebben en kan de Afhankelijk van het type en de typegoedkeuring ongeldig maken.
  • Pagina 269 Velgen en banden • Houd de set buiten het bereik van • Vervang de fles met het afdichtmiddel kinderen. door een nieuwe voordat de houdbaarheidsdatum (zie de • Gebruik de set bij bovenzijde van de fles) is bereikt. omgevingstemperaturen van –30 °C tot +70 °C.
  • Pagina 270 Velgen en banden LET OP Flessendop Wanneer de fles in de houder wordt Fles afdichtmiddel gedraaid, wordt de afdichting van de fles verbroken. Draai de fles niet uit de Open het deksel van de houder omdat dan het afdichtmiddel bandenreparatieset. ontsnapt.
  • Pagina 271 Velgen en banden Neem de stekker G uit de aansluiting 3. Wanneer de spanning 1,3 bar (19 psi) van de aansteker of het extra of hoger is, breng de band dan op de elektrisch aansluitpunt. voorgeschreven spanning. Zie Technische specificatie (bladzijde Draai de slang C snel van het ventiel 275).
  • Pagina 272 Velgen en banden Lege flessen afdichtmiddel mogen samen GEBRUIK VAN met het huishoudelijk afval worden WINTERBANDEN afgevoerd. Breng resten afdichtmiddel naar uw dealer of voer ze af volgens de LET OP lokale richtlijnen. Controleer of u de velgen met de winterbanden met het correcte type VERZORGING VAN BANDEN wielmoeren hebt bevestigd.
  • Pagina 273 Velgen en banden Auto's met stabiliteitsregeling N.B.: Als u banden aanbrengt zonder (ESC) bewakingssensoren, dan wordt een bericht in de display weergegeven. Zie Auto's met stabiliteitsregeling (ESC) Infoberichten (bladzijde 107). Bevestig dit kunnen enkele ongebruikelijke bericht om het systeem te deactiveren. rijeigenschappen vertonen.
  • Pagina 274 EEN WIEL VERVANGEN Wielslotmoeren Na het overleggen van het certificaat met het referentienummer kunt u bij uw Ford dealer een vervangings dopsleutel en vervangings wielslotmoeren verkrijgen. Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 275 Velgen en banden Uitvoeringen met zijskirts Steek de hefplaat door de opening aan de onderzijde van de skirt. Een wiel verwijderen WAARSCHUWINGEN Parkeer uw auto zodanig dat u noch het verkeer hinder ondervinden of gevaar lopen. Zet een gevarendriehoek neer. Uitsparingen in de dorpels A duiden de kriksteunpunten aan.
  • Pagina 276 Velgen en banden 3. Draai de wielmoeren een slag los. WAARSCHUWINGEN 4. Krik de auto op tot de band vrij is van Let erop dat bij richting gebonden de grond. banden de pijlen in de draairichting wijzen wanneer de auto vooruit rijdt. 5.
  • Pagina 277 Velgen en banden 4. Zet de wielmoeren in de aangegeven volgorde voorlopig vast. 5. Laat de auto zakken en verwijder de 3. Breng de dopsleutel voor de slotmoer krik. aan. 6. Draai de wielmoeren in de aangegeven volgorde definitief vast. Zie Technische specificatie (bladzijde 275).
  • Pagina 278 Velgen en banden Bandenspanning (koude banden) Tot 160 km/u Normale belasting Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Uitvoering Bandenmaat bar (lbf/ bar (lbf/ bar (lbf/ bar (lbf/ in²) in²) in²) in²) 1.6L EcoBoost SCTi (Sigma), 2.0L EcoBoost SCTi (MI4), 1.6L Dura- torq-TDCi (DV) 2,4 (35) 2,4 (35)
  • Pagina 279 Velgen en banden Snelheid continu hoger dan 160 km/u (100 mph) Normale belasting Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Uitvoering Bandenmaat bar (lbf/ bar (lbf/ bar (lbf/ bar (lbf/ in²) in²) in²) in²) 1.6L EcoBoost SCTi (Sigma), 1.6L Dura- torq-TDCi (DV) 215/60 R 16 2,5 (36) 2,4 (35)
  • Pagina 280 Voertuigidentificatie N.B.: Het ontwerp van het VOERTUIGIDENTIFICA- identificatieplaatje kan afwijken van het TIEPLAATJE getoonde plaatje. N.B.: De informatie op het identificatieplaatje is afhankelijk van de vereisten per land. Model Uitvoering Motorbenaming Emissieniveau Voertuigidentificatienummer Maximaal toelaatbare totaalgewicht Maximaal toelaatbaar treingewicht Maximale voorasbelasting Maximale achterasbelasting Het voertuigidentificatienummer (VIN) en de maximum toelaatbare gewichten zijn...
