Bij snelheden boven 6 km/h (4 mph)
wordt remkracht uitgeoefend zolang
u de schakelaar in de AAN-stand
houdt. De EPB blijft ingeschakeld tot
u de schakelaar loslaat of indrukt of
het gaspedaal dieper indrukt.
De EPB uitschakelen
Automatisch loszetten -
loszetten bij het wegrijden
(DAR)
N.B.: Wanneer de
EPB-waarschuwingslamp blijft
branden, wordt de EPB niet
automatisch losgezet. U moet de
EPB loszetten met de
EPB-schakelaar.
N.B.: De motor moet draaien en het
gaspedaal moet worden ingetrapt
alvorens DAR werkt.
N.B.: U moet het koppelingspedaal
helemaal intrappen om DAR te laten
werken.
Schakel de eerste versnelling of de
achteruit in. Rijd normaal weg door
het gas- en koppelingspedaal te
gebruiken en de EPB wordt
automatisch losgezet.
De controlelamp van het
remsysteem gaat uit ter bevestiging
dat de EPB is uitgeschakeld.
N.B.: Wanneer bij wagens met een
handgeschakelde versnellingsbak de
schakelhendel in neutraal staat
wanneer u het koppelingspedaal laat
opkomen en het gaspedaal indrukt,
zal de EPB automatisch worden
uitgeschakeld.
Remmen
N.B.: De EPB maakt het wegrijden
op een helling eenvoudiger en
voorkomt dat de wagen in een
ongewenste richting wegrolt. De
remmen worden automatisch gelost
zodra de koppeling in aangrijping is
en de motor voldoende vermogen
heeft opgebouwd om weg te rijden.
Zo wordt voorkomen dat de auto op
een helling kan terugrollen. Dit is een
voordeel wanneer u op een helling
moet optrekken, bijvoorbeeld vanaf
een helling van een parkeerplaats, bij
verkeerslichten of tijdens het
achteruit tegen een helling
inparkeren.
Handmatig uitschakelen
N.B.: Om de EPB uit te schakelen
moet de contactsleutel in de stand
II staan.
E70529
Houd het rempedaal of het
koppelingspedaal ingedrukt en druk
de schakelaar in.
De controlelamp van het
remsysteem gaat uit ter bevestiging
dat de EPB is uitgeschakeld.
174