  • Pagina 281 Voertuigidentificatie CHASSISNUMMER Het Voertuig Identificatie Nummer (chassisnummer) is rechtsvoor naast de voorstoel in de bodemplaat ingeslagen. Het is ook op de linkerzijde van het instrumentenpaneel vermeld. Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 282 Inhouden en specificaties TECHNISCHE SPECIFICATIE Afmetingen van de auto S-MAX Beschrijving van afmeting Afmeting in mm Maximale lengte - zonder bumper-stylingset 4772 (187,9) Maximale lengte - met bumper-stylingset 4801 (189) Totale breedte inclusief buitenspiegels 2154 (84,8) Totale hoogte - EC rijklaargewicht 1620 - 1660 (63.8 - 65.4) Wielbasis 2850 (112,2)
  • Pagina 283 Inhouden en specificaties Afstanden trekhaak S-MAX Punt Beschrijving van afmeting Afmeting in mm Bumper – achterzijde trekhaakkogel 102 (4) Bevestigingspunt – hart trekhaakkogel 16 (0,63) Hart wiel – hart trekhaakkogel 1 079 (42,48) Hart trekhaakkogel – langsbalk 438 (17,2) Binnenzijde langsbalk 876 (34,5) Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 284 Inhouden en specificaties Punt Beschrijving van afmeting Afmeting in mm Hart trekhaakkogel – hart 1e bevestigings- 363 (14,29) punt Hart trekhaakkogel – hart 2e bevestigings- 424 (16,69) punt Hart trekhaakkogel – hart 3e bevestigings- 636 (25,04) punt Galaxy Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 285 Inhouden en specificaties Punt Beschrijving van afmeting Afmeting in mm Bumper – achterzijde trekhaakkogel 101 (3,98) Bevestigingspunt – hart trekhaakkogel 16 (0,63) Hart wiel – hart trekhaakkogel 1128 (44,41) Hart trekhaakkogel – langsbalk 438 (17,2) Binnenzijde langsbalk 876 (34,5) Hart trekhaakkogel – hart 1e bevestigings- 412 (16,22) punt Hart trekhaakkogel –...
  • Pagina 286 Inleiding audio-installatie Labels op het audiotoestel BELANGRIJKE AUDIO- INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Door technische verschillen kunnen opneembare CD s (CD-R's) en opnieuw beschrijfbare CD s (CD-RW's) mogelijk niet correct functioneren. Op deze toestellen kunnen CD's worden afgespeeld die aan de International Red Book standaard audiospecificatie voldoen.
  • Pagina 287 Overzicht audio-installatie 6000CD CD-sleuf. Zie CD's aanbrengen (bladzijde 301). Aan, uit en volumeregeling. Zie Aan/uit toets (bladzijde 291). CD uitwerpen. Zie CD's uitwerpen (bladzijde 304). Klok. Zie Tijd en datum van de audio-installatie instellen (bladzijde 289). Verkeersberichten. Zie Regeling functie verkeersinformatie (bladzijde 294). Map omhoog.
  • Pagina 288 Overzicht audio-installatie Lage- en hoge-tonenregeling. Zie Bass/treble (lage/hoge tonen) regeling (bladzijde 291). Balans- en fade-regeling. Zie Balance/fade (balans links/rechts, voor/achter) regeling (bladzijde 291). Radio en golfband selecteren. Zie Golfband toets (bladzijde 293). Extra ingang en CD selecteren. Zie Ingangsaansluiting (AUX IN) (bladzijde 307).
  • Pagina 289 Overzicht audio-installatie Aan/uit-regeling. Zie Aan/uit toets (bladzijde 291). Balans- en fade-regeling. Zie Balance/fade (balans links/rechts, voor/achter) regeling (bladzijde 291). Oproep beëindigen. Zie Telefoon (bladzijde 310). Volumeregeling, navigatietoetsen en keuzetoets. Oproep beantwoorden. Zie Telefoon (bladzijde 310). Toonregeling. Zie Bass/treble (lage/hoge tonen) regeling (bladzijde 291). Telefoonmenu.
  • Pagina 290 N.B.: Na 10 mislukte pogingen wordt het toestel permanent uitgeschakeld en wordt LOCKED in het display weergegeven. Neem BEVEILIGINGSCODE contact op met uw Ford dealer. INVOEREN Verschijnt CODE - - - -, CODE 0000 of ENTER KEYCODE in het display wanneer...
  • Pagina 291 Audiodisplays met tijd- en datumaanduiding 12/24 uurs modus TIJD EN DATUM VAN DE AUDIO-INSTALLATIE Druk enkele malen op de MENU toets totdat het 12/24 symbool in het display INSTELLEN verschijnt. 6000CD 2. Gebruik de toets voor opwaarts zoeken of neerwaarts zoeken om de gewenste Datum en tijd veranderen instelling te kiezen.
  • Pagina 292 Audiodisplays met tijd- en datumaanduiding 3. Druk op de linker of rechter navigatietoets om de gewenste instelling te selecteren. 4. Druk op de MENU toets of de toets tussen de navigatietoetsen om uw selectie te bevestigen. Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 293 Werking van de audio-installatie Druk eenmaal op de TONE knop voor AAN/UIT TOETS de instelling bass, tweemaal voor middle of driemaal voor treble. Druk op de aan/uit knop. Hierdoor kan het toestel nog een uur nadat het contact is 2. Gebruik de navigatietoets opwaarts afgezet worden gebruikt.
  • Pagina 294 Werking van de audio-installatie van de bedieningstoetsen gekozen kunnen BEDIENING VAN DE AUDIO- worden. Druk op de MENU toets voor INSTALLATIE functies op het eerste niveau, of op de MENU toets en houd deze ingedrukt voor Gebruik de MENU toets om toegang te functies op het tweede niveau (niet verkrijgen tot functies die niet direct via een leverbaar op Sony of Sony DAB toestellen).
  • Pagina 295 Werking van de audio-installatie Menufuncties Tijdens radio-ontvangst Tijdens het afspelen van een CD volume volume Lokale of algemene verkeersberichten Lokale of algemene verkeersberichten Regionaal AAN/UIT Shuffle Herhalen Comp AAN/UIT N.B.: De volgorde waarin functies verschijnen, kan verschillen afhankelijk van het audiotoestel of het voertuig.
  • Pagina 296 Werking van de audio-installatie Verkeersberichten inschakelen Druk op de RADIO toets om een keuze uit de beschikbare golfbanden te maken. Voordat u verkeersberichten kunt ontvangen, moet u op de TA toets drukken. AUTOSTORE TOETS TA-D dan wel TA-L wordt in het display weergegeven om aan te geven dat de N.B.: Met deze functie worden de eerder functie is ingeschakeld.
  • Pagina 297 Werking van de audio-installatie Indien een radiostation wordt gekozen of Sony CD met behulp van de voorkeuzetoetsen Druk op de MENU toets en gebruik de wordt opgeroepen dat geen opwaarts of neerwaarts navigatietoets verkeersinformatie uitzendt, dan blijft het om de TA display te selecteren. toestel op dat radiostation afgestemd 2.
  • Pagina 298 Werking van de audio-installatie N.B.: Indien u op een ander tijdstip op TA Sony CD drukt, worden alle berichten uitgeschakeld. Kies een golfband en druk kort op de navigatietoets voor opwaarts zoeken of STATION AFSTEMTOETSEN neerwaarts zoeken. Het toestel stopt bij het eerste radiostation dat in de door u DAB-service linking gekozen richting wordt gevonden.
  • Pagina 299 Werking van de audio-installatie 6000CD Druk enkele malen op de MENU toets totdat SCAN in het display wordt weergegeven. 2. Druk op de toets voor opwaarts zoeken of neerwaarts zoeken om de gekozen golfband omhoog of omlaag af te zoeken. 3.
  • Pagina 300 Menu's audio-installatie DSP-instellingen wijzigen AUTOMATISCHE VOLUMEREGELING Druk eenmaal op de DSP toets voor bezette zitplaatsen en tweemaal voor Indien van toepassing, past de de equalizer. Positie van onderdeel: Zie automatische volumeregeling (AVC) het Overzicht audio-installatie geluidsvolume aan, om geluiden van de (bladzijde 285).
  • Pagina 301 Menu's audio-installatie Sony en Sony DAB Wanneer AF-MAN is gekozen, werkt het toestel op dezelfde wijze als bij AF-AUTO Druk kort op de MENU toets. of AF-ON, maar er wordt dan alleen naar alternatieve frequenties gezocht wanneer 2. Gebruik de navigatietoets omhoog of op een voorkeuzetoets wordt gedrukt.
  • Pagina 302 Menu's audio-installatie een aantal kleinere regionale netwerken, NIEUWSBERICHTEN die bijvoorbeeld in grotere plaatsen of steden zijn gevestigd. Wanneer het Sommige radiotoestellen onderbreken de netwerk niet in regionale zenders wordt normale ontvangst voor nieuwsberichten opgesplitst, zendt het complete netwerk van radiostations op de FM band of RDS hetzelfde programma uit.
  • Pagina 303 CD-speler Sony en Sony DAB CD'S AANBRENGEN Druk eenmaal op de navigatietoets 6000CD, Sony en Sony DAB voor opwaarts zoeken om naar het volgende nummer te gaan of druk er Controleer altijd dat de CD-sleuf leeg is meerdere malen op om naar alvorens een CD in te brengen.
  • Pagina 304 CD-speler 6. Herhaal stap vier en vijf om de resterende CD's te verwijderen. Breng het magazijn in de door de pijl aangegeven richting aan. Er is een duidelijke klik hoorbaar ter bevestiging van correct laden. 8. Sluit het portier. CD AFSPELEN N.B.: Tijdens het afspelen wordt de CD, het nummer en de tijd die is verstreken sinds de start van het nummer in het display...
  • Pagina 305 CD-speler Sony en Sony DAB Sony CD en Sony CD DAB Druk op de linker of rechter navigatietoets Druk op de MENU toets. en houd deze ingedrukt om voorwaarts of 2. Scroll met de navigatietoets voor achterwaarts te zoeken binnen de opwaarts zoeken of neerwaarts zoeken nummers van de CD.
  • Pagina 306 CD-speler 4. Gebruik de linker of de rechter CD'S UITWERPEN navigatietoets om de functie in- of uit te schakelen. N.B.: De radio-ontvangst wordt automatisch hervat wanneer op de toets 5. Druk op de MENU toets of de toets EJECT wordt gedrukt. tussen de navigatietoetsen om uw selectie te bevestigen.
  • Pagina 307 CD-speler Een multi session CD afspelen 3. Kies met behulp van de linker of rechter navigatietoetsen REPEAT TRACK of De normale afspeelvolgorde bij CD s met REPEAT OFF. meerdere mappen is eerst de nummers in 4. Druk op de MENU toets om uw keuze de bovenliggende map, dan de nummers te bevestigen.
  • Pagina 308 CD-speler Opties weergave CD tekst Wanneer een audio CD met CD tekst wordt afgespeeld, kan een beperkte hoeveelheid informatie, die aan elk nummer is toegevoegd, worden weergegeven. Deze informatie omvat meestal: • De naam van de CD • De naam van de artiest •...
  • Pagina 309 Ingangsaansluiting (AUX IN) N.B.: Stel voor optimale prestaties bij het afspelen van een extra apparaat het volume daarvan hoog. Hierdoor worden storingen gereduceerd wanneer het apparaat wordt aangesloten op de aansluiting voor de sigarenaansteker in de auto. Via de extra ingang (AUX IN), indien aanwezig, kan een extra apparaat zoals een MP3-speler op het audiotoestel van de auto worden aangesloten.
  • Pagina 310 Zie CD's uitwerpen (bladzijde 304). Zie CD's aanbrengen (bladzijde 301). Wanneer de storing blijft bestaan. Neem contact op met uw Ford dealer. NO CD Bericht dat aangeeft dat zich geen CD's in het audiotoe- NO CDS stel of de CD-wisselaar bevinden.
  • Pagina 311 Display van het audiotoestel Remedie Bericht dat aangeeft dat de systeembeveiliging het toestel heeft geblokkeerd nadat herhaaldelijk onjuiste LOCKED Keycodes zijn ingegeven. Neem contact op met uw Ford dealer. KEYCODE..Bericht dat u vraagt, de Keycode in te geven. Zie ENTER KEYCODE..
  • Pagina 312 Om dit te voorkomen moeten alleen 2. Zoek in het Bluetooth menu van uw aanbevolen telefoons worden gebruikt. telefoon naar Ford Audio en selecteer deze optie. Bezoek de website www.ford-mobile-connectivity.com voor volledige gegevens.
  • Pagina 313 Telefoon 3. Voer het op de voertuigdisplay Telefoon weergegeven codenummer in met behulp van de toetsen van de telefoon. Wanneer geen codenummer wordt Mobiel weergegeven op de display, voer dan het Bluetooth PIN nummer 0000 in met behulp van de toetsen van de Thuis telefoon.
  • Pagina 314 Telefoon Telefoons die in het systeem zijn GEBRUIK MAKEN VAN DE opgeslagen zijn met behulp van de TELEFOON telefoonlijst op de audiounit toegankelijk. N.B.: Er kunnen maximaal zes apparaten In dit hoofdstuk worden de worden gekoppeld. Als er al zes Bluetooth telefoonfuncties van de audio-unit apparaten zijn gekoppeld, moet er één beschreven.
  • Pagina 315 Telefoon 5. Druk op de toets PHONE of de toets Een gesprek beëindigen 'beantwoorden' om het geselecteerde Gesprekken kunnen worden beëindigd door telefoonnummer te bellen. op de toets 'weigeren' te drukken. Een nummer kiezen m.b.v. het Bij audio-units zonder telefoontoetsenblok adresboek - Sony radio kunt u ook een gesprek beëindigen door op PHONE, CD, AM/FM of ON/OFF te...
  • Pagina 316 Telefoon 4. Druk op de toets PHONE of de toets Een tweede inkomend gesprek 'beantwoorden' om het weigeren telefoonnummer te kiezen. Een tweede inkomend gesprek kan worden geweigerd door op de toets 'weigeren' te Laatst gekozen nummer opnieuw drukken. Bij audio-units zonder kiezen - Sony radio telefoontoetsenblok kunt u ook een Druk op de toets 'beantwoorden'.
  • Pagina 317 Telefoon Een gekoppelde telefoon Met behulp van het menu op de ontkoppelen - Sony radio audio-unit N.B.: Nadat een telefoon aan het systeem Een actieve telefoon kan op elk gewenst is gekoppeld, wordt deze de actieve moment uit het systeem worden gewist, telefoon.
  • Pagina 318 Telefoon Een gesprek beëindigen Een tweede inkomend gesprek beantwoorden Gesprekken kunt u beëindigen door op de toets BEËINDIGEN, de toets MODE op Een tweede inkomend gesprek kunt u de afstandsbediening of de toets aannemen door op de toets AAN/UIT op het navigatiesysteem te 'beantwoorden', de toets MODE op de drukken.
  • Pagina 319 Telefoon 2. Selecteer met behulp van de optie BT-INSTELLINGEN in het menu de actvieve telefoon in de lijst. Actieve telefoon afmelden Een actieve telefoon kan op elk gewenst moment uit het systeem worden gewist, behalve wanneer met deze telefoon een gesprek wordt gevoerd.
  • Pagina 320 Spraaksturing Reactie van het systeem WERKING Wanneer u een gesproken commando LET OP geeft, antwoordt het systeem telkens met een piep wanneer het gereed is om door Door gebruik van het systeem bij te gaan. uitgeschakelde motor wordt de accu ontladen.
  • Pagina 321 Spraaksturing Short cuts Druk de toets opnieuw in om de spraakbesturing uit te schakelen. Er zijn een aantal gesproken woorden (short cuts) mogelijk, waarmee u enkele Spraaklabel functies van de auto kunt regelen zonder Het spraaklabel kan de telefoon, de het complete commandomenu te hoeven audio-installatie en het navigatiesysteem volgen.
  • Pagina 322 Spraaksturing "CD PLAYER" "SHUFFLE FOLDER" "SHUFFLE OFF" "REPEAT FOLDER" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Alleen beschikbaar als de CD audiogegevensbestanden bevat, zoals MP3 of WMA. Muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de CD kiezen.
  • Pagina 323 Spraaksturing CD-wisselaar beschikbare gesproken commando's. De volgende lijsten bieden aanvullende Overzicht informatie over het complete commandomenu aan de hand van gekozen Het onderstaande overzicht toont de voorbeelden. "CD CHANGER" "HELP" "PLAY" "DISC" "TRACK" "SHUFFLE ALL" "SHUFFLE CD" "SHUFFLE FOLDER" "SHUFFLE OFF" "REPEAT CD"...
  • Pagina 324 Spraaksturing Muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de CD kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CD CHANGER" "CD CHANGER" "TRACK NUMBER PLEASE" "TRACK" "TRACK <nummer>" "<een getal tussen 1 en 99>" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Getallen kunnen ook als max. vier losse cijfers worden uitgesproken (bijv. "2", "4", "5" voor muzieknummer 245) Shuffle CD Random afspelen binnen de CD-inhoud...
  • Pagina 325 Spraaksturing "RADIO" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "PLAY" * Kan als short cut worden gebruikt. Afstemfrequentie Met deze functie kunt u met gesproken commando's afstemmen op radiostations. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "AM" "AM FREQUENCY PLEASE" "FM" "FM FREQUENCY PLEASE" "TUNE <frequentie>"...
  • Pagina 326 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "NAME PLEASE" "<naam>" "REPEAT NAME PLEASE" "<naam>" "STORING NAME" "<naam> STORED" Afstemmen op naam Met deze functie kunt u op een opgeslagen radiostation afstemmen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "NAME PLEASE" "TUNE NAME" "<naam>"...
  • Pagina 327 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "PLAY DIRECTORY" "PLAY <DIRECTORY>" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle opgeslagen radiostations wissen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "DELETE DIRECTORY" "DELETE DIRECTORY" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "RADIO DIRECTORY DELETED" "NO"...
  • Pagina 328 Spraaksturing Externe apparaten - USB Overzicht Het onderstaande overzicht toont de Deze gesproken commando's beschikbare gesproken commando's. De ondersteunen de functionaliteit van een volgende lijsten bieden aanvullende extern USB-apparaat dat op de audiounit informatie over het complete kan worden aangesloten. commandomenu aan de hand van gekozen voorbeelden.
  • Pagina 329 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "USB" "USB" "PLAY" USB-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op het USB-apparaat kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "USB" "USB" "TRACK" "TRACK NUMBER PLEASE" "TRACK <nummer>" "<een getal tussen 1 en 99>"...
  • Pagina 330 Spraaksturing "EXTERNAL DEVICE", "IPOD" "SHUFFLE OFF" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Aan door spraakbesturing geactiveerde afspeellijsten moeten specifieke bestandsnamen worden toegewezen. Zie Algemene informatie (bladzijde 337). iPod-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de iPod kiezen in de lijst met alle titels.
  • Pagina 331 Spraaksturing het systeem van de auto opgeslagen en COMMANDO’S TELEFOON niet in dat van uw telefoon. Telefoon Overzicht Met uw telefoonsysteem kunt u een extra Het onderstaande overzicht toont de telefoonboek aanleggen. De opgeslagen beschikbare gesproken commando's. De nummers kunnen met behulp van Voice volgende lijsten bieden aanvullende Control worden gekozen.
  • Pagina 332 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "NUMBER PLEASE" "DIAL NUMBER" "<telefoonnummer>" "<telefoonnummer> CONTINUE?" "DIAL" "DIALLING" "CORRECTION" "<laatste deel van nummer herhalen> CONTINUE?" * Kan als short cut worden gebruikt. Naam kiezen Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden gekozen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt...
  • Pagina 333 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CONFIRM YES OR NO" "YES" "DIALLING" "NO" "COMMAND CANCELLED" * Kan als short cut worden gebruikt. Naam mobiele telefoon Met deze functie kunt u met een spraaklabel toegang krijgen tot de in uw mobiele telefoon opgeslagen telefoonnummers.
  • Pagina 334 Spraaksturing Een telefoonboek aanleggen opgeslagen met het commando "STORE NAME". Deze functie kan worden gebruikt Naam opslaan voor het kiezen van een nummer door de naam in plaats van het complete Nieuwe spraaklabels kunnen worden telefoonnummer uit te spreken. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON"...
  • Pagina 335 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "PLAY DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle ingevoerde gegevens in één keer wissen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "DELETE DIRECTORY" "DELETE DIRECTORY" "CONFIRM YES OR NO" "YES"...
  • Pagina 336 Spraaksturing Overzicht COMMANDO’S NAVIGATIESYSTEEM Het onderstaande overzicht toont de beschikbare gesproken commando's. De Raadpleeg de afzonderlijke handleiding volgende lijsten bieden aanvullende van het navigatiesysteem voor meer informatie over het complete informatie over de commandomenu's. commandomenu aan de hand van gekozen voorbeelden.
  • Pagina 337 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE" "CLIMATE" "FAN SPEED PLEASE" "FAN" "MINIMUM" "FAN MINIMUM" "<een getal tussen 1 en 7>" "FAN <getal>" "MAXIMUM" "FAN MAXIMUM" * Kan als short cut worden gebruikt. Bij auto's met een Engelse taalmodule is de short cut "FAN"...
  • Pagina 338 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "<een getal tussen 15 en 29 °C met stappen van 0,5>" of "<een getal "TEMPERATURE <getal>" tussen 59 en 84 °F>" "MAXIMUM" "TEMPERATURE MAXIMUM" * Kan als short cut worden gebruikt. Automatische functie Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE"...
  • Pagina 339 USB-aansluiting Zet de audio-unit altijd op een andere • iPod mediaspelers (ga naar bron (bijvoorbeeld de radio) alvorens www.ford-mobile-connectivity.com het USB-apparaat te ontkoppelen. voor de nieuwste compatibiliteitslijst). Breng geen USB-hubs of -splitters Het systeem is USB 2.0 Full Speed aan.
  • Pagina 340 De iPod kan tevens worden aangesloten Maak afspeellijsten met de naam met behulp van de standaard iPod "Ford<*>", waar <*> een cijfer tussen 1 USB-kabel en een aparte 3,5 mm en 10 is voor het inschakelen van audiokabel. Wanneer gebruik wordt...
  • Pagina 341 Om dit te voorkomen moeten alleen Album aanbevolen apparaten worden gebruikt. Bezoek de website Artiest www.ford-mobile-connectivity.com voor volledige gegevens. Bestandsnaam Apparaat aansluiten op (voertuig)systeem N.B.: Sommige audio- en navigatie-units Titel van nummer beschikken over een afzonderlijk Bluetooth audio-menu.
  • Pagina 342 Verbinding Druk eenmaal op de pijltjestoets Druk op de pijltjestoets omhoog/omlaag omhoog/omlaag of de OK toets om door of de OK toets om door de inhoud van het de inhoud van het apparaat te bladeren. apparaat te bladeren. De display toont de nummerinformatie en Druk op de MENU toets voor toegang tot de volgende andere belangrijke informatie: het USB-menu.
  • Pagina 343 Verbinding De display toont de nummerinformatie en Druk op de SCAN toets om de huidige de volgende andere belangrijke informatie: (actieve) afspeellijst of het gehele USB-apparaat of de map te scannen. • Een verticale schuifbalk aan de rechterzijde van de display geeft de Druk op de INFO toets om het volgende huidige positie van het mapoverzicht weer te geven:...
  • Pagina 344 Verbinding • "<" links van de display geeft aan dat IPOD GEBRUIKEN een niveau hoger leesbaar is. Verschillende pictogrammen worden • Pictogrammen aan de linkerzijde van gebruikt voor het herkennen van de nummer-/maptekst geven het type verschillende audiobestanden, mappen bestand/map aan. Raadpleeg de lijst enz.
  • Pagina 345 Verbinding De iPod-menulijst voor het bladeren door Houd de pijltjestoetsen naar links/rechts de inhoud is beschikbaar via de ingedrukt om snel achteruit/vooruit door radiodisplay. Bladeren door de inhoud is een nummer te gaan. gebaseerd op hetzelfde principe als voor Druk op de pijltjestoets omhoog/omlaag het gebruik van een stand-alone iPod of de OK toets om door de inhoud van de (bijvoorbeeld zoeken op artiest, titel enz.).
  • Pagina 346 Verbinding De display toont de nummerinformatie en Druk op de SCAN toets om de op dit de volgende andere belangrijke informatie: moment geselecteerde nummers te scannen. • Een verticale schuifbalk aan de rechterzijde van de display geeft de Druk op de INFO toets om het volgende huidige positie van het lijstoverzicht weer te geven: aan.
  • Pagina 347 Verbinding • "<" voor de lijst geeft aan dat een niveau hoger leesbaar is. • Een pictogram aan de linkerzijde geeft het type van de op dit moment weergegeven lijst aan (bijvoorbeeld een albumlijst). Raadpleeg de lijst voor een uitleg van deze pictogrammen. Gebruik voor het navigeren door de inhoud van de iPod de scroll-toetsen om door lijsten te bladeren.
  • Pagina 348 Veiligheidsinformatie Lees de volgende veiligheidsmaatregelen en volg deze op. Wanneer u dit nalaat wordt de kans op een aanrijding en lichamelijk letsel verhoogd. Ford Motor Company is niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het niet opvolgen van deze richtlijnen.
  • Pagina 349 GPS-ontvanger in de auto. fabrikanten van mobiele telefoons een groot aantal profielen in hun Bluetooth N.B.: De Ford Mobile Navigation moet apparaten implementeren. Daardoor is het worden geïnstalleerd en geactiveerd op uw mogelijk dat een telefoon niet compatible mobiele telefoon.
  • Pagina 350 Navigatiesysteem 2. Schakel uw mobiele telefoon in en start de Ford Mobile Navigation. 3. Kies Selecteer navigatie. 4. Kies Adres. 5. Wijzig de route-opties indien nodig en start de routebegeleiding. 6. De bochtinformatie wordt weergegeven in de voertuigdisplay. De gesproken instructies zijn hoorbaar via de voertuigluidsprekers.
  • Pagina 351 Bijlagen ELEKTROMAGNETISCHE WAARSCHUWINGEN De radiofrequentiezenders (bijv. COMPATIBILITEIT - AUTO’S mobiele telefoons, amateur GEPRODUCEERD TOT: 31-12- radiozenders, enz.) mogen alleen in 2013 uw auto worden gemonteerd wanneer deze voldoen aan de in onderstaande tabel vermelde parameters. Er zijn geen WAARSCHUWINGEN bijzondere voorzieningen of voorwaarden Uw auto is getest en gecertificeerd voor het monteren of gebruiken ervan.
  • Pagina 352 Bijlagen Frequentieband Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen watt (piek RMS) 1 – 30 50 W 3. 4 30 – 54 50 W 1. 2. 3 68 – 87,5 50 W 1. 2. 3 142 – 176 50 W 1. 2. 3 380 –...
  • Pagina 353 Bijlagen WAARSCHUWINGEN WAARSCHUWINGEN Monteer geen zender/ontvangers, Houd antenne- en voedingskabels microfoons, luidsprekers en op een afstand van minstens 10 cm dergelijke in het ontvouwbereik van van elektronische modules en de airbags. airbags. Bevestig geen antennekabels aan de originele bedrading, brandstofleidingen en remleidingen van de auto.
  • Pagina 354 Controleer of de elektromagnetische Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth SIG velden die door de gemonteerde zender in Inc. en de Ford Motor Company mag het interieur van de auto worden opgewekt dergelijke merktekens onder licentie niet de grenzen overschrijden waaraan het gebruiken.
  • Pagina 355 Bijlagen Certificaat voor Verenigde Arabische Emiraten TYPEGOEDKEURINGEN EU-verklaring Valeo verklaart hierbij dat dit korte bereik-apparaat voldoet aan de noodzakelijke vereisten en andere relevante bepalingen in Directive 1999/5/EC. Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 356 Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 357 Index Actieve vering Zie: Gebruik van de actieve schokdemperregeling .........184 12 volt accu vervangen.......265 Adaptieve cruise control gebruiken ................193 Afstand tot uw voorligger instellen.....195 Automatisch uitschakelen......196 Het systeem inschakelen........194 Zie: Klimaatregeling..........119 Ingestelde snelheid veranderen....194 Aan/uit toets..........291 Snelheid instellen..........194 Aanbeveling nieuwe onderdelen....8 Systeem tijdelijk deactiveren......196 Garantie op vervangingsonderdelen....8 Systeem uitschakelen........196...
  • Pagina 358 Index Asbak..............146 Auto op vier wielen slepen.......244 Asbak, achterin............146 Alle modelvarianten.........244 Asbak, voorin............146 Voertuigen met 2.0L Duratorq-TDCi (DW) Audiobediening..........52 diesel (fase V) of 2.0L EcoBoost SCTi Modus...............52 (MI4) en 6-traps automatische Zoekfunctie.............53 transmissie............244 Audiodisplays met tijd- en Voertuigen met automatische transmissie, datumaanduiding........289 behalve 2.0L Duratorq-TDCi (DW) diesel Audio-ingangsaansluiting......152...
  • Pagina 359 Index Batterij van afstandsbediening Brandstofverbruik vervangen............37 Zie: Technische specificatie......167 Buitenspiegels..........81 Afstandsbediening met inklapbaar sleutelblad............38 Handmatig inklapbare spiegels.......81 Afstandsbediening zonder inklapbaar sleutelblad............38 Bedieningselementen telefoon....312 CD's aanbrengen..........301 Afstandsbediening..........312 Bediening van de audio-installatie..292 6000CD, Sony en Sony DAB......301 CD's in CD-wisselaar aanbrengen..301 Sony CD en Sony CD DAB met CD's uit CD-wisselaar verwijderen ..302 Bluetooth............293 Bekerhouders..........147...
  • Pagina 360 Index Contactslot Een benzinemotor starten - Flex Fuel (FF, ethanol)..........157 Zie: Contactslot...........153 Controle koelvloeistofpeil Starten bij lage buitentemperaturen...157 Een dieselmotor starten......158 Zie: Motorkoelvloeistof controleren...256 Controle oliepeil Koude of warme motor........158 Een koplamp verwijderen......68 Zie: Motorolie controleren......256 Controle vloeistofpeil koppeling en Een wiel vervangen........272 remsysteem..........257 Boordkrik..............272...
  • Pagina 361 Index Elektronische parkeerrem......175 Automatische activering van de EPB voorkomen............176 Gebruik maken van de telefoon .....312 Automatisch inschakelen van de EPB..176 Actieve telefoon afmelden......315 De EPB uitschakelen..........177 Bellen...............312 EPB inschakelen..........175 Een gekoppelde telefoon ontkoppelen - EPB inschakelen bij rijdende auto....176 Sony radio............315 Onderbreking van de stroomtoevoer..178 Een inkomend gesprek ontvangen....314 Parkeren op een helling........175...
  • Pagina 362 Index Gloeilampen vervangen......69 Achterlicht (Galaxy)..........74 Zie: Regeling voor bergop rijden.....181 Achterlichten (S-MAX)........73 Bagageruimtelamp en Zie: Regeling voor bergop rijden achterkleplamp..........77 gebruiken............181 Hondenrek............220 Dagrijlichten.............71 Derde remlicht............75 Hondenrek aanbrengen........221 Hoofdsteunen..........134 Interieurverlichting..........75 Kentekenplaatverlichting........75 Hoofdsteun instellen.........134 Koplamp..............69 Hoofdsteun verwijderen........135 Hoogte van veiligheidsgordels Leeslampen............76 afstellen............34 Mistlamp en stadslicht (Galaxy)....72 Hulpstartkabels Mistlamp en stadslicht (S-MAX)....72...
  • Pagina 363 Index In één oogopslag ..........9 Infoberichten..........107 Achteruitkijkcamera..........19 Accu en laadsysteem........109 Automatische grootlichtregeling....14 Actief veersysteem..........108 Automatische klimaatregeling......16 Actuele berichten bekijken......108 Automatische transmissie........18 Airbag..............108 Automatisch in-/uitschakelde Airconditioning.............110 verlichting............14 Alarm..............109 Automatisch wissen..........13 Automatische grootlichtregeling, Buitenspiegels naar beneden kantelen bij waarschuwingssysteem verlaten rijstrook achteruitrijden...........15 en waarschuwingssysteem De auto op vier wielen slepen......21 bestuurder............109...
  • Pagina 364 Index Inleiding audio-installatie......284 Koplampen afstellen........68 Inleiding..............7 Koplamphoogte afstellen......63 Inrijden.............230 Aanbevolen regelknopstanden......63 Koplampsproeiers.........56 Banden..............230 Motor..............230 Remmen en koppeling........230 Inrijden Ladingsteunen Zie: Inrijden............230 Instrumentenpaneel........88 Zie: Dakrekken en bagagedragers....214 Interieurverlichting........66 Lekke band oppompen Instapverlichting..........66 Zie: Set tijdelijke mobiliteit......266 Luchtroosters LED-interieurverlichting........66 Leeslampen............66 Zie: Ventilatieroosters........119 Verlichting make-up spiegels......68 Introductie .............347 Compatibiliteit van...
  • Pagina 365 Index Overzicht motorruimte - 2,2 l Duratorq-TDCi (DW) diesel....254 Overzicht motorruimte - 2,3 l Duratec-HE Navigatiesysteem ........347 (MI4).............250 Nieuwsberichten.........300 Overzicht van symbolen.........7 Alle behalve Sony en Sony DAB....300 Symbolen in dit instructieboekje.......7 Sony en Sony DAB..........300 Symbolen op uw auto...........7 Nummer selecteren........301 Alle behalve Sony en Sony DAB....301 Sony en Sony DAB..........301...
  • Pagina 366 Index Ruitenwisserbladen vervangen....56 Achterruitwisserbladen........57 Voorruitwisserbladen.........56 Reductie geluidsvervorming Ruitenwissers en ruitensproeiers.....54 (CLIP)............298 Technische specificatie........58 Alle behalve Sony en Sony DAB....298 Sony en Sony DAB..........299 Regeling functie verkeersinformatie........294 Schuifbare laadvloer.........209 Instellen van het voorgeprogrammeerde Opbergvak............209 volume..............295 Set tijdelijke mobiliteit.......266 Lokale of algemene Algemene informatie........266 verkeersinformatie........295 Bandenspanning controleren.......269...
  • Pagina 367 Index Sleutelloze toegang........42 Station afstemtoetsen......296 Algemene informatie..........42 DAB-service linking...........296 Auto ontgrendelen..........44 Handmatig afstemmen........296 Auto vergrendelen..........43 Scanfunctie............296 Passive key..............43 Zoeken..............296 Stoelen.............134 Portieren met de sleutelbaard vergrendelen Stoelverhogers ..........23 en ontgrendelen..........45 Uitgeschakelde sleutels........44 Kinderzitje (Groep 2)...........23 Sleutels en afstandsbediening....37 Zitverhoger (Groep 3).........24 Sloten..............40 Storingen verhelpen Sneeuwkettingen...
  • Pagina 368 Index Trekhaak ............223 Ventilatieroosters..........119 Onderhoud............226 Luchtroosters, voor..........119 Rijden met een aanhanger......225 Luchtroosters derde zitrij.........120 Rijden zonder aanhanger........226 Luchtroosters tweede zitrij......120 Verbinding............337 Trekhaakkogel aanbrengen......224 Trekhaakkogel ontgrendelen......224 Algemene informatie........337 Vergrendelen en ontgrendelen....40 Trekhaakkogel verwijderen......225 Trekken van een aanhanger.....223 Achterklep...............42 Steile hellingen...........223 Automatisch opnieuw vergrendelen.....42 Verlichting aanhanger........223 Bevestiging van vergrendelen en Tripcomputer..........103...
  • Pagina 369 Index Waarschuwings- en indicatielampen..........90 Zie: Chassisnummer.........279 Vloermatten..........230 ABS-controlelampje..........90 Voertuigidentificatieplaatje.....278 Berichtenindicator..........92 Voertuigidentificatie........278 Controlelamp elektrische parkeerrem Voorkeuzetoetsen........293 (EPB)..............91 Voorruitsproeiers afstellen......56 Controlelamp Forward Alert......91 Voorruitsproeiers..........55 Controlelamp gloeibougies.......91 Voorruitwissers..........54 Controlelamp grootlicht........92 Wissen met intervallen........54 Controlelamp koplampen.........91 Voorste mistlampen........62 Controlelamp lage bandenspanning....93 Voorzorgsmaatregelen voor koude Controlelamp mistachterlichten....92 weersomstandigheden......230 Controlelamp mistlampen, vóór.....91...
  • Pagina 370 Index Winterbanden Zie: Gebruik van winterbanden....270 Zekeringen............233 Zonnekleppen ..........144 Dak (Galaxy)............144 Dak (S-MAX)............144 Zijruiten..............144 Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing...
  • Pagina 372 CG3533nlNLD...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Galaxy s-max 2013